Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Noodhulp

woensdag 06 juli 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een voortgezet algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   VAO Noodhulp (AO d.d. 23/06)

Kamerstuk:    32 605          

Datum:             6 juli 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. We hebben een goed AO gehad over noodhulp. Dat is dringend, want er is veel aan de hand in de wereld: 60 miljoen vluchtelingen en ontheemden. Er zit ook nog eens een groep in het niemandsland tussen Jordanië en Syrië vast. Kan de minister de stand van zaken op dit punt geven? Voor die mensen ontbreken de basisbehoeften, ze zijn moeilijk te bereiken door de ngo's, dus die vraag leg ik de minister alvast voor.

Ik wil de volgende twee moties indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat van het budget voor de Dutch Relief Alliance slechts 7,5 miljoen euro over is voor de rest van 2016 en 2017;

constaterende dat de midtermevaluatie aantoont dat de Dutch Relief Alliance een efficiënt financieringskanaal is en aansluit bij het beleid van de regering om zo efficiënt mogelijke noodhulp te bieden;

constaterende dat de Kamer het wenselijk acht om de Dutch Relief Alliance als financieringskanaal langjarig voort te zetten binnen het beleid voor humanitaire hulp (motie Voordewind c.s., 32605, nr. 178);

overwegende dat de noodhulporganisaties van de Dutch Relief Alliance hun activiteiten ver vooruit moeten plannen en dat de continuïteit van noodhulp in getroffen gebieden in gevaar komt als de Dutch Relief Alliance pas bij de publicatie van de begroting financiële helderheid krijgt;

overwegende dat naar verwachting de humanitaire noden de komende jaren minimaal net zo hoog zullen zijn als in 2015 en 2016;

verzoekt de regering, een soortgelijk budget voor de Dutch Relief Alliance voor 2017 beschikbaar te stellen als voor 2015 en 2016 en hierover zo spoedig mogelijk duidelijkheid te verschaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van Laar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 185 (32605).

De heer Smaling (SP):
Ik ben het wel eens met wat de heer Voordewind voorleest, maar is dit niet een soort amendement? Nemen we niet een voorschotje op wat we in het najaar met z'n allen moeten doen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De motie is bedoeld als een soort herinnering, of als een steun in de rug voor de minister, die zelf dit fonds heeft ingesteld. Zij is zelf enthousiast over het fonds. Het zou daarom een goed signaal zijn aan de organisaties dat het fonds overeenkomstig de aangenomen motie in de Kamer wordt voortgezet in 2017. Daarvoor is wel helderheid nodig van Kamer en minister dat het fonds volgend jaar nog bestaat, gezien de planningen die de organisaties nu al moeten maken voor volgend jaar. Het is dus een soort "heenwijzing" naar de begroting en een soort aanmoediging om daar nu alvast helderheid over te geven.

De voorzitter:
U hebt nog zestien seconden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kosten voor eerstejaarsopvang in tijden van verhoogde asielinstroom kunnen oplopen tot ruim 20% van het beschikbare budget voor ontwikkelingssamenwerking;

constaterende dat eerder de motie Slob c.s. (34300, nr. 23) is aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om de extra kosten van de eerstejaarsopvang ten gevolge van de verhoogde instroom niet ten koste te laten gaan van de lopende OS-programma's;

verzoekt de regering, het betalen van de opvang van asielzoekers in Nederland uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking de komende jaren af te bouwen, in 2018 in ieder geval niet meer dan 250 miljoen euro ten laste te brengen van de meerjarige begroting Ontwikkelingssamenwerking en voor eventuele resterende kosten een andere dekking te zoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 186 (32605).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 

« Terug