Uit het stikstofmoeras

De stikstofcrisis verlamt ons land op allerlei vlakken. Inmiddels kunnen zelfs de broodnodige woningen niet meer worden gebouwd. Infrastructuur wordt niet aangelegd en de mogelijkheid om te ondernemen wordt beknot. De overheid heeft het recht op een dak boven het hoofd en een voortvarende vergunningverlening verwaarloosd. Daarom is het hoog tijd aan de slag te gaan met het verminderen van de stikstofuitstoot voor natuurherstel en eerlijke wetten voor rechtsherstel. Lees hier meer over onze standpunten betreft de stikstof.

Onze stikstof standpunten in het kort

  • We halveren de stikstofuitstoot in tien jaar (t.o.v. 2019) en sturen op échte emissiereductie i.p.v. onwerkbare depositieberekeningen.
  • Doelsturing in plaats van middelvoorschriften: per bedrijf een bindend doel, minder nadruk op opkoop en meer ruimte voor vakmanschap en innovatie.
  • Alle sectoren leveren een evenredige bijdrage; onderscheid tussen NOx (uit pijp/uitlaat) en NH3 (uit dieren) om vergunningverlening te versnellen.
  • Geborgde aanpak: reductie vooraf zekerstellen zodat vergunningen weer standhouden; rechtsherstel voor PAS‑melders.
  • Houdbare wetgeving: KDW blijft indicator, maar geen wettelijk stuurdoel; we werken naar een houdbare NOx‑bouwvrijstelling.
  • Integraal natuurherstel (niet alleen stikstof), in samenhang met klimaat, water en milieu.

De stikstofuitstoot wordt de komende tien jaar gehalveerd ten opzichte van 2019, zowel de uitstoot van stikstofoxiden in de mobiliteit en industrie als ammoniakuitstoot in de landbouw. Deze koers is nodig om Nederland uit de stikstofcrisis te halen en natuurherstel mogelijk te maken. Alle sectoren dragen naar rato bij. We stappen af van ingewikkelde berekeningen over waar stikstof precies terechtkomt en richten ons op het verminderen van de daadwerkelijke uitstoot.

Hoe wij de stikstofcrisis willen aanpakken
De stikstofcrisis is de vastgelopen vergunningverlening en de schade aan natuur door te hoge uitstoot van reactieve stikstof. Wij kiezen voor een praktische uitweg: emissies echt omlaag, sectorbreed en rechtvaardig; dan kan natuur herstellen en kan het bouwen weer door.

Ondernemers en dus ook boeren benaderen we vanuit vertrouwen in hun vakmanschap. Met deze benadering pakken we de stikstofcrisis aan zonder het vakmanschap van boeren te beknotten. Daarom stappen we zo veel mogelijk over van sturen op middelen naar sturen op doelen. Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds. Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven. De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.

Immers, met managementmaatregelen, slimme innovaties en een gunstige extensiveringsregeling in kwetsbare gebieden, zodat een bedrijf met minder vee uit kan, is aanzienlijke ammoniakreductie mogelijk. Er komt een agarische hoofdstructuur, waar ruimte blijft voor hoogproductieve landbouw, en overgangszones rond natuurgebieden, waarin sprake is van extensivering van veehouderij en landgebruik. Grondgebondenheid in de melkveehouderij is een randvoorwaarde en gaan we na decennia van discussie eindelijk wettelijk vastleggen.

Wat betekent doelsturing in de praktijk?

  • Per bedrijf een bindend doel, afgeleid van sector- en landelijke plafonds; de overheid ondersteunt met o.a. extensivering en omschakeling.
  • Minder nadruk op opkoop; meer ruimte voor management maatregelen en innovatie om ammoniak te reduceren.
  • Grondgebonden melkveehouderij wordt de norm – eindelijk wettelijk vastgelegd.

Bij alles wat we doen om uit het stikstofmoeras te komen is “borgen van de aanpak” het sleutelwoord. Met deze geborgde aanpak krijgen we Nederland stap voor stap uit de stikstofcrisis. Dit houdt in dat op voorhand duidelijk moet zijn dat beleid en maatregelen leiden tot een zekere reductie van schadelijke emissies, en daarmee bijdraagt aan natuurherstel. Dat is noodzakelijk om voorbij het additionaliteitsvereiste te komen. Pas dan komt vergunningverlening weer op gang en houden afgegeven vergunningen stand voor de rechter.Dat is dan ook de reden dat bij doelsturing op het boerenerf er altijd een stok achter de deur zal moeten staan, zodat de emissiereductie op voorhand geborgd is. Daarbij is het niet de bedoeling daadwerkelijk dierrechten te schrappen, wel om er zeker van te zijn dat er minder stikstof wordt uitgestoten en vergunningen weer kunnen worden verleend. Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie. Daartegenover staat dat er 5 miljard euro extra uitgetrokken wordt om boeren te helpen bij doelsturing, extensivering, omschakeling naar biologische landbouw, agrarisch natuurbeheer en natuurherstel

De stikstofproblematiek vraagt om duurzame mobiliteitsvormen. Het aantal vliegbewegingen in Nederland gaat naar beneden, ook de automobiliteit draagt bij. Industrieën met een hoge stikstofuitstoot krijgen, naast klimaatdoelen, bindende stikstofdoelen opgelegd. De regering maakt maatwerkafspraken met industriële piekbelasters. Ook worden er regionale stikstofbalansen opgesteld, zoals in Rijnmond en Chemelot, waar gebiedsspecifieke emissieplafonds gaan gelden. Industriële processen worden waar mogelijk verder geëlektrificeerd. In alle sectoren geldt dat aantoonbare stikstofreductie moet leiden tot vergunningverlening. In het stikstofbeleid gaan we daarom onderscheid maken tussen stikstofoxiden uit de pijp of uitlaat (NOx) en ammoniak uit dieren (NH3). Op die manier kan vergunningverlening voor bijvoorbeeld woningbouw en de aanleg van elektriciteitsnetten versneld worden. De relatief snelle daling van de uitstoot van stikstofoxiden van de laatste jaren biedt, in combinatie met een krachtige geborgde stikstofreductieaanpak, bovendien de ruimte om opnieuw een bouwvrijstelling in te voeren. Daarnaast zorgt het onderscheiden van NOx en NH3 in het beleid voor bescherming van boerenbedrijven tegen de jacht naar stikstofruimte door grote spelers als Schiphol en Rijkswaterstaat. Zo blijven boeren beschermd terwijl we voortgang boeken in de stikstofcrisis.

Stikstofwetgeving moet in de praktijk werkbaar zijn. Sturen op neerslag van stikstof in de natuur (depositie) is onwerkbaar gebleken. Het herleiden van depositiewaardes naar bedrijven is immers uiterst ingewikkeld en onzeker. Daarom moeten er landelijke, sectorale en uiteindelijk bedrijfsspecifieke emissienormen worden vastgelegd. Natuurlijk geldt de kritische depositiewaarde nog als indicator van de staat van de natuur, maar als wettelijk doel om op te sturen is de KDW onverstandig gebleken. Op deze manier creëren we handelingsperspectief. Om de bouw van woningen en wegen los te trekken voeren we een houdbare NOx-bouwvrijstelling in. Dit alles gaat samen met ambitieus emissiereductiebeleid. Alle sectoren leveren aantoonbare reducties, zodat we stap voor stap uit de stikstofcrisis komen.

Door onverantwoord stikstofbeleid van de overheid beschikken veel (voornamelijk) boerenbedrijven die PAS-melder zijn niet over de juiste vergunningen. We zetten alles op alles om deze groep ondernemers te legaliseren met een natuurvergunning. Zo moeten de provincies gebiedsgericht met voorrang vrijgekomen stikstofruimte ter beschikking stellen aan deze ondernemers. Met gebiedsgerichte inzet ontstaat zichtbare voortgang in de stikstofcrisis, juist voor deze ondernemers. Daarvoor moet wel voldaan worden aan het additionaliteitsvereiste. Legalisering kan daarom niet losstaan van op natuurherstel gerichte maatregelen in combinatie met een geborgd emissiereductieplan. PAS-melders met een lage impact op de natuur worden via een versnelde, eenvoudige procedure gelegaliseerd. Op Europees niveau wordt ingezet op het hanteren van realistische referentiedata voor de staat van de natuur.

Soms lijkt het alsof stikstof het enige probleem is voor de natuur. Dat is niet zo. Beleid om Nederland van het slot te krijgen, moet zich daarom niet eenzijdig richten op stikstofreductie maar integraal op natuurherstel en -ontwikkeling in samenhang met klimaat-, water- en milieubeleid. Zoals een nieuwe rentmeester zorgt voor hetgeen hem is toevertrouwd.

Wat bedoelt de ChristenUnie met ‘uit het stikstofmoeras’?
We doorbreken de stikstofcrisis met echte emissiereductie, geborgde aanpak en houdbare wetgeving. Zo komen vergunningen weer los en herstellen we natuur en rechtszekerheid.

Draagt elke sector bij?
Ja. Landbouw, mobiliteit, luchtvaart en industrie leveren allemaal een evenredige bijdrage; we maken onderscheid tussen NOx en NH3 om gerichter te sturen en vergunningverlening te versnellen.

Wat is ‘doelsturing’ voor boeren?
Geen stapels middelvoorschriften, maar een bindend bedrijfsspecifiek doel, met ondersteuning bij extensivering en innovatie; minder nadruk op opkoop.

Hoe kijkt de ChristenUnie naar KDW en wetgeving?
De KDW blijft indicator voor de staat van de natuur, maar geen wettelijk stuurdoel; we willen landelijke/sectorale/bedrijfsspecifieke emissienormen en een houdbare NOx‑bouwvrijstelling.

Wat betekent ‘rechtsherstel voor PAS‑melders’?
Legaliseer waar mogelijk via een versnelde, eenvoudige procedure (bij lage impact), met natuurherstel en geborgde reductie als voorwaarden; provincies stellen vrijgekomen ruimte met voorrang beschikbaar.

Pieter Grinwis, Mirjam Bikker, Don Ceder

Opstaan voor een overheid die verbindt

Omdat wij geloven in een regering die opstaat voor het goede. Die niet gaat voor wat makkelijk of populair is, maar voor wat juist is. Gedreven door ons geloof, bouwen we aan wat standhoudt.

Wat jij kan doen

Sta op
en doneer

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Nu doneren

Sta op en
word lid

Dankzij zo’n 24.000 ChristenUnie-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, impact maken in de politiek. En jij kan bijdragen hieraan.

Ik wil lid worden

Sta op en
werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.

Word vrijwilliger