Schriftelijke vragen Joël Voordewind inzake kinderarbeid en positie Dalits in India.

maandag 16 januari 2012

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind inzake kinderarbeid en positie Dalits in India.

Onderwerp:   Kinderarbeid en positie Dalits in India

Kamerstuk:   2012Z00438

Datum:            16 januari 2012

Vraag 1

Is het - mede gezien uw antwoord op eerdere vragen 1) over een robuust duurzaamheidhoofdstuk in het EU-India vrijhandelsverdrag - mogelijk gebleken overeenstemming te bereiken over zo’n hoofdstuk dat in overeenstemming is met de motie die de Kamer daarover heeft aangenomen? 2) Zo nee, bent u dan van plan om gezien de motie uw steun aan het verdrag te onthouden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

Onder verwijzig naar uw antwoord op vraag 5 over “Kinderarbeid en de positie van Dalits in India”: “De Indiase regering heeft de afgelopen jaren wetgeving ingevoerd om kinderarbeid, dwangarbeid en non-discriminatie tegen te gaan”,  kunt u de Kamer informeren welke wetgeving dit betreft en hoe u de uitvoering daarvan beoordeelt?

Vraag 3

Bent u, gezien uw antwoord op genoemde vraag 5, van mening dat het kritische rapport van de International Trade Union Confederation (ITUC) over de uitvoering van de vier fundamentele arbeidsrechten in India 3) te somber is over de bestaande situatie in India? Zo ja, op welke bronnen baseert u uw afwijkende oordeel en kunt u de Kamer uw onderbouwde analyse doen toekomen?

Vraag 4

Welke bijdrage levert u, gezien uw prioriteit voor de vier fundamentele arbeidsrechten, aan de betere naleving van deze rechten in India, onder meer  via bilaterale politieke contacten, de EU, de VN en het MVO instrumentarium?

Vraag 5

Kunt u de Kamer de ‘’studies/analyses die stellen dat de positie van Dalits verbetert, bijvoorbeeld in de deelstaat Uttar Pradesh’’ doen toekomen? Bent u van mening dat deze verbeteringen substantieel zijn en zich met de huidige aanpak van de Indiase regering sterk zullen voortzetten? Of bent u van mening dat de Indiase overheid nog aanzienlijke nieuwe inspanningen moet verrichten om de rechten van Dalits op tal van terreinen te waarborgen?

Vraag 6

Betekent uw antwoord op vraag 7 over de uitvoering van de motie over de positie van de Dalits (‘In de mensenrechtenstrategie van de Nederlandse regering staat dat effectiviteit van het beleid voorop zal staan en dat daarbij selectiever zal worden opgetreden’) dat u niet van plan bent de motie (in zijn geheel) uit te voeren? Zo ja, waarom niet, gezien uw eerdere toezegging dat u de motie zou uitvoeren? Zo nee, wat gaat u doen om de motie wel uit te voeren?

Vraag 7

Bent u van plan, zowel bilateraal en/of samen met de Europese Commissie om de Indiase regering aan te spreken op de inhoud van het rapport ‘Torture in India 2011’ 4) van het Asian Centre for Human Rights, waaruit onder meer blijkt dat sinds 2001 officieel 14.231 personen zijn geregistreerd die zijn overleden in politiebureaus en gevangenissen, in bijna alle gevallen door marteling (cijfers die volgens het rapport ‘een fractie’ van het probleem weergeven)?

Vraag 8

Wat wordt de inzet van de Nederlandse regering met betrekking tot mensenrechten in voorbereiding op en tijdens de komende EU-India Top en de mensenrechtendialoog met India in het voorjaar?

Vraag 9

Bent u bereid een analyse/notitie over de situatie op het gebied van arbeidsrechten en mensenrechten in India aan de Kamer te doen toekomen en daaraan een meerjarig werkprogramma te verbinden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid de vragen voor 7 februari te beantwoorden i.v.m. de EU-India Top die in die week gehouden wordt?

1) Aanhangsel Handelingen, nr. 772, vergaderjaar 2011-2012

2) Kamerstuk 32 500 V, nr. 110

3) Zie: http://www.ituc-csi.org/india-workers-rights-require-more.html?lang=en

4) http://www.dalits.nl/111121.html

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug