Bijdrage Roel Kuiper aan de Algemene Politieke Beschouwingen - Succesvolle strijd tegen wegkijken en ondermijning begint met gezonde cultuur

Roel Kuiper - lopend Binnenhof
Roel Kuiper 2018 - Foto: Anne Paul Roukema
Door Roel Kuiper op 30 oktober 2018 om 16:47

Bijdrage Roel Kuiper aan de Algemene Politieke Beschouwingen - Succesvolle strijd tegen wegkijken en ondermijning begint met gezonde cultuur

Vandaag houdt de Eerste Kamer haar Algemene Politieke Beschouwingen, mijn laatste als fractievoorzitter. In mijn bijdrage keek ik naar drie schermen. Naar het scherm van onze welvaart, die zo veel meer is dan een goed draaiende economie. Naar een tweede scherm waar zich een niets ontziende aanval afspeelt op het openbaar bestuur en de rechtsstaat. En op een derde scherm keek ik naar de gevaren die onze democratie bedreigen. Hieronder kunt u mijn hele bijdrage nalezen.

Voorzitter,

Het gaat ons economisch weer voor de wind en dat is iets om dankbaar voor te zijn na moeilijke jaren. De boodschap die het kabinet met Prinsjesdag meegaf luidde evenwel: het gaat goed met Nederland, maar reken op donkere wolken aan de horizon. De internationale situatie is allerminst kalm, escalerende conflicten kunnen voor ernstige verstoringen zorgen. Wie door de lens van de begroting en miljoenennota kijkt, ziet daarom een dubbel beeld: tevredenheid en onzekerheid.   

Bij deze algemene politieke beschouwingen is het goed de bredere context te overwegen. Nederland is meer dan een economie die moet draaien. Er doen zich grote uitdagingen voor op het gebied van klimaatverandering, digitalisering, de ontwikkeling van sociaal en menselijk kapitaal. In internationaal verband is Nederland daarom een van de landen die zich inzet voor een breder welvaartsbegrip en voor de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen die door de VN zijn aanvaard. Dat is een goede zaak die de steun heeft van deze Kamer. Inmiddels wordt er gewerkt aan een monitor brede welvaart bij de planbureaus, die jaarlijks gaan rapporteren, mede op voorspraak van de leden Ester en Sent.

Ook de Raad van State stelt dit brede welvaartsbegrip centraal in zijn advies bij de Rijksbegroting en stelt de vraag of onze samenleving sterk genoeg is om onze welvaart ook in de toekomst te verzekeren. De Raad wijst op politieke en maatschappelijke fragmentatie, verscherpende scheidslijnen tussen hoger en lager opgeleiden, een nieuwe verzuiling als het ware wanneer er ‘bubbels van gelijkgestemden’ ontstaan. De Raad daagt het kabinet uit ‘meer te doen dan waar de plannen blijk van geven’ en om ‘nieuwe invalshoeken niet te schuwen’. Daarbij vraagt de Raad zich af of het overheidsinstrumentarium van de overheid op de nieuwe uitdagingen berekend is.

Voorzitter, het kabinet vat dit advies op als steun voor wat het al doet, maar blijft op de vlakte bijvoorbeeld als het gaat om de concrete aanbeveling de Miljoenennota jaarlijks te gebruiken voor een toekomstgerichte beschouwing over het dichterbij brengen van de bedoelde doelstellingen. Mijn fractie nodigt de MP uit tot een reactie op het advies van de Raad van State en de politieke en maatschappelijke uitdagingen die daarin worden aangewezen. Hoe is het kabinet bezig de door ons omarmde internationale opdracht om de duurzame ontwikkelingsdoelen te implementeren? Vraagt deze implementatie, die vaak intersectoraal en ook internationaal moet plaatsvinden, een andere werkwijze van de overheid of in elk geval ‘nieuwe invalshoeken’? Kan de WRR gevraagd worden een reflectie te geven op de inrichting van het regeringsbeleid in het licht van de duurzame ontwikkelingsdoelen?  

Voorzitter, veel burgers maken zich zorgen over de samenleving en het handelingsvermogen van de overheid. Eén van de aanjagers hiervan is de gebrekkige handhaving van wetten en regels, zichtbaar op tal van gebieden. Ik wil hier tijdens deze APB een punt van maken. Al te regelmatig zijn er voorbeelden van laksheid of onoplettendheid bij de NVWA, het UWV of andere diensten. De overheid heeft sinds de jaren ’80 kerntaken als het gaat om handhaving en toezicht op afstand gezet of verkleind. Dat moeten we nu in veel opzichten bezuren. Er ontstaat een cultuur waarin burgers en bedrijven de mazen van de wet opzoeken en hun gang kunnen gaan. Dat doet het vertrouwen in de publieke zaak en ons politieke systeem geen goed en evenmin een betrouwbare en hoogwaardige uitvoering van tal van werkzaamheden.

In een complexe samenleving met veel grote en kleine belangen is het nodig te reguleren en ook scherp te handhaven. Maar juist bij de diensten die dat moeten doen is er hervormd, bezuinigd en is de werkdruk hoog. De Rijksinspecties zijn in aantal verminderd en veel personeel is afgevloeid. Er moest een Compacte Rijksdienst komen en de toezichtslast voor burgers en bedrijven moest zo minimaal mogelijk. Maar wat schieten we er als samenleving mee op als de capaciteit niet toereikend is, er veel over het hoofd of door de vingers wordt gezien, als steekproefsgewijze controle de normalisering van wetsovertreding in de hand werkt? Wat mijn fractie betreft wordt het tijd voor een andere aanpak en nieuwe toezichtvisie die de huidige tekorten in de handhaving oplost. Welke initiatieven zijn hierin van de regering te verwachten?

Voorzitter, het stemt tevreden wanneer macro-economische cijfers zich gunstig ontwikkelen, maar burgers zien ook een tweede en een derde scherm. Op het tweede scherm speelt zich een niets ontziende  aanval op het openbaar bestuur en de rechtsstaat af. Ik spreek over de onderwereld van de drugscriminaliteit die op heel wat plaatsen de samenleving diep binnen weet te dringen. Woonwijken worden letterlijk vergiftigd, liquidaties en geweldsdreigingen horen bij het dagelijkse nieuws, ferme burgemeesters en ambtenaren worden bedreigd. Nederlandse illegale drugslaboratoria zouden jaarlijks € 19 miljard aan omzet boeken alleen al met de productie van synthetische drugs. In Eindhoven gaat een groter bedrag om in het drugscircuit dan er op de begroting van de gemeente staat. Het treurige is dat er maar weinig vooruitgang wordt geboekt in de strijd hiertegen. De drugsbestrijding zit ‘op dood spoor’, zei de Amsterdamse hoofdcommissaris Aalbersberg begin dit jaar. 

Voorzitter, het verband tussen deze uit de hand lopende criminaliteit en ons drugstolerante cultuurklimaat moet hierbij benoemd worden. Er zou zich niet zo’n gigantisch productieapparaat hebben kunnen vestigen, als wij niet het gebruik van drugs als min of meer onschuldig onderdeel zien van onze lifestyle en uitgaansindustrie. Dat is het allang niet meer. Artsen slaan alarm. Mensen slikken pillen zonder te weten wat er in zit. Op de spoedeisende hulp in grote steden komen dagelijkse ernstige gevallen van drugsconsumptie binnen. Op de Erasmusuniversiteit gebruikt de helft van alle studenten drugs, vooral synthetische, zo blijkt uit eigen onderzoek - de rector was er verlegen mee in zijn commentaar. Wat betekenen vrome woorden over preventie op het gebied van alcohol en roken als we dit laten gebeuren? We vergunnen de afzetmarkten zelf, formuleerde de Brabantse Commissaris van de Koning Van de Donk onlangs, onder verwijzing naar festivals waar voor € 3,50 een pil te koop is. We mogen het niet normaal gaan vinden als drogeerpraktijken onze feestjes moeten opleuken en we jongeren ten onder laten gaan in een cultuur van zelfbeschadiging.   

Voorzitter, de ondermijning van de rechtsstaat en de openbare orde ondermijnen ook het vertrouwen in ons politieke systeem. De overheid is er om veiligheid en openbare orde te handhaven. Gebeurt dit niet of onvoldoende, wordt het handelingsvermogen van de overheid betwijfeld, dan komt haar gezag in geding. Beelden van burgemeesters op een bordes die de morele steun van burgers krijgen zijn enerzijds hartverwarmend, maar ook intriest en on-Nederlands. Drie jaar geleden heb ik precies ditzelfde thema aangesneden bij de APB. Inmiddels zijn de verschijnselen van voortwoekerende drugscriminaliteit nog verontrustender en uiten tal van autoriteiten zich bezorgder. Er is een Taskforce en er komt incidenteel € 100 miljoen bij, het regeerakkoord vermeldt daarmee een goede inzet, maar wat telt is het resultaat. Hoe verder? Graag ontvang ik hier een precies antwoord op van de minister-president.

Bij alle vrees voor de conditie van onze samenleving voegt zich de vrees dat onze democratie als zodanig in gevaar is. Dat is het derde scherm waar we met elkaar naar kijken. Maatschappelijke fragmentatie uit zich ook in afnemend politiek vertrouwen of in politieke onwelwillendheid. Er verschijnen tegenwoordig serieuze analyses over de ‘ontmanteling van de democratie’ of over de manier waarop deze kan ‘eindigen’. De opkomst van een nieuwe type leider, waarvoor president Trump of president Erdogan symbool staan, is de aanleiding voor deze vrees, maar ook uitingen van intolerantie in de samenleving. Autocratisch leiderschap schijnt ook onder jongeren in het westen geen vreemd denkbeeld te zijn.

Wat deze analyses duidelijk maken is dat niet zozeer de vorm van de democratie worden aangetast, maar de cultuur die deze moet dragen. Dat is een cultuur die gestoeld is op waarden als respect, naastenliefde, zorg en barmhartigheid. Dat is een cultuur die het recht hoog houdt, als weerspiegeling van diepere opvattingen over gerechtigheid en menselijke waardigheid. Ik weet dat in een democratie het waarheidsperspectief van de een niet kan prevaleren boven dat van de ander. Maar dat betekent niet dat we er niet over moeten praten. Het parlement is de plaats om de dialoog te voeren over wat werkelijk goed en recht is. Anders wordt het waar wat Johan Huizinga ooit schreef over een samenleving in verval waar de motoren nog kunnen draaien en de vlaggen wapperen, maar waar de geest verdwenen is.

Voorzitter, dit zijn mijn laatste Algemene Politieke Beschouwingen als fractievoorzitter in dit huis. Ik heb hier willen staan als vertegenwoordiger van een partij die er van overtuigd is dat het mens- en wereldbeeld van het christelijk geloof ertoe doet in een politiek bestel. Sterker nog, ik ben er van overtuigd dat vitale waarden van onze democratie onder meer gevoed worden door het christendom. Onze democratie kent morele ankerpunten zonder welke ze niet goed kan bestaan. Door de erkenning van de geloofs- en gewetensvrijheid die een erkenning inhoudt van de persoonlijke sfeer van vrijheid en verantwoordelijkheid is de basis gelegd voor tal van andere constitutionele vrijheidsrechten. Die rechten wortelen in een cultuur van respect, acceptatie, tolerantie, welwillendheid. Deze bouwen een samenleving waarin het erom gaat mensen tot hun recht te laten komen als individu en in hun levensverbanden. Deze morele ankerpunten staan onder druk als er een cultuur groeit van intolerantie, bedreiging en minachting, het wegwensen van anderen.

Voorzitter, met mij zien velen de maatschappelijke polarisatie, het verbale geweld, het gebrek aan respect en welwillendheid met lede ogen aan. Het brengt onze samenleving en democratische rechtsorde in onzeker vaarwater. Ik zie ook met lede ogen aan dat de christelijke geloofscultuur die onze publieke waarden voedt, verkruimelt en verschrompelt. Er zijn velen met mij, binnen maar ook buiten mijn partij, die dit betreuren en voor wie dit een bron van zorg en vrees is met het oog op het welzijn van onze samenleving. Die cultuur is geestelijk kapitaal van onze beschaving en ook van ons politieke systeem. Als de dag komt dat dit kapitaal verbruikt is en de geest definitief geweken, is ook de democratie ernstig in gevaar.  

Ik roep het kabinet op daadwerkelijk hoeder te zijn van onze rechtsstaat en democratie en wens het de vrijmoedigheid om daarbij te spreken over wat moreel telt in onze samenleving. Ik wens u veel wijsheid en Gods zegen bij de uitoefening van uw taak.

Labels: