Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Aanpak illegale immigratie Europese Unie

dinsdag 20 mei 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een algemeen overleg met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Aanpak illegale immigratie Europese Unie

Kamerstuk:    32 317

Datum:            20 mei 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik heb een opmerking over de informatievoorziening naar de Kamer. Ik had het netjes gevonden als we eerst de brief hadden kregen en daarna de media pas waren geïnformeerd. De vorige keer, bij de mondelinge vragen, bij het spoeddebatje, lukte het niet, maar ik hoop dat de staatssecretaris in dit debat kan toezeggen dat hij zo veel mogelijk de Kamer eerder zal informeren dan de media. Mijn tweede opmerking betreft de toon in de brief van de staatssecretaris over de toestroom van asielzoekers. Het is bijna een tsunami van asielzoekers en dat zou ontwrichtend werken. Laten we vooral begrip tonen voor de oorzaken van de vlucht van die mensen. Ze hebben huis en haard moeten verlaten, omdat ze onderdrukt werden, er een vreselijke oorlog was of hun vader of hun opa is gestorven in een vreselijke oorlog. Ze hebben daarom geprobeerd een klein beetje veiligheid te vinden in de omringende landen of in Europa. Laten we dat niet vergeten! Dit aspect moeten we benadrukken bij het streven naar een menswaardig asielbeleid. Natuurlijk kan Nederland in zijn eentje niet heel veel vluchtelingen aan. Daarom moeten we afstemming zoeken in Europa. We moeten vooral de achterliggende problemen bekijken. Het betreft niet alleen het aanpakken van mensensmokkelaars. Het is belangrijk dat we niet alleen aan symptoombestrijding doen, maar de werkelijke oorzaken aanpakken. De ChristenUnie doet daarom drie voorstellen om tot een structurelere oplossing te komen dan alleen maar te bekijken hoe we de marechausseebusjes wat meer langs onze grens kunnen laten patrouilleren.

De ChristenUnie pleit al jaren voor opvang in de eigen regio. In de tot nu toe gevoerde discussies met minister Ploumen voor Ontwikkelingssamenwerking heeft zij gezegd dat ze opnieuw de noodhulp zal bekijken, maar dat dit pas tegen de zomer zal gebeuren. Ik weet dat de minister hier niet aan tafel zit, maar als je de totale keten bekijkt, dan moet je ook de noodhulp bekijken. Tot nu toe hebben we 17 miljoen euro uitgegeven aan de acute noodhulp. Als er nu iets dringend nodig is, ook voor de Eritreeërs, dan is het wel opvang in de regio. We hebben eerder daarvoor gepleit, toen we spraken over Syrische vluchtelingen. Ook op dat punt wachten we tot de minister voor Ontwikkelingssamenwerking uiteindelijk met een besluit komt. De ChristenUnie pleit dus voor meer opvang in de eigen regio. We moeten boter bij de vis doen door 10 miljoen tot 15 miljoen euro extra te reserveren voor de opvang van Eritrese en Syrische vluchtelingen in de regio.

Het is wel duidelijk dat niet iedereen in de regio kan blijven. De oorlog in Syrië duurt al jaren. Libanon vangt ruim 1 miljoen vluchtelingen op, terwijl het 4,4 miljoen eigen inwoners heeft. Als je dat vertaalt naar de Nederlandse situatie, zou Nederland 4 miljoen vluchtelingen moeten opvangen. Dat zou nog eens ontwrichtend zijn voor de samenleving. We moeten de Libanese regering veel meer ondersteunen bij de opvang in de regio, maar het is niet altijd mogelijk om iedereen daar op te vangen als een oorlog zo lang duurt. Het uitnodigingsbeleid van de UNHCR moet daarom uitgebreid worden. We hebben nu een quotum van 500. We weten hoe groot de vluchtelingenstromen zijn. We weten ook dat Duitsland veel meer doet aan het uitnodigen van vluchtelingen. Een middel dat we kunnen aangrijpen om de mensenhandelaren, de mensensmokkelaars, aan te pakken en werkloos te maken, is wel het verder uitbreiden van uitnodigingsbeleid en de quota daarvoor. Als we de UNHCR een veel ruimer uitnodigingsbeleid geven, dan kan dat die vreselijke tochten over de Middellandse Zee voorkomen. De EU kan dan ook een evenwichtigere verdeling van asielzoekers organiseren. Daar moeten we echt naartoe. De staatssecretaris legt te weinig ambitie in deze brief om daartoe te komen. Hij lijkt zich neer te leggen bij de huidige impasse, de status quo. Het is lastig.

Je moet tot een harmonisatie komen van het asielbeleid. De ChristenUnie is er ook niet voor om steeds meer bevoegdheden in Brussel neer te leggen, maar in dit geval is het een oplossing om gezamenlijk tot een betere opvang te komen. Ik verwijs naar de EU-richtlijn Tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden naar Europa. Die richtlijn is aangenomen naar aanleiding van de oorlog in voormalig Joegoslavië. Deze richtlijn kunnen we zo weer uit de kast halen om te bekijken hoe we tot een betere verdeling kunnen komen.

De voorzitter: U hebt geen tijd meer over. Kunt u afronden?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik roep de staatssecretaris op om het komen tot overeenstemming tot nummer 1 van de agenda van de JBZ-Raad van 5 en 6 juni te maken.

Ik heb nog een vraag over het werven van personeel, mogelijk in samenwerking met de Eritrese ambassade. De Eritrese ambassade is mogelijk betrokken bij mensenhandel. Men int 2% belasting van de Eritreeërs in Nederland. Is de staatssecretaris zich hiervan bewust? Houdt hij zich verre van samenwerking met de Eritrese ambassade om tot meer medewerkers en vertalers te komen?

De heer Schouw (D66): Ik dank de heer Voordewind voor zijn drie belangwekkende voorstellen. Hij zei dat de staatssecretaris zich in de JBZ-Raad moet inzetten om tot overeenstemming te komen. Dit is een heel zware staatssecretaris en de JBZ-Raad is ook heel belangrijk, maar nog belangrijker is de inzet van de premier en een extra Europese top. Dan kunnen we een echte doorbraak realiseren; een doorbraak die ook de ChristenUnie wil. Sluit de heer Voordewind zich aan bij mijn voorstel om premier Rutte in stelling te brengen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Alles wat ertoe leidt om binnen Europa tot een betere, evenwichtigere en eerlijkere verdeling van de opvang van vluchtelingen te komen, is me een lief ding waard, zij het op de Europese top op 2 juni, zij het op de JBZ-Raad. Ik vrees alleen dat de Europese top dit punt doorverwijst naar de ministers die bij de JBZ-Raad samenkomen. Ik zet erop in om overeenstemming hierover tot prioriteit 1 te maken van de JBZ-Raad op 5 en 6 juni. Daar moeten knopen doorgehakt worden. Ik heb een EU-richtlijn aangereikt om tot een evenrediger verdeling van de opvang te komen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > mei