Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat inzake de mogelijke uitzetting van een asielzoeker.

donderdag 27 oktober 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind in het plenair debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 27 oktober 2011 over de mogelijke uitzetting van een jonge asielzoeker met minister Leers voor Immigratie en Asiel.

Onderwerp:    Mogelijke uitzetting asielzoeker

Kamerstuk:    19 637

Datum:             27 oktober 2011

De heer  Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Er is maar één conclusie mogelijk na het debat van vandaag en de vertrouwelijke briefing van gisteren: het is een zeer teleurstellend debat. De minister heeft Mauro nog niet eens aan kunnen bieden om zijn aanvraag in Nederland te doen. Het enige dat Mauro aangeboden krijgt, is de toezegging dat de minister tot een snelle procedure, een snelle afhandeling van zijn zaak zal overgaan. Het is dus een non-oplossing. Het is een schijnoplossing waarmee valse hoop wordt gegeven. Als Mauro al in aanmerking komt voor een studievisum, moet hij eerst heel lang in Angola zitten om dat aan te vragen. Dat kost hem ook nog eens geld.

Mocht hij dan ooit weer in Nederland belanden, dan kan het zomaar zijn dat hij na anderhalf jaar studie, als beloning voor het behalen van zijn diploma, alsnog wordt uitgezet naar Angola. Dit is zeer teleurstellend. Daarom hebben de heer Spekman en ik een motie opgesteld. De heer Spekman zal die dadelijk voorlezen. Deze motie is bedoeld om Mauro en soortgelijke kinderen -- we hebben van de minister begrepen dat dit een beperkte groep is -- een verblijfsvergunning in Nederland aan te bieden. Dit willen wij doen, omdat wij hierbij te maken hebben gehad met een falende overheid. Er is namelijk sprake van een lange procedure, het gaat om mensen die zijn geworteld in Nederland, et cetera.

Voor het geval deze motie het niet haalt en Mauro wel een visum krijgt aangeboden voor een studie, dien ik met pijn in mijn hart de volgende motie in. Ik vind namelijk, net als de heer Spekman, dat als Mauro hier zijn opleiding heeft afgerond, hij op z'n minst niet met goed fatsoen kan worden teruggestuurd naar Angola. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Angolese asielzoeker Mauro een studievisum krijgt aangeboden;

overwegende dat dit zijn tijdelijke verblijf in Nederland verlengt, maar dat dit geen enkele zekerheid biedt voor zijn toekomstig verblijf in Nederland;

van mening dat het onrechtvaardig is om het verblijf van Mauro, die al bijna tien jaar in Nederland is en onderdeel uitmaakt van het gezin van pleegouders, afhankelijk te maken van het behalen van zijn studie;

spreekt uit dat Mauro niet wordt uitgezet als hij zijn mbo-opleiding onverhoopt niet zou halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Spekman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1466 (19637).

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug