Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over het mislukken van de onderhandelingen inzake een nieuw pensioenakkoord

dinsdag 27 november 2018

Bijdrage Eppo Bruins aan een plenair debat met minister Rutte van Algemene Zaken en minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 32 043

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUnie wil een eerlijk en houdbaar pensioenstelsel voor iedereen, voor de huidige generatie ouderen maar ook voor komende generaties, want iedereen heeft recht op een goed pensioen, ook de jongeren van nu. Het vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel is de laatste jaren minder geworden. Lang kregen mensen te horen dat ze via de werkgever spaarden voor hun eigen pensioen, maar dat bleek net even anders te zitten. In Nederlandse bedrijfstakpensioenfondsen wordt nog altijd een doorsneepremie gehanteerd waarbij voor alle deelnemers aan de pensioenregeling sprake is van dezelfde premie en dezelfde opbouw, ondanks het feit dat de premies van jongeren veel langer kunnen renderen. Dat betekent dat jongeren dus een relatief lage opbouw ontvangen zodat zij meebetalen aan het pensioen van de ouderen. Wanneer de jongeren op hun beurt in het tweede deel van hun loopbaan zijn aanbeland, betalen de nieuwe jongeren weer mee aan hun pensioen. En dat gaat goed zolang de bevolkingssamenstelling niet verandert, maar met steeds meer ouderen die langer en gezonder leven en met steeds meer zzp'ers die niet bijdragen aan de gezamenlijke pensioenpot, is dat systeem niet houdbaar.

Het is daarom de hoogste tijd om dat pensioenstelsel aan te passen zodat het aansluit bij de omstandigheden. De huidige generatie werkenden heeft nu al meer pensioenlasten dan voorgaande generaties maar zal een lager pensioen krijgen dan de huidige ouderen. Die situatie wordt alleen maar nijpender en daarmee staat de solidariteit tussen generaties op het spel. Er is maar één verstandige weg: overgaan naar een stelsel waarbij je meer dan nu spaart voor je eigen pensioen zonder de voordelen van schaalgrootte en risicodeling te verliezen. In het regeerakkoord is dat opgeschreven en er is geen alternatief. Het is dan ook enorm teleurstellend dat het pensioenoverleg tussen werkgevers en werknemers na acht jaar praten is mislukt en dat de polder geen uitkomst biedt. Dat is uitermate slecht nieuws. Slecht nieuws voor ouderen, slecht nieuws voor jongeren en slecht nieuws voor ons land, dat de polder, dat werkgevers en werknemers elkaar niet gevonden hebben. Mijn vraag aan de minister-president: is hiermee de polder dan ten grave gedragen en, zo niet, welke rol kan het kabinet hebben om de vakbonden en de werkgevers weer aan tafel te krijgen? Is het waar dat er op het gebied van de pensioenen al in hoge mate overeenstemming was over het benodigde nieuwe stelsel en is het inderdaad vastgelopen op de aanpalende terreinen, op de extra wensen, de extra garanties? Ook de werkgevers hebben hun verantwoordelijkheid te nemen, want ik vind ze in het geheel eigenlijk vrij onzichtbaar. Wat is hun rol? Wat wilden zij niet waardoor het bod van het kabinet hoger moest worden?

Voorzitter. We zitten juist nu in een periode van hoogconjunctuur — de heer Asscher zei het al — en dit is het moment om een pensioenhervorming door te voeren. Of nog preciezer geformuleerd: het beste tijdstip ligt eigenlijk al achter ons. Dat was onder de periode van de ambtsvoorganger van de heer Koolmees, toen de rente nog hoger was. Maar blijkbaar kom je er met de polder niet uit totdat het bijna te laat is, totdat bijna die pensioenen gekort worden. Ik roep de bonden en de werkgevers op om geen management by crisis te doen maar om op tijd te reageren en weer aan tafel te gaan. Maar ik sluit ook niet uit dat de bonden hun handen hebben overspeeld omdat toekomstige meerderheden of toekomstige kabinetten, ook als ze misschien een meer linkse signatuur zouden hebben, niet zomaar een beter bod kunnen neerleggen zonder te spelen met vuur als het gaat om de houdbaarheid van de Nederlandse overheidsfinanciën. Want met de onzekerheid rond de brexit en de Italiaanse begroting, de afvlakkende financiële markten en het einde van het kwantitatieve verruimingsbeleid van de ECB is het niet ondenkbaar dat volgend jaar of het jaar daarna de financiële situatie minder gunstig is en dat pensioengerechtigden en toekomstige generaties de prijs moeten betalen omdat achteraf gezien het bod van dit kabinet beter was dan dat men ooit had kunnen dromen. Een aanbod too good to be true. Ik heb dan ook maar een vraag aan de minister-president: hoe verder vanaf hier, wat gaat het kabinet doen nu de polder niet levert?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins.

Meer informatie

« Terug