Bijdrage Gert-Jan Segers aan AO (Jaarlijkse) voortgangsrapportage Contraterrorisme en -Extremisme

donderdag 19 december 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een algemeen overleg met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie   

Onderwerp:   (Jaarlijkse) voortgangsrapportage Contraterrorisme en -Extremisme

Kamerstuk:    29 754

Datum:            19 december 2013

De heer Segers (ChristenUnie): Voorzitter. Verschillende collega's hebben al gezegd dat iets heel fundamenteels op het spel staat, namelijk onze fundamentele vrijheden. Er bestaat echter ook spanning tussen die vrijheden. Aan de ene kant hebben we godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering, terwijl er aan de andere kant mensen gebruikmaken van die vrijheden om diezelfde vrijheden om zeep te helpen. Dat is de grote spanning waarop we stuiten. Ik ben het met iedereen eens dat we heel weinig vrijheid moeten geven aan degenen die vrijheid willen bestrijden, maar dat mag nooit ten koste gaan van de rechtsstaat zelf. Dat is het grote spanningsveld waar we in zitten. Het heeft ook iets heel tragisch dat islamitische jongeren van de tweede en derde generatie die hier hun opleiding hebben gehad, die hier zijn geboren en die het hele Nederlandse schoolsysteem hebben doorlopen, uiteindelijk op een punt komen dat zij bereid zijn om hun leven op te offeren om de waarden die hier centraal staan, te bestrijden. Dan is er iets verschrikkelijk misgegaan in onze cultuur, in onze samenleving, in ons onderwijssysteem, in de opvoeding. Dat is tragisch.

De strafrechtelijke aanpak, die ik zojuist besprak in een interruptiedebatje met collega Dijkhoff, is een goede. De minister heeft ons daarover bericht en heeft gemeld welke stappen hij onderneemt en welke wetten hij in voorbereiding heeft. Tegelijkertijd kan dit niet het enige zijn. We hebben een brief ontvangen van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders. Daarin staat dat zij niet zijn aangehaakt, dat zij niet betrokken zijn bij de lokale preventie, dat zij geen podium hebben om heel dicht bij de gezinnen en de opvoedingssituaties te komen, waarin beslissingen genomen worden, waarin het ook misgaat, maar waarin jihadisme en extremisme voorkomen kunnen worden. Dat is een heel zorgelijk signaal. Collega Berndsen heeft gevraagd of het Actieplan Polarisatie en Radicalisering, dat in 2011 afliep, kan worden verlengd. Ik sluit mij graag aan bij deze belangrijke vraag. Een strafrechtelijke aanpak is terecht en goed, maar werkt beperkt: voorkomen is beter dan genezen.

In dat kader sluit ik mij aan bij de vragen over de proportionaliteit van de opslag van reisgegevens. Het moet duidelijk zijn dat de opslag proportioneel moet zijn en gericht moet worden toegepast. Zomaar algemeen opslaan is als schieten met een schot hagel. Welke checks-and-balances zijn er en welke controlemechanismen bouwt de minister in? We wachten de brief af en er komen plannen, maar deze vragen heb ik nu al.

Collega Dijkhoff zei dat er online, maar ook offline soms verheerlijking van de jihad plaatsvindt. Denk daarbij aan het zwaaien met een vlag op een veld van, ik dacht, ADO Den Haag. Dat is vrijheid van meningsuiting en wellicht vrijheid van vergadering, maar waar gaat het over in aanmoediging van geweld en aanmoediging van het deelnemen aan de jihad? Wanneer moet er ook hier in strafrechtelijke zin een stokje voor gestoken worden? Wanneer wordt een grens overgegaan, offline en online, in het verheerlijken van de jihad?

De minister voert mijn motie uit over financiële steun uit het buitenland aan organisaties hier. Wij wachten dat af. Het is een heel intensief en langdurig onderzoek. Ik zie uit naar de bevindingen. Ik heb de opzet gezien in de brief. Er zijn zeer goede vragen gesteld. Ik heb er dus alle vertrouwen in dat het op een goede manier wordt opgepakt. Maar nu heeft de voorman van het Contactorgaan Moslims en Overheid, de heer Rasit Bal, gezegd dat er ook een andere beweging is, namelijk dat mensen van hier naar een madrassa in Jemen of Somalië gaan. Er wordt zelfs geworven. Er worden uitnodigingen gestuurd aan jongeren hier om daarnaartoe te gaan en daar hun opleiding te krijgen. Hebben we zicht op die omgekeerde beweging? Moet die in het kader van preventie worden aangepakt? Graag krijg ik een reactie van de minister op de uitspraak van de heer Bal.

De afgelopen dagen hebben we signalen gekregen dat gematigde moslims worden bedreigd door radicale moslims en dat zij beveiliging nodig hebben. Als mensen opstaan en geweld en jihadisme bestrijden, moeten zij vrezen voor hun eigen veiligheid en soms zelfs voor hun eigen leven. Dat is zeer zorgelijk omdat de beslissende antwoorden uiteindelijk binnen de islamitische gemeenschap zelf moeten worden gegeven. Ik ben geen moslim. Het is heel makkelijk om te zeggen: ik keur jihad af. Dat zal echter minder indruk maken dan wanneer een geleerde imam opstaat en zegt: met mijn zicht op de openbaringen die ons allemaal lief en dierbaar zijn in de islamitische gemeenschap, is dit in strijd met de islam. Dat zal veel meer indruk maken. We hebben dat soort mensen nodig, maar ook bewindspersonen die naast deze mensen gaan staan, bijvoorbeeld de minister van Veiligheid van Justitie. Soms hebben we niets anders dan management by speech, schiet het strafrecht tekort, schiet de bestuurlijke aanpak tekort, schiet preventie tekort, maar moet ook een bewindspersoon opstaan en zeggen: dit is onaanvaardbaar; hier zijn fundamentele vrijheden in het geding. Radicalisme en jihadisme zijn gerelateerd aan en komen voort uit een interpretatie van de bronnen van de islam. Daarover zal het debat moeten worden gevoerd, allereerst binnen de islamitische gemeenschap zelf. Bewindspersonen kunnen dat aanwakkeren, kunnen opstaan en kunnen daar het hunne van zeggen. Ziet de minister daar mogelijkheden voor? Is dat ook niet heel hard nodig, hoewel het management by speech is?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

september 2021

juni

mei

april

februari

december 2020