Bijdrage Carla Dik-Faber aan het AO Stikstofproblematiek

woensdag 18 december 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerstuknr. 32670

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De ChristenUnie is blij dat de Spoedwet aanpak stikstof nu door beide Kamers is aangenomen. Dit betekent in ieder geval dat de bouw weer vooruit kan. Er is een akkoord gesloten met het Landbouw Collectief. De maatregelen die zijn afgesproken zijn ook herkenbaar. Het uitgangspunt bij opkoop is vrijwilligheid. Iedereen die in ons land boer wil zijn, moet vooruit kunnen. Gisteravond nog lieten boeren duidelijk hun belangen en betrokkenheid merken door naar het Binnenhof te komen en ook vandaag zijn er weer protesten van boeren en bouwers. Het nieuws waarmee ik vanmorgen wakker werd, is dat het draagvlak onder boeren voor maatregelen sterk afneemt. Eerlijk gezegd heb ik mij afgevraagd hoe ik dit nieuws moet duiden. Wat ik vooral zie, is dat er onrust en onzekerheid onder boeren is over hun toekomst en dat boeren snakken naar perspectief. Mijn vraag aan de minister is, hoe zij dit beoordeelt. Ik zie dat ze hard werkt aan draagvlak. Hoe kan zij hier verder aan werken, niet alleen met de partners van het Landbouw Collectief maar ook met andere boerenorganisaties?

Het is goed dat er een eenduidige lijn komt voor intern en extern salderen en dat alle provincies dit onderschrijven. Dit geeft de gewenste duidelijkheid en natuurlijk hoop ik ook dat Friesland en Brabant binnenboord blijven. Hoe wordt het proces tussen de provincies vormgegeven? Natuurgebieden in de ene provincie hebben last van depositie uit de andere provincie. Ik heb gelezen dat er begin volgend jaar bestuurlijke afspraken worden gemaakt tussen Rijk en provincies, wat goed is. En dan gaat het onder andere over de regionale drempelwaarden en prioritering. Maar hoe wordt nu voorkomen dat projecten van Rijk en provincies of provincies onderling gaan concurreren? Wie bepaalt uiteindelijk de prioriteiten?

Voorzitter. We hebben eerder Kamervragen gesteld over het ontbreken van natuurvergunningen in de industrie. Ik hoop dat het antwoord daarop spoedig komt. Mijn vraag is of de minister de mogelijkheid heeft om hier actie op te ondernemen op korte termijn. We hebben immers niet alle gegevens van de industrie. De industrie hoeft pas te melden bij tien ton uitstoot NOx, hetgeen gelijkstaat aan de uitstoot van vijf gemiddelde melkveehouderijen. In heel veel gevallen blijkt er ook geen natuurvergunning te zijn. Ik vind het ontzettend belangrijk dat hier duidelijkheid over komt, omdat het ook de onderbouwing geeft voor een rechtvaardige aanpak.

De ChristenUnie deelt het standpunt van het kabinet om gerealiseerde meldingen te legaliseren. De overheid moet namelijk betrouwbaar zijn. Tegelijkertijd roept dit ook wel vragen op. Om hoeveel meldingen gaat het? Hoeveel stikstofruimte is hiervoor nodig en prioriteren we woningbouw dan nog wel voldoende? De overheid kan er dan wel voor gekozen hebben om niet te handhaven, wat denk ik ook goed is, maar is dit wel juridisch houdbaar? Houdt die legalisering uiteindelijk voor de rechter stand?

Ik ben ook blij dat er ruimte wordt vrijgemaakt om projecten die de energietransitie vormgeven door te laten gaan wanneer er tijdelijke depositie is. De duurzame transitie bestaat echter ook uit de mobiliteitstransitie en de warmtetransitie. Wordt er ook ruimte vrijgemaakt voor projecten die deze transities ondersteunen en, zo ja, hoe dan? Want we hebben toch ook weer steeds te maken met kortstondige emissie.

Het PBL heeft een policybrief uitgebracht met een aantal aanbevelingen. Ze adviseren om breder te kijken dan alleen naar stikstofdepositie maar ook bijvoorbeeld naar het ontsnipperen van natuur. Ook moet er een wetenschappelijke autoriteit komen. Mijn fractie ziet uit naar de reactie van het kabinet op dit rapport.

Robuuste natuur kan meer economische activiteiten verdragen. Daarom is het belangrijk dat we gaan ontsnipperen, zoals ook het PBL adviseert, en we het nationaal natuurnetwerk gaan vormgeven. Voor mijn fractie betekent dat ook dat terreinbeherende organisaties kijken waar gronden agrarisch beheerd kunnen worden en dat omgekeerd boeren de stap zetten naar natuurinclusieve landbouw. Te vaak en te lang hebben natuur en landbouw tegenover elkaar gestaan en zijn ze in ons kleine landje te strikt gescheiden geweest.

De voorzitter:
Wilt u afronden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja, ik ben toe aan mijn laatste zinnen. Mijn fractie denkt dat het heel belangrijk is om een stip op de horizon te zetten zodat voor iedereen duidelijk is waar we naartoe werken. Er komt een streefwaarde voor stikstofemissie en -depositie in 2030 en ik denk dat dit heel goed is. Wordt deze streefwaarde ook wettelijk verankerd, zodat we stap voor stap met natuurorganisaties en boeren kunnen toewerken naar die nieuwe balans in ons land?

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief > 2019 > december