Bijdrage Joël Voordewind plenair Wet Kinderombudsman

woensdag 21 april 2010

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de initiatiefneemster van dit wetsvoorstel voor de beantwoording in eerste termijn. Ook dank aan de minister voor zijn adviezen aan de Kamer. Door de beantwoording is mij een aantal zaken duidelijker geworden. Er is echter ook nog een aantal zaken waarover ik vragen heb aan de indienster. Ik zal pas na de beantwoording van de vragen een definitief standpunt innemen over het initiatiefwetsvoorstel, waarbij ik vooraf graag zeg dat ik er zeer sympathiek tegenover sta. Een van mijn vragen gaat over de verplichting om de klachten in behandeling te nemen. De indienster hecht daar sterk aan, heb ik begrepen. Een dergelijke verplichting geldt niet voor klachten die worden neergelegd bij de Ombudsman.

In het debat ontstond enige verwarring over de vraag of een klachtenafhandeling bij die kinderombudsman altijd een last resort zou moeten zijn. Bij de Ombudsman is dat al het geval. Ik begrijp dat dit voor de minister ook nog niet helemaal duidelijk is. Kan de indienster bevestigen dat het altijd een last resort is? En kan de indienster nog eens toelichten waarom zij heeft gekozen voor de verplichting om elke klacht ook echt af te handelen? Ik heb zelf een amendement ingediend dat gaat over de verplichting om elke mondelinge klacht schriftelijk vast te leggen. Ik begrijp dat ook dit niet het geval is bij de Ombudsman. Als er klachten in behandeling worden genomen, wordt men verzocht die schriftelijk aan te melden. Vanwaar de verplichting om elke mondelinge klacht ook schriftelijk vast te leggen? Ik vraag dit met het oog op het voorkomen van een toename van administratieve lasten bij de kinderombudsman.

Mijn laatste punt betreft de financiën. Allereerst nog mijn dank voor het toesturen van het benchmarkrapport. Daar lees ik in dat de kosten op 2 mln. zouden kunnen uitkomen. Uit het rapport heb ik niet helemaal scherp kunnen krijgen of dat inclusief of exclusief de klachtenafhandeling is. Het is wat lastig zaken te vergelijken vanwege de verschillen in de takenpakketten in het buitenland, maar ik krijg toch nog graag een toelichting. Graag krijg ik een toelichting op het aantal fte’s. Binnen het instituut Ombudsman zijn nu negen fte’s gereserveerd voor de afhandeling van klachten van kinderen en jongeren. Zijn deze fte’s meegerekend in het totale voor de kinderombudsman benodigde aantal fte’s? In de eerste behandelingsronde van het initiatiefwetsvoorstel was er sprake van 20 fte’s. Is dat inclusief of exclusief die negen bestaande fte’s? Tot slot wil ik de indienster aanzetten om zich ervoor in te spannen dat een en ander zo veel als mogelijk wordt ingepast in het bestaande budget van de Ombudsman en daar de nodige ruimte te vinden. Ik begrijp dat de Ombudsman op dit moment 144 fte’s tot zijn beschikking heeft. Dat lijkt mij een vrij ruime bezetting. Bij voorkeur zien wij inpassing binnen het bestaande aantal fte’s. Ik krijg daar graag, als het enigszins kan, een toezegging op.

« Terug