Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Stelselherziening / Transitie Jeugdzorg

donderdag 03 april 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Stelselherziening/Transitie Jeugdzorg

Kamerstuk:    31 839

Datum:            3 april 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat wij hier weer over spreken, want het rapport van de transitiecommissie-Geluk luidt nu echt alle alarmbellen. De commissie geeft een opsomming van alle dingen die geregeld zouden moeten zijn. Het Rijk zou helderheid moeten geven over het budget, het Rijk zou regie moeten voeren op de toekomst van de Bureaus Jeugdzorg, het Rijk zou helderheid moeten geven over de financiering van de frictiekosten, het zou regie moeten voeren bij de realisatie van de continuïteit van zorg et cetera. Geluk zegt daarover: ik zie goede intenties, er wordt hard gewerkt, maar de harde resultaten zijn er nog onvoldoende. We staan dus voor de enorme opgave om in heel korte tijd nog afspraken te maken met de zorgaanbieders. Daarom is de commissie-Geluk ook met een minimumvariant gekomen, begrijp ik. Ook als men die minimumvariant wilt halen, zal men nog een enorme sprint moeten maken, vooral omdat de collegeonderhandelingen in veel gemeenten nog gaande zijn. Daar wordt nog een pas op de plaats gemaakt. Ik hoor niemand zeggen dat de huidige wethouders dit soort zaken nog even moeten afronden. Dat staat echt "on hold" en dat helpt allemaal niet.

Ondertussen dringen de kosten zich op, en het feit dat de betrokken organisaties, met name de Bureaus Jeugdzorg, duidelijkheid moeten hebben. We hebben gezien dat de Bureaus Jeugdzorg Haaglanden en Zuid-Holland massaal mensen hebben moeten ontslaan, althans ontslagen hebben aangemeld. We moeten echt binnen een aantal weken duidelijkheid geven aan de zorgaanbieders, met name de Bureaus Jeugdzorg, omdat die een cruciale schakel vormen voor de jeugdzorg. Dat geldt ook voor het onderwerp waar we het gisteren over hadden, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Daarom zit de fractie van de ChristenUnie nu toch te kijken naar de transitieautoriteit. Er zijn taken gedelegeerd. Ik ben blij dat de staatssecretaris naar aanleiding van het overleg in de Eerste Kamer heeft besloten om er een autoriteit van te maken. In de uitwerking van de taken van die autoriteit zie ik echter nog te veel woorden als "adviserend" en "coördinerend" staan. Moeten we de transitieautoriteit niet toch meer bevoegdheden geven? Ik denk inderdaad aan de mogelijkheid om een directe aanwijzingsbevoegdheid aan de transitieautoriteit te geven, zodat zij snel kan handelen. De vraag is ook waar ouders straks terechtkunnen als zij te horen krijgen dat hun kind niet meer in een instelling terechtkan. Kunnen zij dan bijvoorbeeld bij de transitieautoriteit dat probleem neerleggen? Kan de transitieautoriteit op casusniveau ingrijpen? Wie controleert de transitieautoriteit? Krijgt de Kamer rapportages van deze autoriteit?

Dat leidt ook tot andere aandachtspunten die wij hebben. Ik heb er net als collega Ypma vijf. Ik benoem ze snel. De specialistische opvang. Uit Friesland hebben we noodgeluiden gehoord. Waarom zijn er nog geen afspraken gemaakt over de inkoop van het landelijk specialistische aanbod? Is het niet van belang dat er landelijke afspraken gemaakt worden en dat gezamenlijk de kosten worden gedragen van deze dure vorm van gespecialiseerde zorg? Ik weet dat dit gevoelig ligt, maar ik vraag de staatssecretaris wel om dit ook door te geven aan de transitieautoriteit. Als we deze vorm van zorg zouden verliezen, zou dat dramatisch zijn voor heel veel meisjes en vrouwen.

Dan ga ik in op de ggz. Er is een omwenteling gekomen. Toen wij over de wet spraken, zou de ggz de zorg nog gaan inkopen voor de gemeenten, maar ik begrijp dat de gemeenten dat nu weer zelf gaan doen. Graag krijg ik daar nog duidelijkheid over van de bewindspersonen. Hebben zij zicht op de wijze waarop de ggz-zorg nu wordt ingekocht? Beroepsverenigingen hebben al aan de bel getrokken dat de ggz-verwijsproductstructuur botst met die van de Jeugdwet. Is er bereidheid om in overleg te gaan met alle betrokken partijen om tot een oplossing te komen?

Dan de pgb's. We hebben gehoord dat het overgangsrecht voor de houders van pgb's anders zou zijn dan dat voor andere zorgvragers met zorg in natura. De term "persoonsgebonden budget" komt namelijk niet in hoofdstuk 10 overgangsrecht van de Jeugdwet voor. Kunnen gemeenten eerdere afspraken met budgethouders zomaar beëindigen? Graag hoor ik daar ook een reactie op.

Dan kom ik op de landelijk werkende instellingen (LWI's). De ChristenUnie krijgt signalen dat er kortingen worden toegepast die veel hoger zijn dan de wettelijke drietrap. Er wordt in sommige regio's zelfs bezuinigd tot en met 23%. Hoe kunnen de gemeenten zich onttrekken aan de samenwerkingsverbanden, waardoor intramurale voorzieningen niet zeker zijn gesteld? Dat zien wij als een groot risico voor de continuïteit van de zorg. De Eerste Kamer heeft over de landelijk werkende instellingen bij de behandeling van de Jeugdwet een motie aangenomen. Daar zij wij uiteraard blij mee, maar ik heb begrepen dat de toegezegde gesprekken nog niet gevoerd zijn met de LWI's. Eleos is weliswaar geen LWI, maar wel een landelijk werkende organisatie. Zo zijn er meer. Zij dreigen ook te verzanden in het organisatiegeweld om tussen de gemeenten te komen.

Mijn laatste punt zijn de EKC's, waarover wij in de Kamer heel breed, eigenlijk unaniem, een amendement hebben aangenomen. De staatssecretaris schreef daarover in zijn laatste brief dat hij dat amendement mogelijk pas half 2015 zou gaan uitvoeren, maar dan nog afhankelijk van de pilots. Het kan toch niet waar zijn dat de minister, nadat de Kamer unaniem een amendement heeft aangenomen en het onderdeel van de wet heeft gemaakt, nog eens gaat nadenken of hij het überhaupt wel gaat doorvoeren? Graag hoor ik daarop een stevige reactie.

Tot zover, voorzitter. Ik moet hier nog mededelen dat ik om twee uur helaas naar een ander debat moet.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug