Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Hervorming langdurige zorg

donderdag 16 januari 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport  

Onderwerp:   VAO Hervorming langdurige zorg (AO d.d. 18/12)

Kamerstuk:    30 597

Datum:            16 januari 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb twee moties naar aanleiding van het debat en naar aanleiding van een werkbezoek.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er is toegezegd dat personen die een indicatie hebben "met enige ondoelmatigheid" en thuis wonen, onder de Wlz zullen vallen;

constaterende dat deze groep administratief niet altijd zichtbaar is in het systeem waardoor hun zorg toch naar de Wmo of naar de zorgverzekeraar zal worden overgeheveld;

verzoekt de regering, zorgkantoren de opdracht te geven om deze groep in het systeem op te sporen en ervoor te zorgen dat zij ook administratief onder de Wlz kunnen vallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 405 (30597).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn tweede motie dien ik in naar aanleiding van een heel goed werkbezoek bij een opvangcentrum voor mensen met dementie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat van de 256.000 mensen met dementie slechts een beperkte groep gebruikmaakt van passende dagbesteding;

constaterende dat mantelzorgers in verschillende onderzoeken aangegeven hebben dat dagopvang bij dementie heel belangrijk is om het thuis langer vol te houden, zodat mensen met dementie ook langer thuis kunnen blijven wonen;

constaterende dat er vanuit het veld een handreiking is opgesteld om te komen tot aantrekkelijke, toegankelijke en betaalbare activiteiten, waaronder dagbesteding bij dementie;

verzoekt de regering, gemeenten, in overleg met het veld, te adviseren hoe zij het beste dagactiviteiten, waaronder dagbesteding, kunnen vormgeven bij dementie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 406 (30597).

Mevrouw Keijzer (CDA):
Ik vind het een heel mooie motie met heel veel zorg voor mensen met dementie. Maar betekent dit nu ook dat de ChristenUnie, een van de meest geliefde oppositiepartijen, zoals ik de minister van Financiën heb horen zeggen, niet in zal stemmen met de 25% korting op de dagbesteding?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dit kan ik niet bevestigen. Bij het werkbezoek heb ik gezien dat er een vorm van dagbesteding wordt ontwikkeld op verschillende plekken in het land waarbij echt specifiek opvang wordt geboden voor mensen met dementie. Dat is een vorm van dagopvang die heel goed aansluit bij de behoeften van mensen met dementie en waarvoor Alzheimer Nederland een handreiking heeft opgesteld. Ik vind het ontzettend belangrijk dat heel veel gemeenten hiervan kennisnemen, omdat het echt een heel goede vorm van zorg is waarmee zowel de doelgroep als het thuisfront wordt geholpen. Over de kortingen op de zorg hebben we uitvoerige debatten gehad. Ik vind dat een beetje los hiervan staan. Binnen het kader dat we met elkaar hebben afgesproken, dien ik deze motie in om voor deze specifieke doelgroep aandacht te vragen. Dat is de intentie.

Mevrouw Keijzer (CDA):
Een mooi verhaal over de wijze waarop dagbesteding er dan moet uitzien, alleen kost dat geld. Ik houd me dan helaas maar vast aan de eerste zin van mevrouw Dik, namelijk dat ze niet kan bevestigen dat de korting van 25% op de dagbesteding van tafel moet. Dat is jammer.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
We hebben vlak voor het reces een uitvoerig debat hierover gehad. Toen was net bekend dat er 200 miljoen extra naar gemeenten gaat, ook voor de dagbesteding. Ik vind dat een heel mooi gebaar. Dat akkoord met gemeenten staat nu ter discussie, maar ik ga ervan uit dat de extra ruimte die ontstaat voor gemeenten, ook ruimte biedt voor de invulling van dit soort mooie initiatieven.

Mevrouw Leijten (SP):
Dat de ChristenUnie haar handtekening heeft gezet onder deze megabezuiniging voor gemeenten en dan ook nog durft te zeggen dat er een akkoord ter discussie staat, terwijl twee derde heeft gezegd dat akkoord niet te willen, vind ik nogal wat. We kunnen mogelijk nog wel een middenweg vinden. Er zijn richtlijnen ontwikkeld hoe om te gaan met thuiswonende mensen met dementie en over de dagopvang. Er zijn richtlijnen over gegevensuitwisseling in de zorgketen, zoals dat in jargon dan heet, en over de wijze waarop op de dagopvang met mensen moet worden omgegaan zodat ze thuis kunnen blijven wonen. Zou het geen goed idee zijn om de motie zo aan te passen dat deze richtlijn gewoon gaat gelden voor gemeenten? We hoeven het dan niet over geld te hebben; we hebben het dan over de inhoud. De richtlijn komt dan in ieder geval in de Wmo. Zou dat niet een veel betere stap zijn? Dan kunnen we mensen met dementie die thuis wonen en naar de dagbesteding gaan, echt helpen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb in het debat vlak voor het kerstreces aandacht gevraagd voor de ketenzorg dementie. Ook op dit punt is door het veld een standaard ontwikkeld. Ik vind het heel belangrijk dat die door gemeenten wordt geïmplementeerd. Ik loop nu niet vooruit op de vraag of ik dat wel of niet in wetgeving wil verankeren. Ik wil mij eerst nader daarop beraden en bekijken wat er in de huidige wetteksten staat. Die teksten heb ik twee dagen geleden gekregen: een pakket van honderden bladzijden. Ik ben er nog niet toe gekomen om dat uitgebreid te bestuderen. Met mevrouw Leijten deel ik echter de aandacht voor deze groep en vind ik dat de ketenzorg dementie bij gemeenten centraal moet komen te staan.

Mevrouw Leijten (SP):
Ik zie mevrouw Dik-Faber graag terug bij de wetsbehandeling, als die doorgaat, wat wat ons betreft niet gebeurt. Mijn fractie zal dan voorstellen om deze richtlijn op te nemen. We zullen dan zien wat de intenties van de ChristenUnie waard zijn.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zie uit naar de behandeling van dat wetsvoorstel. Uit de enquête heb ik begrepen dat gemeenten snel duidelijkheid willen over de budgetten en geen vertraging willen in het wetgevingstraject.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug