Debat over een rekenfout van Rijkswaterstaat bij de risicoberekening van de stort van granuliet in een natuurplas

dinsdag 27 oktober 2020

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil vanaf deze plek beginnen met mijn dank uit te spreken aan de heer Kuijken voor het heldere rapport dat hij heeft opgesteld. Als je alles op een rij zet, kijkend naar kabinetsbrieven, het rapport van de heer Kuijken en onderzoek door met name Zembla, ontstaat een ontluisterend beeld. Ingewikkelde regels, gebrekkige naleving en handhaving, te veel spelers met allemaal hun eigen belang die langs elkaar heen werken of elkaar zelfs onder druk zetten. Dat het proces "geen schoonheidsprijs verdient", is buitengewoon eufemistisch gesteld, zoals ook de heer Kuijken zelf al aangaf tijdens de technische briefing. Waar de minister in mei van dit jaar nog beweerde dat het belang van wegenbouw geen enkele rol speelt in dit dossier, blijkt nu dat er een effectieve lobby van de asfaltindustrie is geweest waardoor de granulietstort uiteindelijk door kon gaan: eerst 100.000 ton, en uiteindelijk, na stilzwijgende goedkeuring, wel 750.000 ton in Over de Maas, met mogelijk alle risico's van dien. Je zult maar bewoner zijn van Dreumel en al die duizenden tonnen granuliet in je achtertuin zien verdwijnen.

Voorzitter. De ChristenUnie vindt dat de overheid is geroepen om het recht te beschermen en om onrecht te bestrijden. Mensen moeten op de overheid kunnen vertrouwen, zodat zijzelf en hun leefomgeving worden beschermd, met heldere regels en transparant handelen op basis van duidelijke procedures. Bij het project Over de Maas is dat onvoldoende gebeurd. Erkennen de bewindspersonen dat?

Voorzitter. Ik heb begrepen dat de stort van granuliet bij Over de Maas wordt stilgelegd. Maar is het niet gek dat lopende het onderzoek dat door Arcadis wordt uitgevoerd wel wordt doorgegaan met de stort, tot nota bene 14 november? Wordt granuliet ook op andere locaties toegepast? Wat de ChristenUnie betreft moet eerst klip-en-klaar zijn dat er geen negatieve gevolgen zijn voor mens en milieu, en blijft de bodem- en waterkwaliteit dan ook langjarig gemonitord worden op plekken waar de stort al heeft plaatsgevonden. Dat de Marker Wadden, het Nederlandse paradepaardje van nieuwe natuur, daarbij ook langskomen, is op z'n minst ongemakkelijk.

De voorzitter:
De heer Laçin heeft een interruptie.

De heer Laçin (SP):
Dank, voorzitter, ik ben me ervan bewust dat dit mijn laatste interruptie is. Ik hoor mevrouw Dik-Faber iets interessants zeggen. Zij zegt dat het eerst klip-en-klaar moet zijn dat granuliet geen nadelige gevolgen heeft. Zij stelt ook een vraag die ik ook heb gesteld, namelijk op welke andere plekken dit gebeurt. Is de ChristenUnie het met de SP eens dat we in de tussentijd, terwijl het Arcadis-onderzoek loopt en we wachten op de uitkomst daarvan, de granulietstort ook op andere plekken in het land tijdelijk moeten stoppen, totdat we meer duidelijkheid hebben?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb exact dezelfde vraag als de heer Laçin en de SP-fractie. Die vraag heb ik ook voorgelegd aan leden van het kabinet. Ik wil ook hen in de gelegenheid stellen om daarop te antwoorden. Het komt op mij logisch over dat je, lopende de onderzoeken, inderdaad de stort stillegt. Ik heb begrepen dat dat ook wel gaat gebeuren en dat de stort wordt stilgelegd bij het project Over de Maas, maar dat dit pas in november gaat gebeuren en dat in de tussentijd die tonnen daar gewoon allemaal verdwijnen. We weten niet wat de consequenties daarvan zijn. Dus ik heb hier ook een vraag over gesteld.

De voorzitter:
Nee, meneer Laçin, als ik het u toesta, dan moet ik het iedereen toestaan.

De heer Laçin (SP):
Een korte toevoeging: mijn vraag ging over alle projecten, niet alleen Over de Maas, maar alle projecten in Nederland.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat overzicht heb ik niet, dus die vraag heb ik ook gesteld. Bij welke projecten wordt dit toegepast? Ik wil dat allemaal heel graag in kaart hebben. Ik kan dat nu niet bepalen.

De voorzitter:
Mevrouw Dik-Faber vervolgt haar betoog.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het Besluit bodemkwaliteit is een gemengd, privaat-publiek stelsel met complexe decentrale regelgeving en veel verschillende spelers en belangen. Regelgeving is bovendien gebaseerd op zelfregulering door de markt. Dat heeft gefaald. Gaat het kabinet bij de voorgenomen herziening meer publieke sturing en nationale regie, dus stelselverantwoordelijkheid, introduceren? Er wordt nu een nieuw dwangdocument opgesteld, maar volstaat dit wel als een normdocument, een zogenaamde BRL, formeel geen bepalingen over bouwstof en grond tegelijkertijd mag combineren? Wordt flocculant hierbij ook opgenomen? Wat de ChristenUnie betreft worden in normdocumenten alle relevante stoffen opgenomen, ook als dat geen genormeerde stoffen zijn. Ziet de staatssecretaris dat ook zo? Is zij bereid om een grondstoffen- of materialenpaspoort te introduceren, zodat grondstromen ook daadwerkelijk goed gevolgd kunnen worden? Een van de aanbevelingen van de heer Kuijken is om in het stelsel van kwaliteitsborging van de bodem, het zogenaamde Kwalibo, de milieuaspecten veel meer voorop te zetten. Gaat het kabinet deze aanbeveling overnemen? Verondiepen moet wat mijn fractie betreft een ecologisch doel dienen en mag geen verborgen afvalput zijn. De ecologie is tot op heden toch een restpost gebleken, zelfs bij natuurontwikkelingsprojecten. Eerlijk gezegd vindt mijn fractie dat niet te geloven.

Gelukkig komt er met de Omgevingswet een vergunningplicht voor het verondiepen van plassen. Deze vergunningen moeten vervolgens natuurlijk wel zorgvuldig worden afgegeven en niet na een belletje van een belanghebbende. Je mag aannemen dat de granulietcasus ertoe leidt dat op elk niveau op het hele ministerie, te beginnen bij de top, zeer zorgvuldig met contacten met marktpartijen wordt omgegaan en dat vergunningverlening, handhaving en toezicht hierdoor niet worden beïnvloed. Graag bevestiging en duidelijkheid over hoe dit wordt geborgd.

Voorzitter, ik rond af. De vraag rijst of granuliet in de huidige vorm überhaupt geborgen zou moeten worden in diepe winningsplassen en of er geen betere en meer toekomstbestendige oplossing zou zijn. Ziet de staatssecretaris hiervoor mogelijkheden en welke kosten zouden hiermee eventueel zijn gemoeid? De hele treurige casus granuliet maakt wat dat betreft sowieso één ding helder: maak zo min mogelijk gebruik van de bij lange na niet circulaire asfaltsector. Leg zo min mogelijk asfalt aan en als we het doen, dan liever een klein fietspad dan een grotere autoweg. En dat zeg ik een beetje serieus en een beetje met een knipoog.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank voor uw inbreng.

« Terug