Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik-Faber ten behoeve van de Notitie reikwijdte en detailniveau planMER Schaliegas

dinsdag 28 oktober 2014

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken ten behoeve van een notitie

Onderwerp:   Notitie reikwijdte en detailniveau planMER Schaliegas

Kamerstuk:    33 952

Datum:           28 oktober 2014

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de Notitie reikwijdte en detailniveau planMER Schaliegas. Genoemde leden zijn tegen winning van schaliegas en schalieolie in Nederland. Zij hebben nog veel vragen over het proces rondom de notitie en vinden het teleurstellend dat de 2464 zienswijzen nauwelijks zijn meegenomen in het proces. Bovendien wordt niet aangetoond wat nut en noodzaak van schaliegaswinning is in de energietransitie en worden ook alternatieve scenario’s onvoldoende meegewogen.

Vaststelling Notitie reikwijdte en detailniveau

De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden het teleurstellend dat de minister nauwelijks reageert op de ontvangen 2464 zienswijzen en adviezen. De reacties bevatten veel zorgen en waardevolle adviezen van onder meer provinciale en lokale overheden en waterschappen. Bovendien is onduidelijk welke delen van het advies van de Commissie MER wel en welke niet worden overgenomen. Waarom heeft de minister niet gekozen voor aanpassing van de conceptnotitie en planMER naar aanleiding van de zienswijzen? Is de minister bereid om een uitgebreidere reactie te geven op de ontvangen zienswijzen? Zo nee, wat betekent dit voor het maatschappelijk draagvlak van voorliggende notitie? Is de minister bereid om duidelijk te maken op welke onderdelen hij de Commissie MER heeft gevolgd en op welke onderdelen niet?

De leden van de fractie van de ChristenUnie wijzen op de onduidelijkheid over welk scenario voor voorbeeldwinning als uitgangspunt wordt genomen in de planMER. Dit is van belang omdat alleen een voldoende groot voorbeeldwinningsscenario (met tientallen tot honderden boorlocaties) duidelijk inzicht geeft in de cumulatieve effecten van schaliegaswinning, bijvoorbeeld de impact van vrachtwagenbeweging op infrastructuur of aanleg van wegen op versnippering van de natuur. Ook de Commissie MER adviseert een 'representatieve voorbeeldwinning' als uitgangspunt te nemen. De minister stelt in de reactienota het volgende: "Voor het planMER wordt uitgegaan van een realistische (economisch haalbare) voorbeeldwinning inclusief een gasbehandelingsinstallatie." Wat verstaat de minister onder een realistische (economisch haalbare) voorbeeldwinning? Om hoeveel boorlocaties en boorputten gaat het hier? Hoe kan de minister bepalen wat een economisch haalbare voorbeeldwinning is als niet op voorhand duidelijk is hoeveel gas daadwerkelijk met het aantal putten gewonnen kan worden en in hoeverre een investering zich kan terugverdienen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de minister inzichtelijk kan maken wat de milieueffecten van schaliegasboringen per fase zijn. Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden het van essentieel belang dat eerst onderzocht wordt wat nut en noodzaak van schaliegaswinning in Nederland zijn. Nederland staat voor de opgave om een omvangrijke energietransitie te bewerkstelligen. In het plan MERis echter geen plek ingeruimd voor energietransitie en voor alternatieven van schaliegas. Ook kiest de regering niet voor een maatschappelijk debat over nut en noodzaak van schaliegaswinning. De minister neemt bovendien het advies van de Commissie MER om "minimaal één fossiel georiënteerd en één duurzaam georiënteerd representatief reëel scenario/alternatief als referentiescenario" uit te werken in de planMER niet over. Hij is voornemens alternatieve scenario's te behandelen in het Energierapport 2015. Het weglaten van alternatieven uit de planMER voor Structuurvisie schaliegas is in strijd met artikel 5.1 van de SEA Directive (Strategic Environmental Assessment Directive/Europese RICHTLIJN 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's). Deelt de minister de opvatting dat het weglaten van alternatieve scenario's in strijd is met de Europese SEA Directive? Zo ja, hoe rechtvaardigt de minister het afwijken van Europese wetgeving?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom veel belangrijke regionale thema’s ontbreken in de reactienota, zoals waterkeringen, overstromingsgevoelige gebieden, aardkundige waarden, provinciaal cultuurhistorisch erfgoed, gezondheid, verkeer, stikstofemissie en de gevolgen voor het stedelijk gebied.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hechten aan het respecteren van boringsvrije zones. Kan de minister garanderen dat de door provincies ingestelde boringsvrije zones volledig gerespecteerd worden? Zo nee, in welke gevallen denk de minister dat boringen in boringsvrije zones toch mogelijk moet zijn? Kan de minister zich voorstellen dat er boringsvrije zones zijn die door provincie ingesteld zijn voor het borgen van de drinkwatervoorziening waar toch schaliegasboringen mogelijk zijn? Zo ja, onder welke omstandigheden? Worden alle door provincies aangewezen en vastgelegde boringvrije zones, beschermingsgebieden en strategische grondwatervoorraden op voorhand uitgesloten? Is de minister bereid om het voorzorgprincipe toe te passen en de uitzondering te laten gelden voor de gehele diepte en niet slechts tot 1000 meter?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op welke manier de regering de EU-aanbeveling meeneemt voor minimumafstanden tussen toegestane activiteiten en woon- en waterwingebieden. Neemt de minister de aanbeveling over om bufferzones in te stellen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de minister inzichtelijk kan maken wat de maatschappelijke kosten van schaliegaswinning voor de omgeving zijn, bijvoorbeeld op het gebied van het vestigingsklimaat voor bedrijven, agrarische bedrijfsvoering, regionale economie en gevoelens van onveiligheid. Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat nog veel vragen uit de zienswijzen onbeantwoord zijn gebleven. Zij leggen graag onderstaande vraagpunten nog voor om meer duidelijkheid te krijgen voor betrokken partijen. Hoe gaat de minister om met:

  • effecten op robuust natuurnetwerk en UNESCO cultureel werelderfgoed;
  • geplande stedelijke ontwikkelingen;
  • afvoer en verwerking van afvalwater en boorgruis;
  • borging integriteit verlaten putten;
  • effecten op aquatische- en grondwaterafhankelijke natuur;
  • mitigerende en compenserende maatregelen;
  • geschiktheid van het gebruik van buitenlandse studies in de Nederlandse situatie;
  • risico verspreiding frackingvloeistof naar watervoerende pakketten;
  • verwerking van retourwater (met o.a. radioactieve stoffen en hoge zoutgehaltes);
  • benodigde watervolumes in proces;
  • risico van lekken van buitengebruik gestelde putten, zowel boven- als ondergronds.

Planning structuurvisie

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen meer helderheid over de verhouding tot de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Zij hechten aan een integrale afweging over bodemactiviteiten in STRONG. Is de minister dit met genoemde leden eens? Zo ja, neemt hij de adviezen van de Commissie MER over om in de planMER Schaliegas aan te geven welk ondergronds gebruik beïnvloed kan worden door opsporing en winning van schaliegas en om de integrale afweging over bodemactiviteiten in STRONG op te nemen? Hoe kan de Structuurvisie Schaliegas integraal onderdeel uitmaken van STRONG als in de planMER gebruiksmogelijkheden van de ondergrond niet meegenomen worden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat winning van schalieolie wordt meegenomen in de planMER. Winning van schalieolie is niet hetzelfde als winning van schaliegas. Kan de minister duidelijk maken waarom winning van schalieolie een serieuze optie in Nederland is? Op welke manier wordt schalieolie in de planMER verankerd? Is het nog mogelijk om hierover zienswijzen in te dienen?

Aanhouden vergunningen

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen in de Kamerbrief over de (binnenkort) verlopen vergunningen van Cuadrilla en Hexagon: "Om te voorkomen dat de vergunningen vervallen en derden eventueel aanspraak kunnen maken op het aan Hexagon respectievelijk Cuadrilla vergunde gebied, heb ik besloten dat ik beide verlengingsaanvragen zal aanhouden, maar dat de vergunningen niet vervallen totdat ik - na de afronding van de structuurvisie - op de aanvragen tot verlenging heb beslist." Onduidelijk blijft hoe dit juridisch vormgegeven wordt, de exploratievergunning zijn immers voor een beperkte tijd (5 jaar) afgeven. Graag een reactie.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > oktober