Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de recente opmars van IS in Irak

woensdag 10 september 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een plenair debat met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken en minister Hennis-Plasschaert van Defensie

Onderwerp:   Debat over de recente opmars van IS in Irak

Kamerstuk:    27 925

Datum:           10 september 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Als je vanmorgen de krant Trouw opensloeg, kon je de schokkende berichten lezen van vrouwen die het gelukt was te ontsnappen aan de gruwelijkheden van de Islamitische Staat. Het waren uitgebreide verhalen hoe zij misbruikt en als slaven verhandeld werden en hoe zij eindigden in de bordelen die gebruikt werden door de ISIS-strijders. De rillingen gaan over je rug op het moment dat je deze ooggetuigenverslagen leest.

Wij hebben vandaag een indrukwekkende hoorzitting achter de rug met Iraakse parlementariërs. Ook hebben wij een petitie in ontvangst mogen nemen van een organisatie die zich heeft ingezet om dit op de agenda te krijgen en die Nederland aanzet om betrokken te raken bij de strijd tegen ISIS. Voor die petitie waren 35.000 handtekeningen verzameld. Mensen hebben hiervoor gevast. Daarvoor kan ik alleen mijn waardering uitspreken. De Iraakse parlementariërs hebben ons nog een keer een beeld voorgehouden van het leed dat de Koerden, minderheden zoals de yezidi's, de Turkmenen en de christenen op dit moment ondergaan. Zij hebben een duidelijk pleidooi neergelegd in de Kamer om hen te helpen beschermen. Zij hebben gezegd dat zij het alleen niet kunnen, dat zij de steun van de internationale gemeenschap nodig hebben, dat er in samenwerking met de internationale gemeenschap een soort veilige zone, een safe haven, moet komen en dat zij anders niet terug durven naar hun dorpen.

President Obama en minister van Buitenlandse Zaken John Kerry spraken over een overduidelijke genocidale agenda die uitgeroeid moet worden met behulp van een internationale coalitie. Over die internationale coalitie hebben wij het vanavond. Dat is een coalitie waar Nederland vooralsnog niet aan meedoet. Ik zeg "vooralsnog", omdat wij vanmiddag een brief hebben gehad die daartoe wel de bereidheid heeft uitgesproken. Als het aan de ChristenUnie-fractie ligt, neemt Nederland deel aan de coalitie en neemt het de verantwoordelijkheid om de vermeende genocide tegen de yezidi's, sjiieten en christenen te stoppen. Die verantwoordelijkheid is overigens ook verankerd in onze Grondwet, en wel in artikel 90, dat gaat over het bevorderen van de internationale rechtsorde.

De ChristenUnie heeft zich al eerder uitgesproken tegen de afwachtende houding van het kabinet. Anderen spraken terecht en zonder schroom over een genocide in werking, maar dit kabinet wil, ook vandaag, niet verder gaan dan een vermoeden. In lijn met die terughoudendheid levert het kabinet tot nu toe helmen en vesten en stelt het een C-17-vrachtvliegtuig beschikbaar. President Obama presenteerde zijn internationale coalitie, met Nederland als opvallende afwezige. Klopt het dat het kabinet verbaasd was over het feit dat Nederland was gepasseerd? In de brief van vandaag geeft het kabinet aan dat om praktische redenen eerst andere landen zijn benaderd. Kan de minister ook aangeven wat die praktische redenen dan zijn geweest? Heeft dat ook te maken met de inzet die we tot nu toe hebben getoond?

Positief aan de brief van vandaag is zonder meer de melding dat Nederland met de Verenigde Staten in gesprek is over plannen om deel te nemen aan de coalitie. Betekent dat formeel dat we vandaag deel uitmaken van deze coalitie? Of is dat nog onderwerp van overleg? Kan het kabinet de contouren schetsen van de Nederlandse bijdrage aan de coalitie? Alle opties worden opengehouden, zo lezen we. Kan het kabinet concreet aangeven aan welke militaire bijdrage het denkt? Mijn fractie overweegt om op dit punt een motie in te dienen om zo het kabinet aan te sporen om zich aan te sluiten bij de coalitie.

Ik kom op de genocide. Mijn fractie blijft zich erover verbazen dat het kabinet ook vandaag in de brief niet voluit spreekt over genocidale handelingen begaan door de IS-strijders. Ook de brief van vandaag geeft daarover geen duidelijkheid. Kan de minister inhoudelijk reageren op de stelling van veel wetenschappers op het gebied van genocidestudies en mensenrechten dat genocide en etnische zuiveringen gaande zijn, met name gericht tegen de christelijke gemeenschap en de yezidi's? Het Internationaal Gerechtshof liet in een oordeel uit 2007 weten dat een staat de verantwoordelijkheid heeft om te handelen als hij in kennis wordt gesteld van het bestaan van een serieuze dreiging dat genocide zich kan voordoen. Ik hoor graag van de minister of het kabinet inmiddels overtuigd is van het feit dat IS zich schuldig maakt aan genocide.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Ik hoorde de collega van de ChristenUnie net zeggen dat hij overweegt om een motie in te dienen om actief deel te nemen aan de coalitie. Gisteren is een motie van mijn fractie in stemming gebracht waarin juist dat wordt bepleit. De ChristenUnie-fractie was daartegen. Waarom?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij vonden dit debat de juiste plaats om zo'n motie in te dienen. Misschien ga ik die motie helemaal niet indienen, namelijk als het kabinet duidelijk maakt dat het in gesprek is om wel degelijk deel te nemen aan de coalitie. Ik wacht dit debat af en ik wacht de reactie van de ministers af. Het moge echter duidelijk zijn dat wij vinden dat moet worden deelgenomen aan de coalitie of, zo u wilt, dat we een bijdrage leveren aan de strijd tegen die barbaarse ISIS.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Het is natuurlijk een beetje flauwekul om als ChristenUnie te stellen dat die motie gisteren niet kon worden gesteund en dat vandaag zo'n motie eventueel wel kan worden ingediend. Maar dit terzijde. Betekent het wel dat de ChristenUnie dan ook actief een militaire bijdrage wil leveren, en dan niet alleen helmen en vesten maar ook F16's en Apaches?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Als de heer Van Klaveren in de afgelopen weken de kranten heeft gelezen, dan zal hij het antwoord wel weten. Toen ik in Erbil in Irak was, heb ik het de patriarchen nagezegd. Ik volg hun uitspraken al een jaar of twintig en voor het eerst zeiden zij: geef ons maar militaire steun zodat we op zijn minst onszelf kunnen beschermen. Dat heb ik hen nagesproken.

De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Voorzitter, …

De voorzitter:
Nee, we doen de interrupties in tweeën.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Ja, maar ik stelde die vraag omdat de ChristenUnie eerder ook al aangaf dat ze dat wilde maar toen geen boter bij de vis leverde.

De voorzitter:
U hebt gevraagd: wilt u die militaire steun, is dat wat u bedoelt? U hebt daarop …

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het antwoord is ja.

De voorzitter:
… antwoord gekregen. Gaat u verder, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik kom, afsluitend, op de humanitaire hulp. Vandaag kregen we van de Irakese parlementariërs te horen dat de hulp nog niet goed op gang is gekomen, dat de bureaucratie van de VN ertoe heeft geleid dat het maar langzaam op gang komt. Ik heb dat zelf ook gezien toen ik daar was. De loodsen stonden vol, maar er waren te weinig partners voor de distributie. Mag ik dan ook van het kabinet horen dat het de urgentie ziet en dat het daaraan ook verbindt om, mogelijk beperkt, fondsen vrij te maken om daar waar de VN gaten laten vallen, die te dichten met onze Nederlandse organisaties, die prima in staat zijn om op dit moment de ergste nood te lenigen en die ook al daar aanwezig zijn?

De heer De Roon (PVV):
Ik wil toch even voortborduren op de vragen van de heer Van Klaveren. Begrijp ik goed dat de heer Voordewind wel wapens zou willen leveren aan de christenen maar dus niet aan islamitische strijders zoals de Koerden? Heb ik het zo goed begrepen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik kan mij niet herinneren dat ik dit soort teksten heb uitgesproken. Ik heb het altijd opgenomen voor degenen die onderdrukt worden. Dat is in dit geval een hele trits aan organisaties, zelfs tot de sjiieten aan toe. Wij hebben altijd gezegd dat ISIS bestreden moet worden, dat de Koerden daarvoor bewapend moeten worden en dat in samenwerking met de Koerden ook de christenen en de yezidi's ingeschakeld zouden moeten worden, alsook de Turkmenen, om de strijd tegen ISIS op de grond aan te gaan.

De heer De Roon (PVV):
Ik vroeg dat omdat de heer Voordewind daarnet in het debat met collega Van Klaveren zei dat hij geïnspireerd was om te zeggen dat er wapens geleverd moeten worden doordat de patriarchen dat hadden gezegd. Dat riep bij mij het beeld op dat ze alleen voor de christenen bestemd waren, maar het is nu duidelijk: de heer Voordewind wil ook wapens leveren aan allerlei moslimstrijders, terwijl er in de islamitische wereld al meer dan genoeg wapens zijn en zij ook daar zouden kunnen vragen om wapens.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De PVV-fractie sluit een beetje achter aan bij de strijd tegen ISIS. Dat verbaast mij hogelijk, want meestal staat zij vooraan als het gaat om de strijd tegen de islam. Nu blijft de PVV wat achterover hangen. In tegenstelling tot de PVV-fractie vinden wij dat er alle reden is om de strijd in te zetten tegen ISIS, en niet alleen omdat de christenen dat vinden. Ik heb ook de yezidi's en de Turkmenen bezocht. Zij gaan op dit moment door onbeschrijfelijk leed en wij moeten er alles aan doen om dat leed te stoppen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > september