Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Klimaat en energie

donderdag 16 mei 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat

Kamerstuknr. 32813

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Klimaatbeleid is vooral een kwestie van rechtvaardigheid. Onrecht, naar de schepping, naar plant, dier, medemens, naar onze kinderen en kleinkinderen, van wie we de aarde in bruikleen hebben, dat kunnen we niet verkroppen. Gisteren werd bekend dat de milieuvoet-afdruk van Nederlanders opnieuw is toegenomen. Er is dus nog veel te doen. Een rechtvaardig beleid vraagt dat we goede keuzes maken, als burger, als ondernemer, maar zeker ook als overheid. Mijn eerste vraag is of de Minister heel duidelijk het proces kan schetsen van de klimaattafels naar een definitief klimaatakkoord en vervolgens implementatie en uitvoering.

Dan kom ik op het punt van de CO2-reductie. Hoe staat het met het ophogen van de CO2-reductiedoelen voor 2030 in de EU richting 55% en daaraan gekoppeld wellicht het extra uitnemen van ETS-rechten uit de markt? Veel grote bedrijven en veel burgers willen dat en wij willen dat ook. Hoe gaat het met het vormen van de kopgroep? Wat zijn de spelregels om bij dat clubje te mogen horen? Zijn er al landen die zich hebben aangemeld voor deze club? Worden bespaarde ETS-rechten als gevolg van grote CO2-besparende ingrepen op last van de overheid, zoals het sluiten van de kolencentrale, ook uit de markt genomen? We willen natuurlijk niet dat er bij soms duur betaalde CO2-besparende ingrepen dezelfde uitstootruimte blijft bestaan, tegen nota bene lagere prijzen. Bij niet-ETS-ingrepen zoals het verlagen van de maximumsnelheid hoef je je daar niet het hoofd over te breken, maar dat terzijde.

Dan onder het kopje warmte. Ik denk dat de warmtetransitie de belangrijkste en grootste uitdaging is in de hele energietransitie. De ChristenUnie maakt zich wel zorgen over hoe deze transitie handen en voeten gaat krijgen, juist ook op lokaal niveau. Over dik twee jaar moeten alle gemeenten voor elke wijk een richtinggevende warmtetransitievisie hebben geformuleerd. Dat is geen kleinigheid en vereist veel specifieke kennis, die op lang niet alle gemeentehuizen voorhanden is en dus ook duur ingekocht moet gaan worden. In de tussentijd is het belangrijk dat burgers handelingsperspectief krijgen. Hoe faciliteert de Minister dit hele proces? Is de wetgeving wel op tijd afgerond voor gemeenten, om vroegtijdig hun visies op te kunnen stellen?

Met collega Rob Jetten heb ik een motie ingediend over de voeding van de warmtenetten. Deze moeten steeds duurzamer worden. Minder duurzame warmte mag nooit duurzame warmte verdringen. Hoe gaat dit in de nieuwe Warmtewet handen en voeten krijgen, qua CO2, aandeel hernieuwbaar, efficiency en adaptief tijdpad? De ChristenUnie vindt het belangrijk dat middels een warmte-etiket ook de herkomst van de warmte transparant wordt gemaakt. Een speciaal aandachtspunt voor ons is de restwarmte. Er mag natuurlijk geen lock-in ontstaan, maar nu wordt vaak ook warmte geloosd door de industrie, en dat is zonde. Gaat de Minister hiervoor een prikkel inbouwen in de nieuwe Warmtewet?

Duidelijk is dat door de energietransitie veel meer huishoudens dan nu met warmtenetten te maken gaan krijgen. Zo’n warmtenet heeft het karakter van een natuurlijk monopolie; dat is ook in verschillende interrupties aan de orde gekomen. Welke plek krijgt de consumentenbe-scherming in de nieuwe Warmtewet? Ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Sienot over de koppeling met de gasprijs, waarover de Kamer ook al verschillende moties heeft ingediend.

Ik krijg niet alleen van particulieren maar ook van bedrijven signalen dat bij het afsluiten van het gasnet de prijzen zo hoog oplopen. Eerst was het € 300 en nu loopt het al naar € 600, waardoor projecten om woningen van het gas af te halen onnodig duur worden. Wil de Minister met de netbeheerders en met bouwbedrijven in gesprek gaan om te kijken of daarvoor een oplossing kan komen?

Dan zon. De salderingsregeling is verlengd en wordt geleidelijk afgebouwd. Goed nieuws, maar het risico is wel dat de komende tijd de druk van de ketel is om in opslag van elektriciteit te investeren. Hoe zorgt de Minister ervoor dat de regeling zo wordt dat investeren in thuis- en buurtbatterijen een boost krijgt? Of zou dit gesubsidieerd kunnen worden met de SDE-subsidie? Ik sluit mij aan bij de vragen van het CDA en de SGP over de energiecoöperatie.

Dan de verbreding van de SDE+ naar de extra plus. In hoeverre dragen de voorgestelde wijzigingen bij aan de transitie naar een echt duurzame energievoorziening? Hoe moet ik in dit kader bijvoorbeeld de begrenzing aan de hernieuwbare energieproductie van maximaal 35 terawattuur zien? In het concept-klimaatakkoord was het nog minimaal 35 terawattuur. Dan CCS en het plafond van 10,2 megaton. CO2 opslaan onder de grond vergt veel energie en veel geld. Waar precies zitten de subsidies voor CCS in de SDE++? Kan de Minister garanderen dat deze subsidies niet de investeringen in schone technieken gaan verdringen?

Dan biomassa. De duurzaamheidscriteria zijn volgens mij pas begin 2020 gereed. Ik heb ook begrepen dat er tot voor kort helaas nog geen bijeenkomsten hebben plaatsgevonden voor het opstellen van de duurzaamheidscriteria. Het duurt mijn fractie te lang. Ik neem aan dat er sowieso geen euro subsidie meer gaat naar een nieuw project voordat het duurzaamheidskader rond is. Dat zou de wens zijn van mijn fractie. Kan de Minister daar meer over zeggen of dat wellicht ook toezeggen?

Dan een klein puntje. De hout- en pelletkachels worden gesubsidieerd uit de SDE+ en dat wordt allemaal geëvalueerd. Wat is de stand van zaken? Ik vind die subsidie toch niet helemaal de goede prikkel.


Dan mijn laatste opmerking. Energietransitie brengt ook heel veel innovatie. We hebben mooie input gekregen vanuit Noord-Nederland over de Groene Waterstofeconomie. Kan de Minister dat vanuit zijn positie ook ruimhartig ondersteunen? Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Moorlag heeft nog een interruptie.

De heer Moorlag (PvdA):

Als ik het goed begrepen heb, dan stelt mevrouw Dik-Faber dat de subsidie voor de opslag van CCS niet duurzame energie moet gaan verdringen. Maar dat gebeurt wel min of meer, want uit de ODE wordt de SDE++ gefinancierd. Er wordt 550 miljoen voor CCS uitgetrokken. Verbindt mevrouw Dik-Faber daaraan de conclusie dat er een andere verdeling van die middelen in de SDE++ zou moeten komen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

In het regeerakkoord is afgesproken dat de SDE verbreed wordt met opslag van CO2 in de bodem. Ik deel wel ieders standpunt dat dat niet het meest ideaal is. Het is eigenlijk een optie die je in allerlaatste instantie wil inzetten, maar we hebben die gewoon keihard nodig, omdat niet alle industrieën tijdig kunnen omschakelen naar een CO2-neutrale bedrijfs-voering. We zullen CCS dus moeten bekostigen uit het ene of het andere potje. Dan is de SDE++ een hele logische bron daarvoor. We hebben met elkaar afgesproken – dat heeft ook in brieven gestaan – dat er een herverdeling plaatsvindt tussen huishoudens en bedrijven, zodat de industrie die gebruik zal maken van de SDE++ daar relatief meer voor gaat betalen. Tegelijkertijd vind ik dat de industrie moet gaan verduurzamen. Ik zie in deze brief aan de ene kant wel de begrenzing van CCS. Tegelijkertijd is er een opgave voor de duurzame-energietransitie, ook voor de industrie. Mijn vraag aan de Minister is of het een het ander niet gaat verdringen. Ik snap dus de vraag die de Partij van de Arbeid stelt. Tegelijkertijd hebben we allebei nodig. Als de achtergrond van de vraag is: CCS, doe maar even niet... De voorzitter: Kunt u uw antwoord afronden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Als dat de achtergrond van de vraag is, deel ik dat niet. De voorzitter: Ik ga terug naar de heer Moorlag van de PvdA. Zou u alstublieft vraag en antwoord kort willen houden?

De heer Moorlag (PvdA):

Ik ga mevrouw Dik-Faber niet verleiden om afstand te nemen van het regeerakkoord. Volgens mij kan ik dan beter een poging doen om een heipaal van 18 meter lengte met blote handen uit de grond te trekken. Laten we dus even het regeerakkoord als uitgangspunt nemen. Mijn vraag aan mevrouw Dik-Faber is dan: vindt zij de verdeling zoals die in de brief wordt voorgesteld en die niet helemaal in het regeerakkoord is opgenomen, bevredigend, of vindt zij dat die verdeling anders moet: minder voor CCS en meer voor duurzame energie?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb een vraag gesteld aan de Minister. Ik wil eerst even het antwoord van de Minister afwachten.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug