Bijdrage Carla Dik-Faber aan het AO Landbouw- en Visserijraad op 16 en 17 december 2019

woensdag 11 december 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerstuknr. 21501 – 32

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil beginnen met het overbrengen van condoleances aan de familie, gezinnen en vrienden van de twee omgekomen Urker vissers. Diep triest. Het hele land heeft meegeleefd. Het is fijn dat de lichamen uiteindelijk gevonden zijn, zodat er ook afscheid genomen kon worden. Heel veel sterkte.

Voorzitter. De visserijsector zit in een moeilijke periode en heeft de afgelopen tijd veel tegenslagen gehad. Ik noem de puls, de aanlandplicht en de brexit, die daar ook nog bij is gekomen. Hoe staat het nu met de zaak bij het Europese Hof over de puls? In welke fase zijn we nu? Er is ook uitstel van de brexit gevraagd. Wat betekent dit voor de vissers? Helpt dit de sector om een vuist te maken tegenover de Britse visserijsector?

Voorzitter. Tijdens de begroting heeft de minister op een vraag van mij aangegeven dat van het innovatiegeld, dat de sector weer toekomstperspectief kan bieden, de eerste open calls al gebruikt worden. Dat is goed nieuws, want zo ken ik ze ook. Vissers laten zich niet uit het veld slaan en blijven werken aan innovatie. Maar hoe staat het met de kansen voor jonge vissers? Ik stel deze vraag ook, omdat ik nu hoor en ook in de stukken las dat het moeilijk is om nieuwe mankracht te vinden. Is er nog investeringsbereidheid vanuit de banken?

Dan het IJsselmeer. Het actieplan toekomstig visserijbeheer IJsselmeergebied is een mooi resultaat van de betrokken partijen. De zorgen van de vissers omtrent de herstructurering zijn begrijpelijk. We staan achter deze minister om niet te kiezen voor een generieke korting, maar het aantal netten te verminderen door het aantal schubvisvergunningen terug te brengen. Heeft de minister er zicht op hoeveel vissers vrijwillig willen stoppen en dan uiteraard ook daarvoor gecompenseerd worden? Is dit voldoende om de natuur op het IJsselmeer te beschermen en voldoende om toekomst te bieden aan de resterende vissers? Is er ook hier een mogelijkheid om te kijken naar de jonge vissers en naar duurzaamheid om zo ook in te zetten op de toekomst van deze sector?

Voorzitter. Niet alles kan, dat was de titel van het rapport van de commissie-Remkes, maar volgens mij geldt dat ook voor de Noordzee. De ruimte op een van onze grootste natuurgebieden is schaars. Er spelen grote belangen en daarmee grote uitdagingen. Wind op zee is cruciaal voor onze transitie naar duurzame energie, maar de visserij is behalve een belangrijke voedselbron ook een sector met grote culturele, historische en sociale waarde. Ik heb gisteravond de kottervisie binnen zien komen. Ik heb die helaas nog niet kunnen lezen. Er wordt hard gewerkt aan het Noordzeeakkoord. Ik zie ernaar uit om hier met de verantwoordelijke bewindspersonen en ook met deze minister het debat daarover te voeren, omdat ze ook hier echt keuzes zullen moeten maken.

Dan kabeljauw. Ik kan me aansluiten bij de vraag van ik meen de heer Weverling. Er komt veel wetgeving af op de kabeljauwvissers. Voor de Nederlandse platvisvissers is sprake van bijvangst. Worden zij nu ook getroffen door deze regelgeving? Ik hoop dat dat niet de bedoeling is.

Dan de TAC's. Voor tong adviseert ICES om de TAC's te verhogen met 39,8% en voor tarbot, griet en rog wordt voorgesteld om te korten. Voor tarbot en griet geldt dat ze worden gevangen in de gemengde visserij op tong en schol en dat deze vis straks gediscard moet worden. Dan is een korting van 29% substantieel. Dit raakt de vissers economisch hard. Van de vissers hoor ik dat de vangsten van rog sterk stijgen en dat er nu enorme hoeveelheden gediscard worden. In plaats van een korting van 4% zou er dus een stijging van 15% moeten komen. Als ik deze gegevens allemaal op een rij zet, dan zie ik eigenlijk het aloude spanningsveld tussen wetenschappelijke adviezen — mijn fractie hecht eraan om daaraan vast te houden — en de praktijkervaringen van de vissers. Ik vind dat een hele lastige. In hoeverre kunnen we in de besluitvorming nog de praktijkervaringen van vissers meenemen bij het vaststellen van de nieuwe TAC's?

Voorzitter. Nog kort een paar laatste punten. De Europese Aalverordening … Er is een interruptie.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik zou graag willen vragen aan mevrouw Diks … Dik-Faber, neem me niet kwalijk, waarom zij dat nou een lastige vindt. Je kunt natuurlijk aan een visser vragen "hoe vindt u dat het met de visstand gaat", maar dat is iemand die een belang heeft bij een bepaald antwoord. Het is toch juist helemaal niet lastig om gewoon uit te gaan van wetenschappelijke gegevens?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Natuurlijk begrijp ik dat de visserijsector een economisch belang heeft bij deze quota. Daarom is dit een belangrijk debat. Tegelijkertijd denk ik dat de visserijsector heel erg geleerd heeft van de afgelopen periode en dat ze zien dat op het moment dat er te veel gevist wordt, ze de toekomst van de sector in gevaar brengen. Een mooi voorbeeld waar ik net aan wilde beginnen, is de aal, de paling die onder druk staat. De visserijsector is heel erg aan de slag gegaan om ervoor te zorgen dat er weer een goede stand wordt bereikt. Ik hecht aan wetenschappelijke adviezen, absoluut. Tegelijkertijd zie ik dat de visserijsector geleerd heeft van de afgelopen periode en een andere praktijkervaring heeft. Ik vind die twee niet met elkaar te rijmen. Mijn vraag is of de ervaring van de vissers is meegewogen bij de wetenschappelijke adviezen. Dat is eigenlijk mijn kernvraag.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Misschien was het mijn eigen vooroordeel dat ik dacht: er wordt altijd … Ik hoor vaak, ook van meneer Bisschop, dat als de wetenschappers zeggen dat het heel slecht gaat met de paling, de vissers dan zeggen dat het hartstikke goed gaat. Maar ik hoor u het ook andersom vertellen, dat de wetenschap zegt dat het heel goed gaat met een bepaalde vissoort, maar dat het in de praktijk heel schaars wordt. Bedoelt u dat we de quota dan de andere kant op moeten bijstellen? Die praktijkervaring gaat natuurlijk allebei de kanten op.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nogmaals, mijn fractie hecht aan wetenschappelijk onderzoek. Alleen, zolang ik deze portefeuille visserij heb, zie ik dat er aan de ene kant wetenschappelijke adviezen worden vastgesteld, met name voor een korting. Ik snap dat de visserijsector dat niet fijn vindt voor de korte termijn. Maar ik zie ook dat er vissers zijn die zeggen: er wordt hier een korting toegepast op basis van bepaalde gegevens, maar die gegevens herkennen wij niet in de praktijk. Omdat de visserijsector in beweging is en hierin ook verantwoordelijkheid wil nemen, juist voor de toekomst van hun eigen sector, stel ik hier vandaag de vraag of die praktijkervaringen ook worden meegenomen. Dat is het dilemma dat ik heb.

Voorzitter, dan mijn laatste korte punten. De Europese Aalverordening heeft ervoor gezorgd dat de teruggang van glasaal is gestopt. Kan de minister aangeven hoe het proces met de evaluatie van de Europese Aalverordening nu verder verloopt? Wanneer verwacht zij dat de Europese Commissie deze evaluatie gaat presenteren?

Dan de kleine teelten. Nederland heeft hier verantwoordelijkheid voor genomen en een platform helpen oprichten. Uit de stukken begreep ik echter dat de continuïteit van dat platform ter discussie staat. Van mijn kant een warme aanmoediging van de minister — volgens mij wil zij dat ook doen — om te kijken of dat platform bredere steun kan krijgen en of we het kunnen voortzetten. De gewasbeschermingsmiddelen voor de kleine teelten zijn voor Nederland van groot belang.

Tot slot. De tijd waarin velen weer een vers omgekapte spar in huis nemen, is een toepasselijke tijd om het belang van duurzaam beheerde bossen nog een keer voor het voetlicht te brengen. Ook mijn fractie heeft een vraag over de Boswet. Ik snap dat er nu weer onderzoek wordt uitgevoerd, maar hoelang wil je nog onderzoeken? Ik denk dat Nederland hierin zelf verantwoordelijkheid neemt met het inkoopbeleid van de overheid. Andere landen hebben dat niet zo gedaan. Ik denk dat deze Europese route heel veel kansen biedt om de ecologie maar ook de positie van inheemse volkeren te versterken. Dus ook van mijn kant een warme aanmoediging om de Bomenwet te omarmen.

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief > 2019 > december