Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over woonruimte voor (economisch) daklozen

woensdag 30 oktober 2019

Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 2019Z20678

Vraag 1
Kent u het bericht «Aantal daklozen in Nederland verdubbeld: «Iedereen kan dakloos worden»? 1)

Vraag 2
In welke mate ziet u dakloosheid als een woonvraagstuk?

Vraag 3
Bent u ermee bekend dat het niet meer alleen om daklozen met een complexe zorgvraag gaat, maar ook om economische daklozen (daklozen die geen zorgvraag hebben maar op straat staan met of zonder baan)? Kunt u aangeven om welke verdeling het ongeveer gaat?

Vraag 4
In welke mate denkt u dat gebrek aan betaalbaarheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid van woonruimte leiden tot toename van het aantal daklozen?

Vraag 5
In welke mate heeft u zicht op de brede groep die problemen heeft met huisvesting? Wat is het risico op dakloosheid voor deze mensen?

Vraag 6
Deelt u de mening dat eenieder recht heeft op huisvesting?

Vraag 7
Ziet u dat er voor de groep economisch daklozen specifiek beleid nodig is en dat deze groep, meer nog dan daklozen met ook andere problematiek, primair behoefte heeft aan een woning? Deelt u de mening dat bij de hulp aan deze groep het realiseren van woonruimte dan ook het primaire uitgangspunt behoort te zijn?

Vraag 8
Kent u de aanbevelingen die de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in maart 2019 deed aan gemeenten, om te voorkomen dat daklozen niet in de Basisregistratie Personen (BRP) staan ingeschreven, dat er goede ondersteu-ning en begeleiding moet zijn om verder afglijden te voorkomen en dat er passende oplossingen nodig zijn op de woningmarkt? Kunt u hier op reflecteren en aangeven wat ermee gebeurd is?

Vraag 9
Kan het kabinet bij haar acties om dakloosheid terug te dringen ook voor de groep economisch daklozen extra maatregelen treffen zoals door Van Zutphen is aangegeven? Zo ja, hoe wilt u dit vormgeven? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?

Vraag 10
Wat zijn voor woningcorporaties en marktpartijen momenteel de grootste obstakels om met woonoplossingen te komen voor economisch daklozen? Welke mogelijkheden ziet u om deze obstakels weg te nemen?

Vraag 11
Wat doet u aan het structurele tekort van woningen? Welke extra acties onderneemt u nu het aantal nieuwbouwvergunningen verder afneemt, onder meer door de stikstofcrisis? Hoe zorgt u er voor dat er in samenwerking met VWS en gemeenten voldoende woonruimte is voor economisch daklozen?

Vraag 12
Welke mogelijkheden ziet u om als (tijdelijke) noodoplossing voor deze groep een uitzondering op de kostendelersnorm te regelen als onderdeel van genoemde aanpak?

Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om als (tijdelijke) noodoplossing gebouwen van overheden, al dan niet in pilotvorm, samen met corporaties te transformeren tot woonruimte bij leegstand?

Vraag 14
Welke mogelijkheden ziet u om als (tijdelijke) noodoplossing de aangekon-digde stimulans van flexwoningen specifiek in te zetten om in huisvesting van deze groep te voorzien?

Vraag 15
Welke (tijdelijke) oplossingen kan de crisis- en herstelwet bieden bij de huisvestingsproblematiek van economisch daklozen?

Vraag 16
Welke huisvestingsstrategie gaat u samen met woningcorporaties en gemeenten ontwikkelen om te komen tot een structurele aanpak van de huisvestingsproblematiek van economisch daklozen? Worden hierin ook de verschillende verantwoordelijkheden en te treffen maatregelen voor Rijk, gemeenten en woningcorporaties uiteengezet?

1) Het AD, 23 augustus 2019, Aantal daklozen in Nederland verdubbeld: «Iedereen kan dakloos worden» (https://www.ad.nl/binnenland/aantal-daklozen-in-nederland-verdubbeld-iedereen-kan-dakloos-worden~a0e81635/)

Meer informatie

« Terug