WGO Water en wadden

dinsdag 01 december 2020

Kamerstuk 35570-J

Bijdrage aan een wetgevingsoverleg met minister van Nieuwenhuizen Wijbenga van Infrastructuur en Waterstaat

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb de stopwatch aangezet. Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Water heeft ons veel gekost. Ik denk aan de Watersnoodramp van 1953, maar ook aan de grote overstroming die in 1995 dreigde. Onze kennis van water heeft ons ook veel opgeleverd en wordt wereldwijd geprezen en vermarkt. Er zijn echter uitdagingen waar we nog niet eerder voor hebben gestaan. Klimaatverandering zorgt voor perioden van droogte, waardoor we veel meer ons best moeten doen om water vast te houden in plaats van weg te voeren. Ook zorgen medicijnresten, microplastics en chemische stoffen ervoor dat de kwaliteit van ons water, ons drinkwater en daarmee ook onze leefomgeving en onze gezondheid onder druk staan.

Eerst maar even de droogte. Om voldoende zoet water voor verschillende functies beschikbaar te hebben, ook in periodes van droogte, moet ons watersysteem opnieuw worden ingericht. In de NOVI, de Nationale Omgevingsvisie, staan goede uitgangspunten. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat deze ook doorwerken in het provinciale en gemeentelijke ruimtebeleid? Hoe kan water drager worden van onze ruimtelijke inrichting? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat bedrijven en consumenten er ook veel bewuster van worden dat zoet water steeds meer een schaars goed is?

Dan geneesmiddelen. Uit recent onderzoek van RIVM en Deltares blijkt dat er zich in grond- en oppervlaktewater veel meer medicijnresten bevinden dan eerder werd geschat. Dat is buitengewoon schadelijk voor zowel onze eigen gezondheid als voor bodem, plant en dier. Sinds de door mij geïnitieerde rondetafel in 2013 — ik schrok er even van, maar die was in 2013, zeven jaar geleden — is het gevoel van urgentie bij alle ketenpartijen gegroeid. Maar gebeurt er nu wel voldoende om dit probleem aan te pakken? Ik denk dan niet alleen aan de end-of-pipemaatregelen, zoals zuiveringen en inzameling door apothekers, maar ook aan een bronaanpak. Zijn de meest voorkomende stoffen nu genormeerd? Ik weet dat het moeilijk is, maar kan bijvoorbeeld Europa ons daarbij helpen? Halen we de doelen van de Kaderrichtlijn Water en komt er een jaarlijkse inzamelweek bij apothekers? Doen alle apothekers ook mee?

Voorzitter. Dan de WACC-systematiek, die ook door anderen al is aangekaart. Drinkwaterbedrijven hebben een grote opgave om ons ook in de toekomst te kunnen verzekeren van voldoende kwalitatief goed drinkwater. De minister heeft ondanks aandringen van zowel de drinkwaterbedrijven zelf als hun aandeelhouders, provincies en gemeenten, de vermogenskostenvoet verder verlaagd, met verminderde investeringsmogelijkheden tot gevolg. Wil de minister daarom in overleg gaan met drinkwaterbedrijven en aandeelhouders en de WACC-methodiek medio 2021 aanpassen, zodat bedrijven de sterk toegenomen investeringen kunnen doen, die uiteindelijk ook ten goede komen aan het watersysteem en in the end ook aan onze gezondheid?

Voorzitter. Ook het mooie waddengebied staat vandaag weer op de agenda. De ontwerpagenda waddengebied 2050 bevat een prachtige doelstelling: een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. In de ontwerpagenda worden echter weinig maatregelen genoemd die gaan bijdragen aan deze doelstelling. Het is veel meer een grabbelton aan wensen en ideeën. Hoe gaat dit alles bijdragen aan het realiseren van het doel? Zouden we niet moeten komen met harde criteria, zodat we bepaalde ontwikkelingen langs de meetlat kunnen leggen en de doelen, het beschermen en behouden van dit mooie natuurgebied, daadwerkelijk bereikt worden?

Voorzitter. Ook mijn fractie maakt zich veel zorgen over de mijnbouw in dit gebied. Mevrouw Bromet heeft daar ook al een en ander over gezegd, zoals laatst ook aan de orde kwam in het overleg met de minister van Economische Zaken en Klimaat. Ik vond het opvallend dat de provincie Friesland het voorstel heeft gedaan om de zout- en gaswinning eerder te beëindigen. Omarmt de minister dat pleidooi?

Ten slotte het toerisme. Wat de ChristenUnie betreft zou het waddengebied zich als toeristische bestemming moeten richten op bezoekers die op zoek zijn naar rust en natuurbeleving. Het aanbod zou zich hierop moeten richten en niet louter op de marktvraag, zoals deze in de ontwerpagenda benoemd staat. Hoe zorgt de minister ervoor dat toerisme en recreatie zich de komende jaren zo ontwikkelen dat die niet ten koste gaan van het prachtige landschap en de waardevolle natuur? Specifiek heb ik de vraag of zij onze zorgen deelt omtrent toeristische concepten die leunen op snelvaren, een bekend probleem op de Waddenzee.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
U ook bedankt.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik verstond het niet helemaal. Toeristische concepten die rusten op …?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De concepten die leunen op snelvaren.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
O, oké! Dan heb ik 'm.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zie hele mooie routes met zeilboten en elektrische bootjes, maar ik zie ook een andere ontwikkeling. Die baart mij zorgen.

De voorzitter:
Dank voor deze verheldering.

« Terug