Schriftelijke vragen Joël Voordewind over de leeftijdscontrole op alcohol in supermarkten

maandag 28 april 2014

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport  

Onderwerp:   De leeftijdscontrole op alcohol in supermarkten

Kamerstuk:    2014Z07920

Datum:            28 april 2014

Vraag 1

Bent u bekend met de onthullingen in de radio-uitzending van Argos van 19 april 2014? 1)

Vraag 2

Wat vindt u van het in de uitzending van Argos gelanceerde plan van bestuurder Hovers om een kleine beperking van de vrije keuze van de leeftijdscontrole voor supermarkten te realiseren, zodat alleen nog aangetoonde effectieve controlesystemen mogen worden ingezet door zowel supermarktondernemers die dit graag willen als organisaties die dit niet willen?

Vraag 3

Deelt u de visie dat daardoor de handhavingsopgave enorm wordt gereduceerd, dat het gemiddelde nalevingsniveau binnen korte termijn op of nabij de 100% kan worden gebracht en dat de primaire doelstelling van de leeftijdsgrenzen wordt bereikt, namelijk de bescherming van de jeugd tegen alcohol en tabak, en dat 50.000 caissières een veiliger werkomgeving krijgen? Zo nee, hoe denkt u dan tot een sluitende leeftijdscontrole te komen aangezien tot op heden, na vele jaren van vrijblijvende handhavingsmethoden, de branche nog maar tot een handhavingsscore komt van 47%?

Vraag 4

Vindt u op grond van de onthullingen in de uitzending van Argos dat u grip heeft op het leeftijdscontroledossier? Biedt u de branche daarmee niet juist de mogelijkheid voor het maken van afspraken over leeftijdscontrole en voor het buitensluiten van effectieve controlesystemen?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) in de uitzending van Argos verklaart dat het niet aan haar is om zijn leden te adviseren over de wijze van leeftijdscontrole, terwijl het CBL, samen met Koninklijke Horeca Nederland (KHN), in het kader van het onder uw sturing tot stand gekomen zogenaamde DOA-commitment (DOA = Directeuren Alcohol Overleg) van december 2012, juist heeft toegezegd als eerstverantwoordelijke partij op te zullen treden voor het uitdragen van «good practices» op dit terrein? Gezien het bovenstaande, wat is nu precies de rol van het CBL in het leeftijdscontroledossier en hoe verhoudt dit zich tot zijn uitspraken in de media en de afspraken gemaakt in het kader van het DOA?

Vraag 6

Kunt u uitleggen waarom u de 47% naleving in januari van dit jaar typeerde als «een sterke verbetering ten opzichte van de situatie in 2011», terwijl uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een dergelijk percentage niets zegt over de mate waarin jongeren wel of geen alcohol en tabak kunnen verkrijgen? Kunt u nader toelichten hoe met de huidige caissièrecontrole, zelfs wanneer deze tot gemiddeld 70% naleving zou leiden, kan worden voorkómen dat vanuit resterende winkels (waar dus geen sprake is van naleving) aan jongeren nog volop alcohol en tabak wordt verstrekt?

Vraag 7

Deelt u de opvatting dat het moreel laakbaar en ontoelaatbaar is dat, wanneer franchisers een effectief leeftijdscontrolesysteem, zoals Ageviewers, willen inzetten in hun winkel, dit onmogelijk wordt gemaakt of zelfs wordt verboden door hun hoofdorganisatie? Hoe denkt u deze franchisers concreet tegemoet te kunnen komen, zodat zij niet gedwongen worden om de wet te blijven overtreden, maar juist de vrijheid krijgen om zelf de keuze voor de inzet van een effectief leeftijdscontrolesysteem te maken, conform de door u bepleite keuzevrijheid in dit dossier?

1 ) http://www.vpro.nl/luister/argos/19-04-14.html

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug