Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Nederlandse deelname aan vredesmissies

donderdag 06 oktober 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Koenders van Buitenlandse Zaken en minister Hennis-Plasschaert van Defensie

Onderwerp:   Nederlandse deelname aan vredesmissies

Kamerstuk:    29 521          

Datum:           6 oktober 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie steunt het mandaat van Sophia als het gaat om het ontwrichten van mensensmokkelaars, het trainen van de Libische kustwacht en het handhaven van het VN-wapenembargo. Met die doelstellingen is in principe niets mis. Wij zetten daarvoor een fregat, een helikopter en een force protection van 200 man in. Het is dus toch wel een serieuze missie, ook al duurt die niet heel lang: acht weken. Wij moeten afwachten of dat niet weer tot een mogelijke verlenging leidt. Waarschijnlijk niet, maar mijn vraag is: zit die verlenging er in na acht weken? Of zegt het kabinet: nee, het wordt echt acht weken, dan is het klaar en moet het schip weer terug?

Over het mandaat heeft de ChristenUnie geen twijfels. Het gaat meer over de uitvoering van deze missie, met name om wat er met de drenkelingen gebeurt. Dat maakt dat de ChristenUnie twijfelt over de steun voor deze missie. Als die drenkelingen daadwerkelijk worden opgepakt, waar gaan ze dan naartoe? Het kabinet verwijst naar rapporten waarin staat dat er in Libische gevangenissen martelingen en mishandelingen plaatsvinden. Het is dus voor ons cruciaal om te weten aan wie de drenkelingen worden overgedragen. In de brief staat op pagina 9 dat de drenkelingen in een veilige omgeving aan wal worden gebracht. Kan de Minister garanderen dat dit niet Libië zal zijn?

Op pagina 10 staat dat Sophia vooralsnog buiten de Libische wateren wordt uitgevoerd. Mij viel het woord «vooralsnog» op. Wanneer is dat «vooralsnog» voorbij en wanneer gaat er dan alsnog in de Libische wateren getraind worden? Op pagina 7 staat dat in de derde fase van Sophia – ik kan niet precies overzien wanneer die derde fase ingaat – de missie ook in Libische wateren kan plaatsvinden, indien de Libische overheid toestemming geeft. Als dat gebeurt en ook ons schip drenkelingen tegenkomt, zijn wij dan verplicht om die drenkelingen over te dragen aan de Libische kustwacht, de Libische overheid of de autoriteiten in de havens aldaar? Over die drie punten in het rapport en de brief zou ik graag heldere antwoorden willen krijgen, want die punten zijn cruciaal voor onze steun aan deze missie.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug