Openbaar vervoer
Dit standpunt komt uit ons verkiezingsprogramma van de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
In het OV zetten we in op kortere reistijden, meer directe verbindingen en hogere frequenties tegen aantrekkelijke prijzen. De schop moet snel de grond in om te voorkomen dat het openbaar vervoer rond 2030 op meerdere trajecten vastloopt. OV wordt ook aantrekkelijker gemaakt voor internationaal reizen.
-
Continuïteit op het hoofdrailnet, geen verdere privatisering. Vanuit het oogpunt van continuïteit steunen we de nieuwe concessie aan de NS voor het hoofdrailnet. We zijn tegen verdere decentralisering en privatisering van het regionale spoornet, zeker nu reizigersprognoses in de nasleep van Corona het voor private partijen het minder aantrekkelijk maakt investeren.
-
Capaciteitsuitbreiding spoor. De rek is uit het spoorwegnet. Extra, langere en bredere perrons, extra keersporen, extra opstelterreinen en ongelijkvloerse kruisingen zijn op veel plekken noodzakelijk. Om te zorgen dat intercity’s en sprinters elkaar niet in de weg zitten en de frequentie kan worden verhoogd wordt 500 kilometer spoor voor 2040 verdubbeld van 1 naar 2 sporen (o.a. de Sallandlijn Zwolle-Wierden, IJssellijn Deventer-Olst en brug Ravenstein, Leiden-Woerden en Leeuwarden-Feanwâlden) of van 2 naar 4 sporen (o.a. Utrecht-Driebergen, Breda-Tilburg, Almere Poort-Almere Oostvaarders, Haarlem-Amsterdam en Arnhem-Nijmegen).
-
Innovatie op het spoor. De invoering van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS en verhoging van de bovenleidingspanning naar 3 kilovolt wordt versneld om hogere frequenties en kortere reistijden mogelijk te maken en om klaar te zijn voor een uitbreidend Europees spoor netwerk. Op tenminste 5 trajecten wordt voor 2030 automatisch rijden ingevoerd.
-
Kortere reistijden. Het landelijk gebied biedt de ruimte die de Randstad zoekt. Goede verbindingen en kortere reistijden tussen de Randstad en Noord-, Oost- en Zuid-Nederland zijn dan ook van nationaal belang. Het spoor wordt hiervoor waar mogelijk en stapsgewijs geschikt gemaakt voor hogere snelheden. Ook wordt geïnvesteerd in nieuwe spoorlijnen waarbij gedacht kan worden aan de trajecten Breda-Utrecht-Almere, Lelystad-Heerenveen-Groningen (Lelylijn), Uden-Boxtel, Groningen-Zernike, Emmen-Veendam (Nedersaksenlijn). De spoorknooppunten Zwolle en Eindhoven worden verbeterd zodat treinen niet onnodig op elkaar hoeven te wachten. Er komt een directe treindienst tussen Barneveld en Apeldoorn.
-
Directe verbindingen. Bij een hoge vervoersvraag worden directe verbindingen de norm. De sneltrein keert terug om middelgrote steden beter te ontsluiten en reistijden met Intercity’s korter te maken.
-
Sneller reizen over de grens. De verbindingen Groningen-Bremen-Hamburg, Eindhoven-Düsseldorf, Heerlen-Aken en Roosendaal-Antwerpen worden versneld. De Intercity Amsterdam-Brussel wordt versneld door Breda over te slaan en gaat twee keer zo vaak rijden. Er komt daarnaast een Intercity Antwerpen-Breda-Eindhoven-Düsseldorf.
-
Meer stations. Nieuwe stations worden onder meer geopend in Berkel-Enschot, Staphorst, Veenendaal Zuid, Apeldoorn West, Haarlem West, Zwolle Zuid, Deventer Noord, Hoogkerk, Hattem en Bathmen.
-
Zero-emissie locomotieven. Diesellocomotieven worden uiterlijk 2030 vervangen door waterstof- of elektrische locomotieven.
-
Investeren in lightrail en busbanen. Het Rijk gaat bijdragen aan grote regionale OV-projecten met een nationaal belang, zoals het doortrekken van de Noordzuidmetrolijn naar Schiphol en Hoofddorp, het afmaken van de metroring Amsterdam, het doorrijden van de Uithoftram naar Amersfoort, realisatie van de metro tussen Schiedam, Rotterdam-Zuid en Kralingse Zoom, lightrail tussen Gouda en Scheveningen en tussen Haarlem en Amsterdam Bijlmer en meer vrije busbanen in en rond de steden. Een netwerk van snelwegbussen biedt voor veel reizigers kortere reistijden. Overal in Nederland mag de bus over de vluchtstrook om voorbij files te rijden.
-
Prestaties openbaar. Vervoerders worden verplicht cijfers over aantal reizigers, reistijd, punctualiteit, uitval en klanttevredenheid per verbinding te publiceren als open data.
-
Aantrekkelijke prijzen. Het OV wordt in heel Nederland gratis voor meereizende kinderen en er komen goedkopere abonnementen voor scholieren. De HSL-Zuid toeslag vervalt. In elke regio komen abonnementen die zowel geldig zijn in de trein als in tram/bus/metro. De minimumprijs van NS wordt gelijk aan die van het overig openbaar vervoer en het dubbel opstaptarief verdwijnt zodat korte reizen goedkoper worden en een overstap tussen verschillende vervoerders de prijs niet meer opdrijft.
-
Reiziger centraal bij betaalmethoden. Reizigers hoeven bij het reizen met de trein alleen aan het begin van de reis in te checken en aan het eind van de reis uit te checken ongeacht of ze betalen met bankpas, OV-chipkaart of via een app. De reizigersonvriendelijke overstapzuilen verdwijnen uiterlijk in 2022.
-
Lagere BTW op OV. De ChristenUnie wil een zo veel mogelijk uniform BTW-tarief. Eén van de uitzonderingen hierop is het OV. Nederland volgt het voorbeeld van Duitsland en hanteert het lage BTW tarief op binnenland OV vervoer.