Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Burundi en Rwanda

woensdag 21 mei 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Burundi en Rwanda

Kamerstuk:    29 237

Datum:            21 mei 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik zal ingaan op de vraag of er op dit moment inderdaad eerlijke processen plaatsvinden in Rwanda. We spreken vandaag over een aanzienlijk bedrag -- 100 miljoen voor Burundi en 32 miljoen voor Rwanda -- voor twee landen die toch flink onder vuur liggen wat betreft de mensenrechtenschendingen, de vrijheid van meningsuiting en de democratische en de politieke vrijheden.

Ik zal eerst een paar vragen stellen over Rwanda. M23 lijkt inderdaad aan kracht te hebben verloren, maar ik refereer nogmaals aan de VN-uitspraak dat M23 mogelijk nog steeds gesteund zou kunnen worden door Rwanda. Ik krijg daarop graag een reactie van de minister.

Dan de mensenrechten. Ik heb Human Rights Watch al genoemd. Ze hebben tegen mij gezegd dat ze geen politieke uitspraken doen, bijvoorbeeld over begrotingssteun ja of nee. Dat vinden ze een politieke uitspraak, dus daar hebben ze in ieder geval tegen mij geen uitspraak over gedaan. Ze hebben bij mij wel onder de aandacht gebracht dat veertien mensen onlangs vermist zijn geraakt in het westen van Rwanda. Dat waren politieke tegenstanders van Kagame, en er zijn aanwijzingen dat de overheid daarbij betrokken is. Ik vraag de minister dan ook of zij hierover van de Rwandese regering duidelijkheid heeft gekregen. Zo niet, wil zij dan opheldering vragen aan de Rwandese overheid over de vraag of Rwanda betrokken is bij de vermissing en de verdwijning van die veertien mensen?

Ik ga nu in op de eerlijke processen. Er is op dit moment veel spanning en ik begrijp dat dit voor de Engelse Labourpartij reden is om de hulp aan Rwanda nog niet te hervatten. Er is redelijk veel politieke spanning tussen Zuid-Afrika en Rwanda over de moord op twee RPF-officieren. Oppositieleiders en journalisten zitten in de gevangenis of worden op hun huid gezeten. Er is vrijwel geen onafhankelijke mensenrechtenorganisatie meer in Rwanda. In februari 2013 sprak de minister nog over "beperkte democratische ruimte". Is er inmiddels zodanige verbetering te zien dat directe steun weer gerechtvaardigd is? De minister koppelt de hervatting alleen aan M23, maar ik vraag haar ook expliciet wat haar inschatting is van de mensenrechtensituatie. Wat ons betreft gebeurt het niet, maar als die hulp wel wordt hervat, welke voortgangsindicatoren zet de minister dan in het memorandum of understanding (MoU)? Gaan we die dan jaarlijks toetsen en zal erover worden gerapporteerd, samen met de ngo's? We moeten dan namelijk zeker de vinger aan de pols houden.

Mijn volgende punt betreft de lopende rechtszaken. Victoire Ingabire is veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. Via Amnesty International komt nu het bericht naar buiten dat de getuigen tegen haar zijn gemarteld, en zijn gedwongen om tegen haar te getuigen. Dit soort situaties wekt nou niet het vertrouwen dat onze steun aan de rechtsstaat tot een verbetering leidt. Ik heb bij Amnesty International ook met twee getuigen uit Rwanda gesproken, die mij rapporten hebben laten zien waaruit blijkt dat er in Rwanda wel degelijk nog steeds gemarteld wordt.

Ik ga nog kort in op Burundi. Ik heb berichten gehoord van Impunity Watch en van PAX, die ook aandacht vragen voor de politieke context. Afgelopen zaterdag kwam het nieuwsbericht dat in Burundi een van de belangrijkste mensenrechtenactivisten is gearresteerd. De VN rapporteren over het leveren van wapens aan de jongerenorganisatie van de regerende partij en over de toenemende onrust in het land; de heer Van Laar had het er al over. Op 8 maart zijn demonstraties van een oppositiepartij neergeslagen. Welke rol speelt Nederland bij de verkiezingen in 2015 nu blijkt dat de vrijheid van de oppositie maar zeer beperkt is? Moeten wij daar dan ook actief bij betrokken zijn? In hoeverre worden we daarin meegesleept? Hoe wordt de Truth and Reconciliation Commission echt effectief, gezien de eerdere misstanden in het land?

Concluderend is mijn fractie er nog niet aan toe om de hulp aan Rwanda te hervatten, en pleit zij er zelfs voor om de hulp aan Burundi te herzien. Wij willen de hulp niet stoppen, maar die op een andere manier kanaliseren dan via begrotingssteun.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > mei