Overleg over de Turske dienstplicht

donderdag 04 oktober 2007

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie kan zich
goed voorstellen dat de Nederlandse Turken of Turkse Nederlanders hier
in een lastig parket zitten. De Nederlandse regering stelt ze voor de keus:
of hun identiteit of paspoort opgeven of gewoon voldoen aan de voorwaarden
van de Turkse regering. Tegelijkertijd is het voor Nederlandse
Turken niet gemakkelijk om er afstand van te doen. Dat zit juridisch schijnbaar
lastig in elkaar. De consequentie is dat ze die ruim € 5000 moeten
betalen en drie weken in Turkije vastzitten. Maar goed, dat is dan het
gevolg van het feit dat men twee paspoorten wil behouden, met alle voorzieningen
die er bij horen. Wat ons betreft zou dan ook toegewerkt
moeten worden naar het afschaffen van twee nationaliteiten, maar dan
moet het wel mogelijk worden gemaakt voor de Turken. Mijn fractie pleit
er in ieder geval voor een uitzonderingspositie te creëren voor de Nederlandse
Turken die nu in het Nederlandse beroepsleger zitten en werkzaam
zijn bij Defensie. Zij moeten gelijkelijk worden behandeld als hun
collega’s. Het kan toch niet zo zijn dat mensen die hier in het leger zitten
en tegelijkertijd reservist zijn namens Turkije. Dat leidt ongetwijfeld tot
spanningen. Ons pleidooi richting de minister is dan ook om te kijken of
met de Turkse overheid of in NAVO-verband overeenstemming kan
worden bereikt om in ieder geval een uitzondering te maken voor de
mensen die in het Nederlandse beroepsleger zitten. Dat zou ook in lijn zijn
met de regeling voor dienstplichtigen zoals wij die hier in het verleden
hadden.

Tegelijkertijd verzoeken wij de regering het daarheen te leiden – ik weet
dat er een wetsvoorstel van dit kabinet hierover richting de Kamer gaat –
dat het gemakkelijker wordt om van twee nationaliteiten af te geraken. In
de tussentijd roepen wij de minister van Buitenlandse Zaken op om met
zijn Turkse collega afspraken te maken om een en ander juridisch te
vereenvoudigen zodat dit proces versneld kan worden.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij onderkennen dat het ook een
probleem is. Wij willen er graag ook opheldering over. Daarvoor is het van
belang dat wij eerst een brief krijgen van de minister van Defensie. Er
moet dus eerst informatie over worden gewisseld. Dat neemt niet weg dat
wij nu spreken over de Turkse dienstplicht en dat wij allemaal tot twaalf
uur vanmiddag de tijd hiervoor hebben; daarom vind ik dat wij dit algemeen
overleg moeten afmaken. Wij moeten verder de brief rustig
afwachten. In de procedurevergadering van de vaste commissie voor
Defensie kan dan worden bezien of er alsnog een apart AO aan moet
worden gewijd.

« Terug