Bijdrage Nico Drost aan het algemeen overleg (lokale) Democratie/ Demonstratie/ Nieuw Beleidskader Gemeentelijke herindeling

donderdag 27 juni 2019 00:00

Bijdrage Nico Drost aan een algemeen overleg met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 35000 – VII

De heer Drost (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Dit is misschien wel mijn laatste algemeen overleg in deze periode als volksvertegenwoordiger hier in Den Haag, waarin ik mijn collega Van der Graaf tijdens haar verlof mocht vervangen. Na het reces hoop ik weer in de gemeenteraad van de Utrechtse metropool Rhenen te mogen plaatsnemen. Dat ik in een debat als dit, dat gaat over gemeenten en lokale democratie, dus ook wat eigenbelang voel, zult u mij ongetwijfeld niet kwalijk nemen.

Voorzitter. Het samenwerkingsprogramma Democratie in actie heeft als doel de lokale democratie te versterken. Dit programma, waarvoor dank, vloeit mede voort uit een ChristenUniemotie van november 2017. Het is goed om kennis te nemen van de voortgang hiervan. Kan de Minister aangeven hoe zij de Kamer in het verdere vervolg gaat meenemen en hoe zij de Kamer op de hoogte gaat houden?

Voorzitter. Op twee uitgangspunten van het plan ga ik graag wat speci-fieker in, ten eerste op het zorgen voor ondersteuning en toerusting van politieke ambtsdragers. In de brief wordt gesproken over enkele pilots die worden uitgevoerd. Lopen deze nog? Hoe staat het met de evaluatie daarvan? Zijn ze al zover dat we ze wellicht landelijk kunnen uitrollen? Als tweede de opleidingsmogelijkheden. Voor grote gemeenten zijn deze ruimer dan voor kleine gemeenten. Hoe staat het met de besteding van de gelden die voor hen zijn vrijgemaakt?

Dan een ander onderwerp, voorzitter. Onlangs werd op het VNG-congres een motie aangenomen in het kader van de verhoging van de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten. Die vergoeding drukt voor kleine gemeenten onevenredig op de begroting, was de uitspraak op het VNG-congres. Kan de Minister al zeggen of zij deze gemeenten wellicht tegemoet kan komen?

Voorzitter. Het is niet alleen van belang dat gemeenteraden goed in positie worden gebracht om het lokaal bestuur te controleren. Ook inwoners moeten de gemeente kunnen aanmoedigen om optimaal te presteren. Wat in de huiskamers en op schoolpleinen wordt bedacht, is soms namelijk nog innovatiever dan wat uit de vergaderzalen van een gemeen-tehuis komt. Voor dit soort initiatieven is het right to challenge in het leven geroepen. Het is goed om te lezen dat de Minister hieraan aandacht blijft geven met haar plan van aanpak voor het right to challenge. Hoe staat het met de uitvoering van dat plan? Ziet de Minister een groei in het aantal gemeenten dat het right to challenge actief gaat uitvoeren? Gaat de Minister meer gemeenten aansporen om hier iets voor op te stellen? Voorzitter. Een ander onderwerp dat ik zou willen aansnijden, is de burgemeester, en dan specifiek de herbenoemingsprocedure van de burgemeester. In de huidige situatie kan een burgemeester om de zes jaar worden herbenoemd. Bij een tweede herbenoemingsronde zou het kunnen zijn dat veranderende omstandigheden een verschil van inzicht geven tussen gemeenteraad en burgemeester zelf. Het is heel lastig om in zo’n geval zonder gezichtsverlies voor de burgemeester een andere route te varen. Zou het denkbaar zijn dat die tweede herbenoemingsprocedure een bredere insteek gegeven wordt, bijvoorbeeld door er een wat bredere sollicitatieprocedure van te maken? Kan de Minister zich voorstellen dat wordt onderzocht of hier behoefte aan is en hoe dit zou kunnen worden uitgewerkt? Natuurlijk dienen wij daarbij in acht te nemen dat een sollicitatieprocedure over personen gaat en dus gevoelig is. Ik stel deze vraag naar aanleiding van signalen vanuit een aantal gemeenteraden die naar ons werden doorgespeeld.

Voorzitter, dan over demonstratierecht. Mijn fractie heeft kort geleden vragen gesteld over demonstraties met haatzaaiende leuzen. Dank aan de Minister dat deze vragen over korte termijn, nog voor het AO, zijn beantwoord. Van de beantwoording hadden wij wel wat meer gehoopt. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van anti-Israëlprotesten waar leuzen zijn geroepen die mijn fractie niet anders dan antisemitisch kan duiden, in sommige gevallen oproepen tot haat en geweld. De Minister geeft aan dat het verbieden van een protest alleen kan op basis van de Wet openbare manifestaties. Dat begrijpen wij. Het recht op demonstratie is een recht dat gerespecteerd moet worden en waarmee wij niet lichtvoetig willen omgaan. Niettemin vragen wij de Minister om lokale bestuurders er waar mogelijk op te wijzen dat in sommige gevallen wel degelijk tegen individuen op te treden valt.

Tot zover, voorzitter. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

juli 2019

juni

mei

april