Bijdrage Joël Voordewind plenair snel groeiend antisemitisme in Nederland

donderdag 24 juni 2010

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Mijn fractie is nooit zo heel enthousiast over spoeddebatten, maar vandaag zie ik de noodzaak, ook gezien de cijfers die wij vandaag van het CIDI hebben gekregen. In Amsterdam durven Joden zich niet meer met een keppeltje op straat te vertonen. Ik ben ook geschrokken van de beelden die mijn zoon mijn gisteren liet zien op YouTube. Hele scheldparades, maar ook doodwensen aan Joden, alles geregistreerd op YouTube. Mijn zoon vroeg mij dan ook hoe het kan dat dit allemaal op YouTube staat en dat dit allemaal zo maar kan worden gezegd. Ik geef die vraag dan maar gewoon door aan de minister; dat is het voordeel als je volksvertegenwoordiger bent. Hoe kan het dat deze jongeren dit soort verwensingen allemaal openlijk op YouTube kunnen zetten? Is het niet voer voor justitie om daar iets mee te doen?

Het is onacceptabel wanneer Joden niet meer in vrijheid hun geloof kunnen belijden en zich gedwongen weten om samen te komen in een gebedshuis dat niet als een synagoge herkenbaar is. Dit 65 jaar na de Jodenvervolging en de Holocaust van de Tweede Wereldoorlog. Het CIDI maakte de cijfers vandaag bekend. Ik zie net een beantwoording van de minister waarin weer andere cijfers worden bekendgemaakt. Daar zie ik een spanning in. In hoeverre zijn de cijfers die de minister vandaag hanteert, specifiek in het registreren van antisemitische uitingen? Worden antisemitische uitingen nog steeds door de politie geregistreerd? Wij kregen signalen dat dit niet het geval is. Ik weet dat het CIDI heeft geprobeerd om deze cijfers op te vragen bij de politie in Amsterdam en ze niet heeft gekregen. Wat is de stand van zaken op dat vlak?

Er is ook reden om aan te nemen dat het echte getal van antisemitische incidenten nog veel hoger is dan bijvoorbeeld uit de cijfers van het CIDI blijkt, omdat veel Joden geen aangifte doen. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de aangiftebereidheid toeneemt en dat er daadwerkelijk wat met de aangiften wordt gedaan? Ik kom dan ook tot de volgende drie vragen. Is de minister bereid om met politie en justitie te praten als het gaat om de specifieke registratie van de meldingen van antisemitische gedragingen? Is hij bereid om een onderzoek in te stellen naar de mate waarin antisemitisme voorkomt en hoe hiertegen wordt opgetreden door zowel politie als justitie? Is de minister bereid om de mogelijkheden tot aangifte te vereenvoudigen door het bijvoorbeeld digitaal en/of anoniem mogelijk te maken?

Er is ook gesproken over de verklede politieagenten; ik zal de term niet meer noemen die veelvuldig in de media voorkomt, omdat ik die eerlijk gezegd nogal onsmakelijk vind. Ik ben wel benieuwd naar de juridische haalbaarheid van dit soort methoden, gezien ook de eerdere situaties die wij hebben gehad met de lokfietsen, de lokhomo's et cetera. In hoeverre is het inzetten van deze methode juridisch haalbaar? Ik heb ook begrepen dat beveiliging van Joodse instellingen zoals synagogen en scholen nu door de Joodse gemeenschap zelf wordt betaald. Is hier niet ook een taak weggelegd voor de overheid als het gaat om de handhaving van de openbare orde, zeker als het gaat om de veilige toegang tot scholen? Ik hoor graag de reactie van de minister hierop. Wordt deze beveiliging wel actief aangeboden door de minister wanneer wel sprake is van bedreiging of wanneer zich incidenten hebben voorgedaan?

Tot slot heeft de fractie van de ChristenUnie inmiddels een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het ontkennen van genocide, waaronder de Holocaust, strafbaar te stellen. Hiermee kan ook ontkenning van de Holocaust op het internet strafrechtelijk worden vervolgd. Ik roep mijn collega's dan ook bij dezen op om dit initiatiefwetsvoorstel te steunen, zodat deze vorm van antisemitisme in ieder geval effectief kan worden aangepakt.

 

« Terug