Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Circulaire Economie

donderdag 11 april 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Veldhoven-van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 30872

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag spreken wij over de circulaire economie. Daarbij wordt vaak gedacht aan recycling, maar met het PBL zeg ik dat de overheid de overgang naar een circulaire economie kan versnellen door ook in te zetten op het repareren, hergebruiken, delen of huren van producten om op die manier ook het grondstoffenverbruik in ons land drastisch te verminderen.

Vorig jaar viel Earth Overshoot Day in Nederland op 14 april. Dat moet echt anders. Vandaag wil ik daarom aandacht vragen voor een hogere trede op de zogenaamde R-ladder, die wat mijn fractie betreft meer aandacht verdient in de circulaire economie, waarbij R staat voor repair. De staatssecretaris ondersteunt de reparatiemonitor van het Repair Café. Uit de monitor van 2018 is gebleken dat veel producten niet stuk zijn maar onderhoud nodig hebben. Consumenten weten echter niet hoe dat moet en voeren het uit, laat staan dat ze toekomen aan de reparatie. In onze wegwerpmaatschappij zijn producten ook lang niet altijd ontworpen om te kunnen repareren. In antwoord op mijn Kamervragen zegt de staatssecretaris: "Het bevorderen van repareerbaarheid maakt al onderdeel uit van het Europese pakket voor circulaire economie." Ze wijst dus naar Europa, maar ze wijst ook naar gemeenten. Er moet namelijk een landelijk dekkend netwerk komen van circulaire ambachtscentra in 2030. Wat gaat de staatssecretaris zelf doen om repair breder te verankeren?

Voorzitter. Veel mensen weten niet dat kleding na olie de meest vervuilende industrie is. Vorig jaar heeft de Kamer een motie van de ChristenUnie en D66 aangenomen over meer inzameling, meer recycling, minder fast fashion en meer transparantie. Er moet eerlijke informatie op het label komen over de samenstelling maar wellicht ook over de milieu-impact. Hoe verlopen de gesprekken met de kledingindustrie? Het Leger des Heils, een van de grote inzamelaars, trekt nu aan de bel. Mensen wisselen steeds vaker kleding van steeds minder kwaliteit. Voor het inzamelen van deze vodden moet meer aan de gemeente betaald worden dan dat goededoelenorganisaties er zelf aan kunnen verdienen. Als de staatssecretaris niet ingrijpt, staat de toekomst van kledinginzameling en recycling op het spel. Wat gaat zij doen?

Voorzitter. Ik heb nog wat vragen bij het Plastic Pact. Al bijna 30 jaar praat de overheid met het bedrijfsleven over het verduurzamen van verpakkingen, maar er is alleen maar meer plastic bijgekomen. Eigenlijk is mijn grote vraag: waarom zou dit convenant nu wel gaan werken? Het Plastic Pact is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Dat klinkt mooi, maar hoe gaan we meer bedrijven dan alleen de koplopers hieraan verbinden? Heeft de staatssecretaris overwogen om de nieuwe recyclingdoelen over te nemen in het Besluit beheer verpakkingen om freeriding te voorkomen?

In het Plastic Pact is ook aandacht voor het terugdringen van zeer zorgwekkende stoffen. Er staat nog geen concrete doelstelling, maar het staat gelukkig wel op de agenda. In reactie op het rapport van de Gezondheidsraad over de gevaarlijke stoffen in de circulaire economie lees ik helaas niets over preventie. Het EEB, een Europese koepelorganisatie op het gebied van milieu, heeft nu hard aan de bel getrokken. Verdachte chemische stoffen worden nog toegepast in consumentenproducten omdat er onvoldoende geld zou zijn voor onderzoek of omdat fabrikanten geen gegevens aanleveren. Wat gaat de staatssecretaris daaraan doen?

Voorzitter. Het bedrijfsleven heeft een actieplan 2019 gelanceerd om zwerfafval tegen te gaan. In de motie van de ChristenUnie en D66 is gevraagd om ook afspraken te maken over een actieplan en een reductiepercentage voor blik. Waarom lees ik daar niets over in de stukken? Intussen werkt de staatssecretaris aan de voorbereiding voor de invoering van statiegeld. Is het geen goed idee, vraag ik de staatssecretaris, om in de regeling een haakje op te nemen om snel statiegeld op blik te kunnen invoeren als dat nodig is? En kan de staatssecretaris toelichten waarom zij ervoor gekozen heeft bepaalde plastic flessen uit te zonderen van de regeling? Waarom ziet zij af van innameplicht voor alle verkooppunten?

Voorzitter. De overheid kan haar inkoopkracht inzetten om de circulaire economie op gang te helpen. Wat de ChristenUnie betreft gaat het niet alleen over de vraag of je een product kunt recyclen maar ook over hoeveel gerecycled materiaal is toegepast. Wordt dit meegenomen in gunningscriteria voor aanbesteding?

De voorzitter:
Ik zie een interruptie van mevrouw Mulder. Die geef ik graag het woord.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Bij de discussie over wel of geen statiegeld voor plastic flesjes hebben wij in deze Kamer uitdrukkelijk de vraag besproken of je iedereen zomaar een innameplicht kunt opleggen. Je hebt soms kleine kioskjes van maar een paar vierkante meter. Als je een grotere installatie nodig hebt dan dat je winkel groot is, heb je een probleem. Volgens mij is dat de reden waarom de innameplicht er niet op die manier in staat. Hoe wil mevrouw Dik-Faber dat dan regelen? Hoe ziet zij dat?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voor mijn fractie is het een hele logische gedachte dat je op de plek waar je flesjes koopt, ook flesjes kan inleveren. Natuurlijk snap ik dat dat niet op alle plekken kan. Het voorbeeld dat ik eerder genoemd heb, is de NS-stations, waar veel kiosken zijn. Ik denk dat veel kiosken te klein zijn om daar ook nog een inzamelapparaat neer te zetten, maar je zou het wel op het NS-station kunnen doen. Ik kan me ook best voorstellen dat er een uitzondering op de regel komt in die zin dat, als een winkeltje inderdaad heel erg klein is, je daar geen inzamelpunt creëert. Maar zo staat het nu niet in de voorgestelde regeling. De kern van mijn vraag aan de staatssecretaris is waarom zij niet voor een "ja, mits" heeft gekozen. Ik wil ook heel graag een uitzondering voor de kleine locaties, maar dan echt op basis van een "ja, mits".

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik heb de indruk dat het er niet aan in de weg staat om op een NS-station zo'n inzamelpunt te maken. Maar goed, misschien is het goed dat de staatssecretaris daar een verdere toelichting op geeft. Het is goed om te horen dat ook mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie dat hele kleine kioskjes niet in de maag wil splitsen, want dat is gewoon niet te doen. Dan kunnen ze wel ophouden. Dat was nou precies aan van de problemen met statiegeld, dus dank.

De voorzitter:
Ja? Ik geef mevrouw Dik-Faber het woord voor het vervolgen van haar betoog. Ga uw gang.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De staatssecretaris wil fondsen mobiliseren om kennis van het Nederlandse bedrijfsleven over de circulaire economie in te zetten in ontwikkelingslanden. Ik krijg echter signalen dat de aanvraagprocedures complex zijn en dat het niet mogelijk is om kleinere financieringen aan te vragen. Maar juist het duurzame mkb kan hier veel in betekenen.

De voorzitter:
Ik zag een interruptie van de heer Van Dijk, ik denk op het vorige punt. Ga uw gang.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Het gaat er even over de zorgen van mevrouw Faber over de freeriders. Dat is inderdaad een risico. Is de oplossing niet om de doelstelling van de plasticinzameling te verhogen? Ik geloof dat er in het Plastic Pact gestreefd wordt naar 70% reductie. Als je dat aan de hele sector zou opleggen, dan kunnen we freeridergedrag voorkomen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Er zitten twee elementen in deze vraag. Enerzijds is de vraag of de doelstellingen beter kunnen. Ja, ik denk dat het beter kan. Ik weet niet of we dat nu moeten opschrijven in deze afspraken, omdat ik ook zie dat we, als alle bedrijven dit gaan doen, echt met elkaar weer een grote stap vooruit zetten. Of alle bedrijven gaan meedoen, is wel mijn vraag. Daarom heb ik ook de vraag bij de staatssecretaris neergelegd hoe we gaan voorkomen dat alleen de koplopers, die het eigenlijk al beter doen dan de doelstellingen die in het Plastic Pact zijn opgenomen, zich committeren en de rest achterblijft. Ik heb ook naar Nieuwsuur gekeken. Ik zie ook dat we hier al 30 jaar over praten. Mijn kernvraag is: gaat dit nu wel werken? Ik ken de staatssecretaris als iemand die het groene hart op de goede plek heeft. Ik gun haar van harte dat we over tien jaar kunnen zeggen: met deze staatssecretaris hebben we eindelijk dit grote probleem aangepakt.

De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn vraag ging over de fondsen: het internationale en duurzame mkb loopt tegen belemmeringen aan; herkent de staatssecretaris dat en kan zij daar wat in betekenen?

Dan biomassa. Daar komt een uniform duurzaamheidskader voor. De criteria daarvoor worden nog opgesteld. Wordt er daarbij niet alleen gekeken naar de duurzame productie van biomassa, maar ook naar het potentieel van verschillende toepassingen om CO2 te reduceren? Wanneer wordt het duurzaamheidskader naar de Kamer verzonden? Wat gebeurt er in de tussentijd? Het zou natuurlijk heel jammer zijn als we in de tussentijd subsidie verstrekken aan houtgestookte warmtecentrales met hout dat niet aan de duurzaamheidseisen voldoet.

Voorzitter. Tot slot vraag ik aandacht voor het draagvlak en gedragsverandering. De circulaire economie is niet alleen een technische verandering, maar vooral ook een maatschappelijke verandering.

Voorzitter. Ik besef dat ik een beetje snel heb gesproken, maar ik hoop dat ik hiermee binnen de vijf minuten ben gebleven.

Meer informatie

« Terug