Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Suïcidaliteit

donderdag 04 september 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderwerp Jeugdzorg van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Suïcidaliteit

Kamerstuk:    32 793

Datum:           4 september 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat we weer over dit onderwerp spreken, naar aanleiding van de voortgangsrapportage. Onlangs werden we weer geconfronteerd met een zelfdoding in onze vriendenkring. Dat schokt je enorm, vooral als je het niet ziet aankomen en de ouders het ook niet zien aankomen. Met name de ouders krijgen dan te maken met een groot gevoel van onmacht.

Zeven jaar geleden vroeg de ChristenUnie om een nationaal actieplan suïcidepreventie. Gelukkig is dat er ook gekomen. In die zeven jaar is er ook het een en ander gebeurd en op de rit gezet en daar zijn we erg blij mee. Verschillende ministers hebben zich flink ingespannen voor dit onderwerp, ook deze Minister. Er is een breed suïcideplan gekomen. Waar voorheen de aandacht alleen uitging naar de ggz, zien we nu een integrale benadering van de aanpak preventie suïcide. Er is een multidisciplinaire richtlijn gekomen, net als een handreiking voor de implementatie. Verder zagen we 113Online, een telefoonchatmogelijkheid voor mensen die in nood verkeren. Ik ben er zelf geweest en heb daar vreselijke verhalen meegekregen uit de chats met mensen die zeiden: ik zie het niet meer zitten, ik heb een datum gepland; dit is het einde. Gelukkig nemen deze mensen nog contact op met 113Online. Er is verder informatie opgezet voor gatekeepers.

Ik ben erg blij met wat er tot nu toe nationaal is gedaan. Tegelijkertijd constateer ik ook dat het aantal suïcides nog steeds stijgt. We zitten nu op 1.750. Ik zei net tegen mijn collega dat dit bijna drie keer zoveel is als het aantal mensen dat per jaar omkomt in het verkeer. En toch is er zo weinig aandacht hiervoor. Gelukkig geldt dat niet voor vandaag, maar ik denk dat we nog een hele slag kunnen maken.

Waarom is het zo belangrijk om toch aan suïcidepreventie te doen, ook al weten we dat de maakbaarheid van de samenleving zeer beperkt is? 80% tot 85% van de suïcides vindt plaats in een opwelling, zo weten we. De meerderheid van de mensen die hiertoe overgaan, staat onder toezicht van of een huisarts of de ggz. Er is dus contact en we hebben zicht op mensen die overwegen dit te doen. Er zijn dan ook lijnen om invloed uit te oefenen.

Wat die stijging van het aantal suïcides betreft: ik heb begrepen dat de laatste cijfers voor 2013 nog moeten verschijnen, maar de berichten zijn niet geruststellend. Uit het onderzoek van Ad Kerkhof van de Vrije Universiteit van Amsterdam weten we dat de stijging vooral wordt veroorzaakt door mensen die langdurig werkloos zijn. Kunnen we mogelijk via het UWV medewerkers alert maken op signalen van suïcide? Is de Minister bereid om hiernaar te kijken in samenwerking met het UWV?

Vanaf het moment waarop het preventieplan uitkwam, hebben we gediscussieerd over de vraag of het streefcijfer reëel was. De Minister zegt dat het lastig is en dat we eerst maar eens de stijgende trend moeten zien te keren. Ik vraag haar toch om vast te houden aan het streefcijfer van 1% daling. Ik vraag haar ook om dit te koppelen aan de jaarlijkse rapportage om zo de ambitie tot uitdrukking te brengen.

Mevrouw Leijten (SP): De heer Voordewind zegt dat de samenleving niet zo maakbaar is als we denken. Ik denk dat dat correct is. We horen veel zorgwekkende verhalen van onder anderen huisartsen over mensen die zich niet laten doorverwijzen naar de geestelijke gezondheidszorg, ook al zitten ze echt in nood. Ze kunnen namelijk het eigen risico niet betalen. Wat vindt de ChristenUnie daarvan? Wat dat streefcijfer betreft, die 1% daling waarvan ik me afvraag of dat mogelijk is: moet niet eerst dat eigen risico overboord gegooid worden?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Van de Vrije Universiteit heb ik begrepen dat het met name gaat om mensen die langdurig depressief zijn, die in de WAO zitten, mensen die lange tijd niet hebben gewerkt en ook geen uitzicht hebben op werk. Ik heb dan ook aan de Minister gevraagd om te bekijken hoe we deze groepen beter in beeld kunnen krijgen. Je moet dan aan een breed pakket denken. Het gaat om chronisch zieken en gehandicapten maar ook om langdurig werklozen. Ik denk dat we vooral op dat terrein een slag moeten maken. U hebt gelijk dat we de drempels voor zorg zo laag mogelijk moeten houden. Tegelijkertijd zien we dat de zorgkosten nog steeds jaarlijks stijgen met 3 miljard. Daar hebben we ook mee te maken.

Mevrouw Leijten (SP): Dat is dan toch een spijtig antwoord van de ChristenUnie: enerzijds zeggen dat het aantal moet dalen en praten over mensen die het financieel niet breed hebben – iedereen weet dat de WAO geen vetpot is – en die dus afzien van zorg, ook al heeft de huisarts gezegd dat die noodzakelijk is, en anderzijds over het eigen risico zeggen dat er bezuinigd moet worden. Ik had gehoopt dat u, die zo flink tegen de Minister zegt dat zij moet vasthouden aan een streefcijfer van 1% daling van het aantal zelfdodingen, ook dit soort maatregelen zou meenemen in uw beleidsvoorstellen, dus een betere toegang tot de geestelijke gezondheidszorg voor iedereen. Maar dan komt het bezuinigingsaspect weer naar boven en dat is erg jammer.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik begrijp het wel maar tegelijkertijd moeten we de discussie niet versmallen tot alleen de toegang tot de huisarts. Een en ander heeft een integrale aanpak nodig, van de NS met praatpalen tot het in beeld houden van mensen door de ggz. Het hele pakket is belangrijk en ik hoop dat ik hierover nog een aantal dingen kan aanstippen.

De voorzitter: U hebt nog een minuut.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dan ga ik er in staccato doorheen. Met betrekking tot de suïcidepreventie bij de gemeenten wijs ik de Minister op het voorbeeld van Venlo, waar de eerste poli suïcidepreventie is opgezet. Is het een idee om zoiets te stimuleren via de VNG? Ik wijs verder op de huisartsenopleiding, waarin nog steeds onvoldoende aandacht is voor suïcidepreventie.

Goed dat er de komende jaren financiering is voor 113Online, maar er moet een structurele bekostiging komen. Om dat mogelijk te maken, moet de bekostiging gaan lopen via de zorgverzekeraars. Wil de Minister een gesprek aangaan met de zorgverzekeraars om na te gaan of dat mogelijk is?

Ik heb een boek gekregen van Ernst Vader – dat is een pseudoniem – getiteld Leven na Bloem. De dochter van de auteur heeft een einde aan haar leven gemaakt. Deze vader pleit voor meer openheid over de behandeling na iemands overlijden. Ik bied de Minister het boek aan en vraag haar om te bezien of het ondanks het medische beroepsgeheim toch mogelijk is om meer duidelijkheid te verschaffen aan ouders die in onzekerheid verkeren over de reden waarom hun dochter of zoon een einde aan haar of zijn leven heeft gemaakt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > september