Bijdrage Joël Voordewind aan de plenaire behandeling van de Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII)

woensdag 19 november 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan de plenaire behandeling van de  Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII)

Onderwerp:   Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII)

Kamerstuk:    34 000 – XVII

Datum:           19 november 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ook ik refereer aan de afgelopen zomer waarin een recordaantal mensen op de vlucht waren. Er zijn op dit moment meer dan 50 miljoen mensen ontheemd, denk vooral aan Syriërs, yezidi's, christenen en andere minderheden die op de vlucht zijn voor de terreur van ISIS. In Afrika kennen we meerdere brandhaarden waarbij burgers het slachtoffer worden: Zuid-Sudan, Nigeria, Mali et cetera. Uit pure wanhoop wagen mensen zelfs de oversteek over de Middellandse Zee. Naar schatting zijn er dit jaar al meer dan 3.000 mensen verdronken. De ziekte ebola slaat om zich heen en maakt vele slachtoffers. Er is dus alle reden om het bestaande noodhulpfonds met 570 miljoen op te plussen. We zijn dan ook zeer blij dat dit gelukt is als drie partijen: SGP, D66 en ChristenUnie. Samen met de coalitie hebben we 570 miljoen extra vrij weten te maken en dat is een lichtpuntje om die grote nood te verlichten.

Daarnaast zijn we ook blij dat het gelukt is om 375 miljoen vrij te maken voor het ministerie van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, opdat de extra kosten voor het eerste jaar van de opvang van asielzoekers niet op de ODA-begroting van de minister zouden drukken en dus niet ten koste zouden gaan van armoedebestrijding. Het is mooi dat dit gelukt is, maar we moeten ook verder kijken. We hopen echt dat dit, net als bij de begroting van Defensie, een keerpunt is en dat we terug gaan groeien naar de ondergrens van 0,7%. Voorheen waren we terecht trots op die 0,7%. Toen we Bill Gates afgelopen week spraken zei hij: het is eigenlijk heel bijzonder dat landen eerst groeien naar die 0,75% en dan weer afzakken; dat is nog niet eerder voorgekomen. Is het ook de ambitie van de minister om terug te groeien naar die 0,7%?

Dan zeg ik nu iets over het maatschappelijk middenveld. Het maatschappelijk middenveld is heel goed in staat om in de haarvaten van de samenleving de armoede te bestrijden. De minister heeft toegezegd om de verhouding 20%/80% te hanteren bij de particuliere kanalen en noodhulp. Dat hebben we ook teruggezien in de budgetten. Daar prijs ik de minister voor. Ik vraag de minister nog wel hoe het staat het met maatschappelijk middenveld en ontwikkelingssamenwerking. Er dreigt een zware bezuinigingsslag bij de MFS-organisaties. Die gaan in 2016 terug van 550 miljoen naar 189 miljoen voor het particuliere kanaal.

Ik heb hierover twee vragen. Kan de minister duidelijk stellen dat zij probeert om de 25%-norm ook voor de ontwikkelingssamenwerking vast te houden als het gaat om het maatschappelijk middenveld? Doordat er gelobbyd moet worden en er niet altijd hele grote bedragen voor nodig zijn, lukt het misschien niet altijd met de strategische partnerschappen. Ik hoop daarom dat de minister zich ervoor zal inspannen om de maatschappelijke organisaties daarin via de speerpunten te voorzien. In dat kader vraag ik de minister ook of de 9 miljoen die nog niet bestemd is voor 2016, doorgeschoven kan worden naar het ophogen van de strategische partnerschappen. Kan dat bedrag worden toegevoegd aan het budget strategische partnerschap?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wil de ChristenUnie-fractie misschien net als de CDA-fractie een impactanalyse zien voor het jaar 2016, zodat we het volgend jaar eventueel bij kunnen sturen in de begroting 2016? Als we dat doen, kunnen we ons maatschappelijk middenveld toch wat meer ondersteunen. Hoe staat de ChristenUnie daartegenover?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Heel goed. Wij hoeven zo'n impactstudie eigenlijk niet af te wachten, maar ik zal dat zeker steunen. In de meerjarenbegroting zien wij een grote teruggang voor particuliere organisaties. Wij moeten afwachten of met het speerpuntenprogramma nog enige compensatie kan worden geboden, zodat wij op de 25% kunnen blijven. Ik houd mijn hart vast. Als het CDA op dit punt om een nader onderzoek vraagt, steun ik dat van harte.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dat is goed om te horen. Wij zijn ook door de begroting heengegaan om te zien waar er nog mogelijkheden zijn om extra geld te vinden. In eerste termijn heb ik aangegeven dat dit lang niet altijd even helder is. Daar willen wij graag een nadere toelichting op. Misschien kunnen wij gezamenlijk nagaan wat wij eventueel nog voor komend jaar kunnen doen. Wij willen echter nu al graag voorsorteren voor 2016. Het is goed om te zien dat de fractie van de ChristenUnie dat ook wil.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Omdat dit niet van mijn spreektijd afgaat, kan ik daar alvast iets over zeggen. Wij hebben een motie in voorbereiding waarin wij naar voren kijken. Wij willen nagaan of de stijging ten aanzien van de particuliere sector wellicht iets minder kan zijn. Daarmee kan de budgetdaling voor het maatschappelijk middenveld gecompenseerd worden. Daar kijken wij specifiek naar.

Wij hebben vorig jaar 20 miljoen kunnen vrijmaken voor het aids global fund om de daling in het budget te compenseren. Ook daarbij hebben wij voor de dekking gekeken naar de ontwikkeling van de private sector. Wij dienen ook dit jaar hiervoor een amendement in voor een bedrag van 10 miljoen.

Wij hebben vorig jaar een amendement ingediend op het punt van social protection. Dat zat in het totaalpakket van 50 miljoen. In dat kader zou geld worden vrijgemaakt voor het social proctetion program van UNICEF. Tot op heden is dat niet gelukt en wij zijn inmiddels een jaar verder. Kan ik morgen van de minister horen dat dit bedrag nu inderdaad wordt uitgekeerd?

Dan de eerlijke handel. Het is nog steeds onduidelijk of het Dutch Good Growth Fund een succes is. Ik heb in het antwoord op vraag 50 gelezen dat er nog geen aanvragen gehonoreerd zijn voor het DGGF. Kan de minister dit bevestigen? Het was toch het paradepaardje van deze minister dat met deze leningen het bedrijfsleven gestimuleerd zou worden om in Afrika te investeren? Als dat niet van de grond komt, moeten wij wellicht naar andere bestedingen kijken.

Ik kom op het IDH, het Initiatief Duurzame Handel. In de IOB-evaluatie lezen wij dat dit nog te weinig oplevert als het gaat om directe armoedebestrijding. Bovendien is er sprake van onderbesteding. Heb ik de minister aan mijn zijde als ik haar vraag of ook leefbaar loon een key indicator moet zijn binnen het IDH? Dat zou een voorwaarde moeten zijn om aan armoedebestrijding te doen binnen het IDH. Is de minister dat met ons eens?

Ik dank de minister voor de brief die wij net voor de begrotingsbehandeling hebben gekregen over de risicosectoranalyse.

Mevrouw De Caluwé (VVD):
Ik ben blij dat de heer Voordewind een slokje water nodig heeft, want dan kan ik hem een vraag stellen. Ik kom terug op het DGGF. De heer Voordewind heeft geconstateerd dat dit nog niet tot concrete projecten heeft geleid en vraagt zich af of wij daar wellicht iets anders mee moeten. Wat is echter zijn positie als er een overweldigende belangstelling voor het DGGF is?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij nooit het DGGF in totaliteit afgewezen. Wij hebben altijd gezegd dat er kansen liggen voor het stimuleren van het mkb in Afrika. Volgens mij is dat het tweede spoor. Wij hebben wel altijd afwijzend gestaan tegenover gebonden hulp, de exportkredietverzekeringen via het derde spoor. Ik begrijp dat er heel weinig aanvragen zijn voor dit derde spoor. Dan kunnen wij dat geld beter ergens aan besteden.

Mevrouw De Caluwé (VVD):
Ik begrijp dat de aanloop voor het tweede spoor heel erg lang duurt. Steunt de heer Voordewind mijn vraag aan de minister om voor dat spoor een quick start te doen via een aantal fondsen? Dan kunnen wij een start maken met de aanvragen die er zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik zou daar heel erg voor zijn als het gaat om het stimuleren van leningen bij het Afrikaanse mkb. Het lijkt me heel verstandig om daar een quick start te doen. Ik ben minder enthousiast om het mkb in Nederland daartoe te stimuleren. Ik meen dat dat spoor 1 is dan wel spoor 3, export kredietverzekeringen. Als mevrouw Mulder en ik het over hetzelfde spoor hebben, zou ik daar inderdaad graag een soort doorstart of versnelling zien. Als dat kan via de mogelijkheid van de quick start, dan steun ik die van harte. Zolang we het maar over hetzelfde spoor hebben.

Dan kom ik te spreken over de sectoranalyse. De brief is net binnen. We horen dat de adviezen van de maatschappelijke organisaties die hebben meegedacht eigenlijk amper zijn meegenomen in de analyses. De minister zegt dat zij die wel openbaar wil maken, eventueel via een website, maar het is toch een gemiste kans dat die kritieken niet serieus zijn genomen en niet zijn meegenomen in de analyses? Kan de minister verklaren waarom dit het geval is geweest? Hoe kunnen we die organisaties goed betrekken bij het vormgeven van de convenanten? Het is een multistakeholderproces om te komen tot die convenanten. Kan de minister daarop ingaan?

In de kledingsector worden langzaam maar zeker verbeteringen doorgevoerd. Dat is positief. Het zou echter ook goed zijn als bedrijven die daar nu mee bezig zijn, in de vorm van cofinanciering met de overheid, aan de slag kunnen om daar nog een stevige stimulans op los te laten, zodat we in 2016 tot concrete en afrekenbare doelstellingen kunnen komen betreffende het convenant. Is de minister bereid om het amendement op dat punt van de ChristenUnie samen met GroenLinks, te ondersteunen? Wil de minister de aanpak van het Bangladesh-akkoord ook voor de andere sectoren gebruiken? Er stonden heel goede indicatoren in dat akkoord. Het feit dat het een verdrag betrof en geen convenant maakte het nog sterker. Kunnen het Bangladesh-akkoord en alle elementen eromheen gebruikt worden voor de aanstaande convenanten?

We hebben eerder al gesproken over de supermarkten en de keurmerken. Er is ook al een motie aangenomen van de ChristenUnie over eerlijke supermarkten (32500-IV, nr. 48). Ik heb allerlei gesprekken gevoerd in aanloop naar de begroting, met Ahold, Unilever et cetera. Ook zij hebben het gevoel dat het woud aan keurmerken echt te groot is. In dat kader vraag ik de minister of we niet moeten komen tot een ondergrens voor de keurmerken. Je zou het een "keurmerk van de keurmerken" kunnen noemen. Dan hebben we het over de ISEAL. Is de minister bereid om met de Alliantie Verduurzaming Voedsel in gesprek te gaan om te kijken of we met ISEAL tot een ondergrens van het toetsen van de keurmerken zouden kunnen komen? Dat zou al veel schelen wat betreft het wegzuiveren van keurmerken die niet aan bepaalde standaarden voldoen.

Ik sluit af met een oproep aan ons allen en niet zozeer aan de minister. Aanstaande zaterdag gaat de actie Stop de ebolaramp van start. Laten we er alles aan doen om deze actie tot een succes te maken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > november