Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik-Faber inzake het kabinetsbeleid ten aanzien van zbo's betreffende het gedeelte over Economische Zaken

dinsdag 17 juni 2014

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken inzake het kabinetsbeleid ten aanzien van zbo’s

Onderwerp:   Kabinetsbeleid ten aanzien van zbo's betreffende het gedeelte over Econonomische Zaken

Kamerstuk:    25 268

Datum:            17 juni 2014

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van het beleid om een aantal wijzigingen door te voeren in het beleid ten aanzien van zbo’s binnen het domein Economische Zaken. Zij hebben hierbij enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verbaasd over het voornemen van het kabinet om de taken van de vier privaatrechtelijke zbo’s (Bloembollenkeuringsdienst (BKD), Kwaliteitscontrolebureau voor groenten en fruit (KCB), de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) en Naktuinbouw) die verantwoordelijk zijn voor de keuringen in de plantaardige sector, te bundelen in één publiekrechtelijke zbo-plant. Deze leden wijzen erop dat de plantaardige keuringsdiensten hun keuringen naar volle tevredenheid van de sector uitvoeren. Ook de audits geven geen aanleiding voor veranderingen. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn dan ook van mening dat het kabinet doorschiet met de plannen om de plantaardige keuringsdiensten samen te voegen en weer onder invloed van het rijk te brengen. Het mag niet zo zijn dat de plantaardige keuringsdiensten de dupe worden van de misstanden in de vleessector, zeker als er ook geen problemen zijn in de plantaardige sector die moeten worden opgelost. Genoemde leden staan er niet onwelwillend tegenover om de verschillende keuringsdiensten te laten bekijken of er efficiënter gewerkt kan worden, maar zij pleiten er voor om het initiatief hiertoe aan de diensten zelf te laten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de minister aan te geven wat precies beoogd wordt met de vorming van één publiekrechtelijke zbo-plant. Welke probleemanalyse ligt hieraan ten grondslag, zijn er alternatieven overwogen en is überhaupt in beeld gebracht wat de consequenties van deze wijziging zijn? Deze leden wijzen erop dat de keuringslabels mede hebben bijgedragen aan de goede exportpositie van de Nederlandse plantaardige sector. Hoe is de impact van deze wijziging op het internationale imago van de Nederlandse land- en tuinbouw meegewogen?  Genoemde leden zijn ook bezorgd over de gevolgen van de tarieven die ondernemers gaan betalen voor keuringen. Zij vragen de minister aan te geven wat deze gevolgen zullen zijn.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het streven is om over twee maanden (augustus 2014) een blauwdruk klaar te hebben. Wat is de ratio achter deze snelle aanpak, zo vragen deze leden. Zij vragen in dit verband ook naar de samenloop van deze aanpassingen met de nieuwe Brusselse verordeningen over keuringen, plantgezondheid en kwaliteit die over circa vier jaar in werking zullen treden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > juni