Begin april was ik met een delegatie Kamerleden in Oekraïne. Het was een indrukwekkende reis waarin we het gesprek hebben kunnen voeren met verschillende overheden, parlementariërs, ngo’s en bewoners van getroffen gebieden. We spraken over de oorlog, de huidige situatie in Oekraïne en de vooruitzichten.
Ook konden we zien hoe er momenteel ook aan herstel wordt gewerkt en wordt nagedacht over een tijd na de oorlog. Want die dag zal ooit komen.
Omdat het luchtruim in Oekraïne gesloten is, zijn wij via Polen en de trein het land binnengekomen. De spanning aan de Poolse grens was voelbaar. Er stonden mensen bij het station die of met spanning aan het wachten waren op mensen uit Oekraïne, of juist net afscheid aan het nemen waren van mensen die Oekraïne weer binnengingen. Een emotioneel moment waarop je je eens te meer realiseert dat de grens van de EU met een land in oorlog veel dichter is dan dat wij ons in Nederland realiseren. We hadden inmiddels ook al het Oekraïens luchtalarm op de telefoon, en deze ging geregeld af. Dat betekent dat elke keer als het alarm afgaat, Oekraïense burgers dekking moeten zoeken omdat er rakketten vanuit Rusland afgevuurd worden richting Oekraïense doelwitten.
Eenmaal aangekomen in de hoofdstad Kiev voerden we verschillende gesprekken en ontmoetten vele mensen. Na een veiligheidsbriefing zaten we onder andere met de ondervoorzitter van het Oekraïens Parlement en de commissie Europese Zaken en de commissie Defensie en Veiligheid. Daar werd ingegaan op de oorlog, de hervormingen in het land en de staat van het land 2 jaar na de Russische inval. https://www.rada.gov.ua/en/news/News/248049.html
Overal waar we kwamen was de boodschap urgent en eensluidend: Oekraïne heeft echt meer militaire steun en materieel nodig. Qua munitie heeft Rusland momenteel veel meer dan Oekraïne, mede door leveranciers als bijvoorbeeld Noord-Korea. De luchtafweersystemen die er zijn doen wat ze kunnen en hebben veel mensen kunnen beschermen, maar deze zijn er niet overal en helaas richten de Russische rakketten wel schade aan en maken geregeld burgerslachtoffers.
Vanwege de schaarste van deze afweersystemen ontstaat er ook een politieke discussie over waar ze juist wel neergezet moeten worden en waar niet. Alle Oekraïense burgers hebben bescherming nodig, maar helaas is er momenteel niet genoeg materieel om alle grote steden even goed te beschermen. Ook liep er toen wij er waren een stevige politieke discussie over wijziging vn de mobilisatiewet en of de mobilisatieplicht voor het leger niet verlaagd zou moeten worden van 27 jaar naar 25 jaar.
Het leidt tot hartverscheurende gesprekken, zoveel is duidelijk. En de pijn dat deze mobilisatieplicht überhaupt ingevoerd moet worden, wordt zwaar gevoeld. Als het Westen Oekraïne blijft ondersteunen, zijn de Oekraïners ervan overtuigd dat het land stand kan houden. Daarnaast benadrukt men meerdere malen dat het steunen van Oekraïne ook in het belang is van de andere Europese landen, waaronder Nederland. Rusland heeft namelijk op meerdere momenten aangegeven dat Oekraïne niet het einddoel is. Ook landen binnen de EU zijn meermaals bedreigd met een invasie. Op de Russische tv worden inmiddels kaarten getoond waarop nieuwe landsgrenzen zijn getrokken, die dwars door huidige grenzen met EU- en NAVO landen gaan. Oekraïne met genoeg middelen steunen om zich tegen de Russische agressie te weren heeft daarom ook voor Nederland een strategisch belang.
In het straatbeeld van Kiev is een vreemde dualiteit te merken. Het leven lijkt door te gaan en met het doorgebroken lenteweer heerst er ogenschijnlijk zelfs een vredige sfeer. Maar zodra het luchtalarm afgaat wordt iedereen weer wakker geschud door de realiteit: het land is in oorlog. Rond de stad en in de omgeving zijn ook luchtafweersystemen en terwijl we door de stad lopen zien we de restanten van raketten, uitgebrande tanks en auto’s.
Overal waar we heengaan is de boodschap helder: allereerst is er dankbaarheid voor de rol die Nederland heeft gespeeld de afgelopen twee jaar. Maar daarop volgt steevast een urgente boodschap: het is nog niet genoeg.
Buiten de stad bezochten we de kritische energie infrastructuur. De energievoorzieningen zijn de afgelopen tijd specifiek doelwit geweest, waardoor de energiecapaciteit onder grote druk kwam te staan. De Oekraïense elektriciteitsimport bereikte eind maart tevens een recordhoogte nadat een reeks Russische raketaanvallen op kritieke infrastructuur in veel delen van het land stroomuitval veroorzaakte. Het repareren van de infrastructuur vormt een grote uitdaging voor het land, vooral met de winter in aantocht.
De moed van de medewerkers bij de energiecentrale is groot. Bij een raketaanval of luchtalarm moeten er een aantal medewerkers in het gebouw blijven om de situatie stabiel te houden en te voorkomen dat er een enorme ramp ontstaat. Het enige wat deze medewerkers hebben ter bescherming is een kleine bunker, terwijl ze met gevaar voor eigen leven de kritische infrastructuur overeind proberen te houden.
We zijn langsgegaan bij organisatie HALO, die zich al bezighoudt met het ontmijnen van gebieden die in de afgelopen twee jaar ‘ingezaaid’ zijn. Al deze mijnen zorgen voor onleefbare gebieden, vernielde landbouwgrond en bovenal voor burgerslachtoffers. Doormiddel van expertise in binnen- en buitenland kunnen ze, tevens met behulp van special drones, gebied voor gebied uitkammen en klaarmaken voor een wederom vredige toekomst.
De meest bijzondere ontmoeting was voor mij in Cherniv. Deze stad grenst aan Belarus en Rusland, en lag twee jaar geleden op de route van Russische tanks die Kiev probeerden te bereiken. De Oblast Cherniv werd uiteindelijk gedeeltelijk omsingeld. De gevolgen van de forse gevechten zijn nog steeds te zien door de stad. Daarbij zijn veel woningen kapotgeschoten en families uit elkaar gescheurd.
Daarom was het extra bijzonder om aanwezig te mogen zijn bij de sleuteloverdracht van nieuw opgeleverde woningen aan ouderen die hun woningen kwijt waren geraakt en al twee jaar in containers woonden. https://lc.nl/buitenland/Nieuwe-huizen-voor-inwoners-verwoest-Oekraïens-dorp-28979511.html
Deze woningen worden door Open Door Ukraine gebouwd en mede dankzij vele Nederlandse sponsors konden deze in deze week worden opgeleverd. Daarna bezochten we het stadstheater, dat getroffen werd door een raketaanslag en inmiddels weer werd gerestaureerd. Het waren al met al ontroerende momenten, juist omdat je doorhebt dat je ook juist tijdens een oorlog al moet nadenken over de opbouw van de gemeenschap en het herstel van de stad.
We keren terug naar Polen. Ik overdenk alle gesprekken die we gevoerd hebben afgelopen dagen. Het gevoel van urgentie is misschien wel het meest indrukwekkende wat blijft hangen. Dit wordt opnieuw bevestigd door het nieuws dat ik bij aankomst thuis: inmiddels is officieel bekend is dat de Oekraïense mobilisatieplicht voor het leger inderdaad van 27 jaar naar 25 jaar gaat.
Hoe nu verder? Een aantal conclusies van mijn kant:
Boven alles bid ik voor spoedig herstel van vrede en behoud van de vrijheid van het Oekraïense volk.