Inbreng Joël Voordewind ten behoeve van een Wetsvoorstel inzake zeer zwakke scholen

donderdag 12 december 2013

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking tot een Wetsvoorstel inzake zeer zwakke scholen

Onderwerp:   Wetsvoorstel inzake zeer zwakke scholen

Kamerstuk:    33 796

Datum:            12 december 2013

De leden van de fractie ChristenUnie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het wettelijk regelen van de verbetertermijn voor zeer zwakke instellingen die bestaan uit basisscholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. In overeenstemming met het doel van het wetsvoorstel vinden de leden dat leerlingen niet of zo kort mogelijk mogen worden blootgesteld aan slechte onderwijskwaliteit en dat negatieve effecten zo veel mogelijk moeten worden beperkt. Zij betwijfelen echter of het wetsvoorstel noodzakelijk is en het middel niet te zwaar is om dit doel te bereiken.

De leden van de fractie ChristenUnie wijzen op de ontwikkeling dat het aantal zeer zwakke scholen in de afgelopen jaren fors is afgenomen, onder meer vanwege het risicogericht toezicht van de Inspectie en de verbeteringen die het onderwijsveld zelf heeft doorgevoerd. Zij vragen waarom dit wetsvoorstel noodzakelijk is, gezien de positieve ontwikkelingen van de laatste jaren. Is het huidige systeem van Inspectietoezicht ontoereikend?

De leden van de ChristenUnie lezen dat de kern van het wetsvoorstel is er voor te zorgen dat scholen zich binnen een redelijke termijn verbeteren. Voor de scholen is er de nieuwe deadline van één jaar om zich te verbeteren en te komen tot voldoende onderwijskwaliteit. De nieuwe deadline is haalbaar doordat daar tegenover staat dat het verbeterproces eerder van start gaat. In de Memorie van toelichting p. 6 wordt aangegeven dat in jaar 2 wordt aangespoord tot de start van een verbetertraject. De leden van de fractie ChristenUnie vragen of de school die een aansporing krijgt zelf beslist of zij al dan niet een verbeteringsproces start? Geldt dan nog steeds de zekerheid dat de nieuwe deadline haalbaar is? 

De leden van de ChristenUnie constateren dat het wetsvoorstel een termijn van een kalenderjaar opgenomen bevat als verbetertermijn. Zij vragen waarom is gekozen voor een termijn van een kalenderjaar en niet voor het termijn van een schooljaar? Is het niet wenselijker om het termijn van een schooljaar te gebruiken, om ongewenste situaties te voorkomen?

De leden van de ChristenUnie constateren tevens dat indien de Inspectie na een jaar van oordeel is dat er nog steeds sprake is van ernstig of langdurig tekortschieten van de kwaliteit van het onderwijs, de inspectie de Minister informeert. Na de melding door de Inspectie kan de Minister besluiten de school te sluiten of verdere verbeteringsafspraken met het bevoegd gezag maken. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of hierbij de bevoegdheid tot het sluiten van de school als ultimum remedium gehandhaafd blijft? Welke factoren hebben invloed op het besluit de school te sluiten? Welke invloed hebben de criteria uit het toezichtskader van de inspectie op het besluit van de Minister? Welke invloed heeft de Inspectie wanneer zij van mening is dat de school niet in staat is binnen redelijke termijn te komen tot verbetering?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug