Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Bedrijfslevenbeleid en innovatie (AO d.d. 12/10)

dinsdag 25 oktober 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg met minister Kamp van Economische Zaken

Onderwerp:   VAO Bedrijfslevenbeleid en innovatie (AO d.d. 12/10)

Kamerstuk:    32 637          

Datum:           25 oktober 2016

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden tijdens het algemeen overleg, maar ook voor de brief die wij een aantal dagen geleden ontvingen, waarin een aantal zaken heel duidelijk zijn uiteengezet. Daar was ik bijzonder blij mee en tevreden over. Mij resten drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een stevige fundamentele kennisbasis in de metrologie van groot belang is voor de Nederlandse hightech industrie;

constaterende dat de publieke financiering van het Van Swinden Laboratorium onder druk staat;

van mening dat er meer organiserend vermogen nodig is om private middelen te werven voor het in stand houden van een fundamentele kennisbasis in de metrologie;

verzoekt de regering, te onderzoeken welke bestaande of nieuwe instrumenten voor publiek-private samenwerking kunnen worden ingezet voor het in stand houden van de fundamentele kennisbasis in de metrologie;

verzoekt de regering tevens, uiterlijk in het voorjaar 2017 te komen met een meerjarenplan voor het behouden of versterken van de fundamentele kennisbasis in de metrologie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 261 (32637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds 1 januari 2016 onderzoek naar een substantiële wijziging van een productiemethode of modellering van processen niet meer onder de Wbso valt;

constaterende dat bedrijven en brancheorganisaties beperkingen ervaren bij het inzetten van de Wbso voor procesinnovatie;

van mening dat procesinnovatie net zozeer innovatie is als productinnovatie;

verzoekt de regering, actief naar het bedrijfsleven te communiceren op welke manier procesinnovatie via de Wbso ondersteund kan worden en in overleg te treden met het bedrijfsleven over de manier waarop waardevolle procesinnovatie het beste kan worden ingebed binnen de Wbso,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 262 (32637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de subsidieregeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) openstaat voor demonstratieprojecten in het bedrijfsleven op het gebied van energie-innovatie;

overwegende dat de DEI-regeling openstaat voor demonstratieprojecten die gelijk worden toegepast door een afnemer;

overwegende dat er sectoren zijn, zoals de chemie en de scheepsbouw, waar grootschalige eenmalige producten worden ontwikkeld die duurzaam en innovatief zijn, maar géén variant van een minder milieuvriendelijk product;

constaterende dat de aanvrager alleen subsidie kan aanvragen voor de extra investeringskosten die nodig zijn voor het realiseren van de duurzame variant van een product ten opzichte van de minder milieuvriendelijke variant;

verzoekt de regering, de DEI-regeling ook open te stellen voor demonstratieprojecten die leiden tot het eerste verkoopbare product, dat aantoonbaar innovatief is ten opzichte van de standaard in de sector,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 263 (32637).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug