Bijdrage Joel Voordewind Debat JSF

donderdag 30 oktober 2008

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De aanleiding van dit debat vormt de uitzending van het tv-programma Reporter van 7 september 2008. Daarin wordt de regering ervan beschuldigd in de gevolgde procedure rond de aanschaf van de opvolger van de F16 onzorgvuldig te hebben gehandeld en de Kamer bewust onjuist te hebben geïnformeerd. Dit zou wijzen op een vooringenomen houding. De keuze voor de JSF zou zijn gemaakt op basis van oneigenlijke argumenten. Er zou nooit serieus naar andere kandidaten zijn gekeken. Dit zijn zware beschuldigingen die niet zomaar in de lucht kunnen blijven hangen. Om die reden is het dan ook goed dat wij vandaag dit debat voeren.

De ChristenUnie-fractie ziet op basis van de beschikbare informatie geen aanleiding om de zorgvuldigheid van de procedure voor de kandidatenevaluatie in twijfel te trekken. Er zijn zes toestellen bij de evaluatie betrokken geweest. Uiteindelijk zijn niet al deze varianten daadwerkelijk ontwikkeld of bestaat er nog steeds onzekerheid over. Daarmee werd destijds terecht al rekening gehouden. Bovendien is de evaluatie door een breed werkverband binnen Defensie gevalideerd en zijn ook het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Financiën bij de hele procedure betrokken geweest. Ook wat de berekening van de omzet in de ontwikkelingsfase betreft, ziet de fractie van ChristenUnie geen reden om aan de oprechte intenties van de regering te twijfelen en blijft de inzet van 800 mln. omzet in tien jaar van de ontwikkelingsfase staan.

De ChristenUnie-fractie heeft toch een aantal vragen. In de brief aan de Kamer van 26 september jongstleden schrijven de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Defensie dat de stealthtechnologie een doorslaggevend onderscheid betekende ten gunste van de JSF. De fractie van de ChristenUnie volgt deze redenering, ware het niet dat de ontwikkeling van de stealth onderhevig is aan kritiek. Zo zou de JSF als stealthvliegtuig niet volledig onzichtbaar zijn voor de radar, maar slechts minder zichtbaar. Bovendien zou het begrip "stealth" niet genoemd zijn in het ontwerpbasisdocument. In zijn notitie wekt de heer De Winter de suggestie dat dit later wel eens zou kunnen zijn toegevoegd als voorwaarde, wetende dat op dit punt geen concurrentie voor de JSF bestaat. Ik vraag de staatssecretaris hierover opheldering.

Ik maak nog enkele opmerkingen in verband met de huidige situatie.

De heer Pechtold (D66):

Met dat stealth is het heel ingewikkeld voordat je met een radar iets kunt waarnemen, maar wat als je dat ding gewoon kunt horen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daarop zal ik in mijn slotbetoog nog terugkomen.

De heer Pechtold (D66):

De heer Voordewind vindt dus wel dat geluid dadelijk bij de kandidatenvergelijking een rol moet spelen. Ze hebben mij stealth uitgelegd, maar als ik dat ding al over de Wadden hoor aankomen, dan denk ik dat die Taliban denken: eventjes onderduiken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan moet hij iets lager vliegen, denk ik, maar dat element vinden wij ook belangrijk. Ik zal daarop terugkomen aan het slot van mijn betoog.

De Italiaanse regering heeft onlangs laten weten af te zien van de testfase van het JSF-project. De staatssecretaris stelt in zijn brief dat dit geen financiële gevolgen heeft voor de Nederlandse deelname aan het project. Kan de staatssecretaris nader ingaan op het uitstappen van de Italianen? Heeft dit wellicht andere dan financiële gevolgen, misschien wel positieve gevolgen voor de business case voor het Nederlandse bedrijfsleven? Ook wat de deelname van het Verenigd Koninkrijk betreft, zijn er aanwijzingen dat er meer aan de hand is dan alleen speculatie. Dit zou wel eens grotere consequenties kunnen hebben, aangezien het Verenigd Koninkrijk een grotere rol speelt in het JSF-programma. Zelfs de Engelse minister van Defensie laat zich nu in de Sunday Times gereserveerd uit over de deelname aan de JSF. Maakt de staatssecretaris zich daar met mij zorgen over?

Israël heeft een order voor 25 vliegtuigen geplaatst voor een bedrag van 10,8 mld. Deze stukprijs is veel hoger. Kan de staatssecretaris ingaan op de vraag of dit verschil in stukprijs voor Nederland en Israël wordt verklaard uit het feit dat de prijs lager wordt doordat Nederland royalty's van kopers zal ontvangen en een vrijstelling heeft door de deelname aan de SDD-fase?

Afgelopen september heeft Saab Gripen zijn toestel gepresenteerd aan de vaste commissie voor Defensie. Deze bijeenkomst maakte duidelijk dat het Zweedse Saab de kandidatenvergelijking heel serieus neemt. Op het moment van spreken zijn alle vragen beantwoord die bij de vergelijking van Defensie zijn gesteld. De fractie van de ChristenUnie hecht er wel aan dat de kandidatenvergelijking correct verloopt en de kandidaten gelijke kansen hebben, mede omdat naast Noorwegen verschillende landen vergaande interesse tonen in het next generationproject. Om die reden vraag ik de staatssecretaris welke mogelijkheden er nog zijn binnen de lopende JSF-procedure om de Zweedse kandidaat extra tijd te gunnen om de business case op orde te krijgen, waarvoor 5 november de deadline is, en om de simulatie aan te passen aan de Nederlandse wensen.

Ten slotte vraag ik inderdaad om opheldering over het lawaai. Hoe kan het dat lawaai in de kandidatenvergelijking in 1999 wel was opgenomen als criterium en nu niet meer? Graag hoor ik hierop een degelijk antwoord van de minister.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik neem aan dat de heer Voordewind ook hecht aan zorgvuldige besluitvorming. Wij staan aan de vooravond van een besluit om voor bijna 300 mln. twee testvliegtuigen te kopen en dat zullen JSF-vliegtuigen zijn. Bent u bereid -- ik hoop het niet -- om dat bedrag te investeren in twee testvliegtuigen en daarna nog voor een andere kandidaat te kiezen? Vindt u dat niet met mij het over de balk gooien van belastinggeld?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij krijgen eerst de kandidatenvergelijking en daarna gaan wij een besluit nemen over de aanschaf van testvliegtuigen. Mijn fractie hecht daar enorm veel waarde aan. Daarom heb ik een aantal vragen gesteld over een heel goede kandidatenvergelijking, zodat de Kamer die informatie tot zich kan nemen en daarna een besluit kan nemen over de testvliegtuigen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Wat is dan nog de relevantie van het uitstellen van het uiteindelijke besluit? Wij zijn met elkaar bezig met een procedure waarbij wij stap voor stap naar de JSF worden gerommeld, terwijl wij elkaar wijs maken dat wij daarop terug kunnen komen. Waarom zouden wij 300 mln. steken in JSF-testvliegtuigen en daarna nog een jaartje gaan piekeren of wij dat vliegtuig eigenlijk wel willen? Vindt u dat niet met mij een onzorgvuldige besluitvormingsprocedure, waarbij geld over de balk wordt gesmeten?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb gepleit voor het presenteren van een degelijke kandidatenvergelijking aan de Kamer. Daar hecht mijn fractie enorm veel waarde aan. Pas daarna komen wij tot een besluit over de aanschaf van testvliegtuigen. Ik wil het in die volgorde laten.

 

 

« Terug