Bijdrage Joël Voordewind aan het AO NAVO Top

donderdag 26 maart 2009

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Bij het 60-jarig bestaan van de NAVO worden allerlei kritische kanttekeningen geplaatst, maar wat mijn fractie betreft is daar geen sprake van. Er is natuurlijk wel nieuwe situatie opgetreden na “9/11”. Het is diffuser geworden. Er zijn veel meer interne conflicten in landen. Dat maakt het voor de NAVO veel lastiger om eenduidig op te treden. Tegelijkertijd wijs ik op het Kosovo-optreden van de NAVO. Dat was massief, maar humanitair ingrijpen was daar onvermijdelijk. De NAVO heeft goed ingespeeld op de integratie van de voormalige Warschaupactlanden. Ook wat betreft de piraterij voor de kust van Somalië neemt de NAVO haar verantwoordelijkheid. De Fransen hebben inmiddels aangegeven mogelijk terug te keren in de militaire structuur van de NAVO. Ook dat is winst, gelet op de situatie in het verleden. Albanië en Kroatië zullen bij de komende top aanwezig zijn. Het is dus geen kommer en kwel wat de NAVO betreft. Wij mogen best trots zijn op deze trans-Atlantische samenwerking.

            Toch liggen er wel degelijk nog uitdagingen voor de komende jaren. Zo is in Afghanistan een duidelijke rolverdeling tussen de OVSE, de EU, de VN en de NAVO een probleem. Wie is waarvoor verantwoordelijk en hoe geef je de 3D-benadering goed vorm? De NAVO kan wel stellen dat zij verantwoordelijk is voor de veiligheid in Afghanistan, maar dat kan niet geïsoleerd worden bezien, zoals wij al hebben geconstateerd. Het heeft ook alles te maken met goed bestuur en de opbouw van het leger, het ANA. De bestrijding van de taliban heeft een relatie met de bestrijding van de papaverteelt, maar ook met de groei van deze teelt als voedingsbodem en financieringsbron voor de taliban. Ik wijs voorts op de instabiliteit in Pakistan. Dat heeft ook met politieke doelen en politieke druk te maken. De NAVO kan haar veiligheidstaak dus niet geïsoleerd opnemen, maar is wel degelijk afhankelijk van de 3D-benadering en de politieke context.

            Een andere NAVO-uitdaging betreft burden sharing. Dat was een belangrijke kwestie bij het debat over de verlenging met betrekking tot Afghanistan. De VS sturen meer troepen. De druk op Nederland is groot. Wij zien echter geen opvolging voor onszelf als het gaat om Uruzgan. Wat is de visie van de minister op burden sharing, de NAVO en ons aandeel daarin?

Ik wijs voorts op de energievoorzieningszekerheid en de top in Riga. Ook die uitdaging moet worden opgepakt. Dan zijn er nog het raketschild en de betrekkingen met Rusland. Daarover volgt een politiek-militaire analyse na de top van Boekarest. De herziening van het strategisch concept laat nog enige tijd op zich wachten. Nederland stelt zich wat dat betreft terughoudend op, maar vanwaar die terughoudendheid? De Kamer wordt te zijner tijd geïnformeerd, maar wat zijn de ankerpunten die Nederland deze top kan meegeven als het gaat om de ontwikkeling van het strategisch concept?

            Nederland overweegt extra troepen naar Afghanistan te sturen, al volgt daarover op 18 april nog een uitgebreid debat. Het betreft geen artikel 100-brief, omdat het gaat om een uitbreiding van de bestaande missie, maar om hoeveel personen gaat het en om welke specifieke inzet? Het schijnt met de verkiezingen aldaar te maken te hebben. Over hoe lang hebben wij het dan?

            Er is al eerder gevraagd naar de Afghanistan-top, namelijk tijdens het vragenuur. Het is goed dat Iran ook van de partij is, want dat is een belangrijke speler wat Afghanistan betreft. De inzet om het ANA Trust Fund te verruimen, is heel verstandig. Er zal een verklaring worden aangenomen over Afghanistan, maar wat is de Nederlandse inbreng daarbij?

            De ChristenUnie ziet de NAVO als een belangrijk bondgenootschap, dat wij nodig zullen blijven hebben voor de internationale veiligheid, bij voorkeur met een mandaat van de VN, zoals ook in Afghanistan het geval is. Dat is echter geen gemakkelijke opgave in de diffuse conflictgebieden die er nu zijn. Daarom is samenwerking met de VN en de EU hard nodig om de 3D-benadering, die ook Nederland voorstaat, goed uit te voeren. Met die integratie is nog veel winst te boeken. Het nut en de noodzaak van de NAVO staan voor mijn partij absoluut niet op het spel.

 

De heer Van Bommel (SP): Het kan mij zijn ontgaan, ik mis een enkele keer nog wel eens iets, maar ik heb niet gehoord dat de uitzending van militairen ter ondersteuning van de verkiezingen in Afghanistan niet als een artikel 100-procedure wordt gezien. Waar heeft de heer Voordewind dat opgepikt?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het is gebruikelijk dat de minister de Kamer daarover informeert, maar op het moment dat dit in het verlengde ligt van de bestaande missie is het niet gebruikelijk dat wij daarvoor een aparte artikel 100-procedure aangaan.

« Terug