Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Nationaal Strategisch Plan

woensdag 15 mei 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerstuknr. 28625

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat we vandaag met de minister van gedachten kunnen wisselen over het nieuwe GLB en het Nationaal Strategisch Plan. Ik heb heel veel mooie zinnen gelezen in de brief, net zoals mevrouw Bromet. Ik deel de visie van de minister dat het nieuwe GLB veel kansen biedt om een verbinding te maken met haar en onze visie op kringlooplandbouw en met een aantal maatschappelijke opgaves zoals het klimaatbeleid. Helaas blijkt uit onderzoek van de Europese Rekenkamer dat het huidige GLB de doelen voor de vergroening niet waarmaakt. De ambities zijn te laag en de landbouwpraktijk is eigenlijk niet veranderd. Ik moet eerlijk zeggen dat ik mij de discussie over de vergroeningseisen die wij een aantal jaren geleden binnen en buiten de Kamer hebben gevoerd, maar al te goed kan herinneren. Vandaag zie ik daar een herhaling van. Aan de ene kant staan een boel organisaties die vinden dat de conditionaliteit — de randvoorwaarden om in aanmerking te komen voor de GLB-steun — te ambitieus is. En aan de andere kant staan de groene organisaties, die graag willen dat de lat hoger wordt gelegd. Wat de ChristenUnie betreft is het belangrijk dat het nieuwe GLB in ieder geval zo wordt ingericht dat we de doelen nu wel gaan halen. Laten we daarom niet te snel pleiten voor een verlaging van de conditionaliteit. Hoe gaat de minister om met dit spanningsveld?

De ecoregelingen hebben een vrijwillig karakter en moeten laagdrempelig en breed toegankelijk zijn. Dat begrijp ik, want we willen natuurlijk dat zo veel mogelijk boeren meedoen en dat ze allemaal in hun eigen gebied en in hun eigen specifieke bedrijfsvoering stappen gaan zetten op weg naar verduurzaming. Hoe zorgen we ervoor dat de ecoregelingen wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend zijn? Worden hiermee daadwerkelijk de doelen van kringlooplandbouw gerealiseerd? Een transitie is immers niet de optelsom van kleine stappen.

Voorzitter. Ik wil nog even stilstaan bij het natuur- en landschapsbeheer in de tweede pijler. Hier wordt gewerkt met collectieven van agrariërs. Ik ben het eens met die keuze. Daarvóór werd het geld te versnipperd weggezet en werd er relatief weinig resultaat geboekt. Tegelijkertijd spreek ik veel boeren die graag mee willen doen, maar niet in zo'n collectief zitten. Ik hoor ook steeds vaker de woorden "natuurinclusief boeren" en "agroforestry", een relatief nieuw woord. Dat hoor ik steeds vaker in het boerenland. Hoe kunnen we deze boeren ook in het nieuwe GLB tegemoetkomen?

Voorzitter. Het nieuwe GLB wordt in partnerschap vormgegeven. Hoe gaat de minister hier invulling aan geven en wie worden hierbij betrokken? Het lijkt mij belangrijk dat alle belanghebbenden aan tafel zitten. Dat zijn natuurlijk de medeoverheden, ngo's en boerenorganisaties, maar misschien is het ook wel goed om een frisse blik van buiten uit te nodigen om te voorkomen dat het partnerschap een belangenstrijd wordt. Ik doel op de belangenstrijd die ik in het begin van mijn betoog heb geschetst. Laten we dat deze keer voorkomen. Ik hoop dat de stakeholderbijeenkomst daar ook behulpzaam bij kan zijn.

Het nieuwe GLB gaat later in dan verwacht. Dat is ontzettend jammer, maar met de omslag naar kringlooplandbouw kunnen we vandaag al beginnen.

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug