Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO JBZ-Raad 12-13 maart 2020 (asiel- en vreemdelingenbeleid) (AO d.d. 11/03)

donderdag 12 maart 2020

Bijdrage Joël Voordewind aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid

Kamerstuknr. 32317

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik neem aan dat de staatssecretaris, die in een debat zat, niet heeft gehoord wat de Duitse minister voor Europese Zaken vanmorgen hier in het Nederlandse parlement heeft gezegd. Hij heeft Nederland opgeroepen om samen met Spanje en België deel te nemen aan de verdeling van die 2.500 kinderen vanaf de Griekse eilanden. Het is een dringend beroep op Nederland om in ieder geval toch 30, 40 kinderen op te nemen. Ik herhaal die oproep richting de staatssecretaris. Als de staatssecretaris dat niet wil, is ze dan in ieder geval bereid om in het verlengde van die oproep met haar collega's in België en Spanje daarover van gedachten te wisselen om te zien wat er wél mogelijk is?

Die kinderen moeten in ieder geval als eerste van de eilanden af. De omstandigheden daar zijn zo schrijnend, dat we ze zo snel mogelijk van de eilanden naar het vasteland zouden moeten brengen. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de humanitaire situatie aan de Turks-Griekse grens en op de Griekse eilanden buitengewoon slecht is;

verzoekt de regering om:

  • samen met andere landen er bij de Griekse overheid op aan te dringen om de 2.500 kwetsbare alleenstaande kinderen op de Griekse eilanden naar het vasteland over te brengen;
  • te pleiten voor humane en beschermde opvang met mogelijke Nederlandse ondersteuning en een constructieve houding aan te nemen in gesprekken met de Europese Commissie over een structurele oplossing;
  • zich in te spannen om Griekenland onder coördinatie van de Europese Commissie meer te ondersteunen,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Groothuizen en Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 608 (32317).

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Tot slot een vraag aan de staatssecretaris. We hebben het er gisteren ook over gehad, maar ik heb er nog geen eenduidig antwoord op gekregen. Hoe kan het nou dat Nederland, dat Europa 2,4 miljard euro aan Griekenland heeft betaald en dat op dit moment de ngo's nog steeds de hulp moeten verlenen en de Grieken eigenlijk alleen maar voor het eten zorgen? Hoe kan het nou dat we dat hebben bereikt met 2,4 miljard euro?

De heer Jasper van Dijk (SP):
De motie van de heer Voordewind klinkt, met alle respect, toch een beetje als een free lunch: help om de kinderen van de eilanden naar het vasteland te brengen. Ja, oké. Het eerste verzoek dat de heer Voordewind deed, namelijk dat de regering meedenkt en meedoet met het plan van de lidstaten om zelf kinderen op te nemen, vond ik eigenlijk veel interessanter. Dat is precies mijn motie. Gaat u die dan ook steunen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb de vraag van de Duitse minister die vandaag in dit huis klonk welbewust herhaald. Omdat ik absoluut niet zeker ben over het antwoord, heb ik er voor de zekerheid tegelijkertijd een motie aan toegevoegd. Ik hoop dat u die kan ondersteunen en andere collega's ook. Het minste wat we kunnen doen voor deze kinderen, is ze zo snel mogelijk weghalen van Lesbos en het kamp Moria en ze in ieder geval -- let wel: dat staat ook in onze motie -- beschermde en humane opvang te geven. Dat is een andere opvang dan waar de kinderen op dit moment zelfs op het vasteland worden ondergebracht.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Beluister ik de heer Voordewind goed dat hij zegt dat naar het vasteland brengen een second best oplossing is en dat verdelen over de lidstaten de beste oplossing is? Ik neem dus aan dat u beide moties steunt, zowel uw eigen motie als die van mij.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het beste is als de kinderen in een heel humane situatie worden opgevangen en dat er een structurelere oplossing volgt. Maar ik zie daar hier in de Kamer nog geen meerderheid voor, zelfs niet met ons. Vandaar een motie waarvan ik hoop dat u die ook steunt, die hopelijk wel kan rekenen op een meerderheid en die in ieder geval verlichting brengt voor de huidige schrijnende situatie van deze kinderen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik zit een beetje met de motie van de heer Voordewind. Je zou kunnen zeggen dat het goed is om kinderen naar een situatie over te plaatsen waar ze in ieder geval minder te lijden hebben. Maar wat nou als de Griekse regering tegen de heer Voordewind zegt: "Ja, je kunt me wat. Zelf doe je niks, Nederland. Maar je gaat wel in het parlement een motie aannemen die ons gaat vertellen wat wij moeten doen"? Wat zou de heer Voordewind dan zeggen tegen de Griekse regering? Nu was het de Duitse minister, maar stel dat de Griekse minister dit zou zeggen tegen de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het is niet waar dat wij helemaal niks doen. De staatssecretaris heeft gisteren uitgebreid verteld welke hulpgoederen we wel naar Griekenland sturen. Tegelijkertijd komt er 700 miljoen vrij. We hebben er gisteren gezamenlijk voor gepleit dat die 700 miljoen niet gratuit wordt gegeven, maar dat daar harde voorwaarden aan worden verbonden en dat in ieder geval wordt gezegd: "U krijgt die tweede tranche van 350 miljoen wel, maar u moet dan wel zorgdragen voor die 2.500 kinderen. Die moeten in een beschermde opvang in ieder geval op het vasteland komen, in betere omstandigheden dan nu het geval is."

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het kan volgens mij niet allebei. Je kunt hier niet staan zoals de heer Voordewind en zeggen dat je achter de oproep van de Duitse minister staat. De oproep van de Duitse minister was niet om dekens te sturen, psychosomatische hulp te verlenen en eilandcoördinatoren te benoemen. Dat was niet de oproep van de Duitse minister. De oproep van de Duitse minister was heel helder. Duitsland heeft gezegd: wij zijn bereid om een aantal van die kinderen in Duitsland op te vangen, dus niet op het Griekse vasteland, maar in Duitsland. Frankrijk en een aantal andere landen hebben dat gezegd. Nu is de vraag aan Nederland of wij dat ook zeggen. De heer Voordewind dient dan een motie in die tegen de Grieken zegt dat ze kinderen moeten overplaatsen van de eilanden naar het vasteland. Ik vind het een beetje gênant.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De heer Van Ojik staat aan de zijlijn, dat staat-ie al een paar jaar. Daar kan hij verder niks aan doen, alleen is het natuurlijk wel makkelijk om van de zijlijn te zeggen hoe de wereld idealiter in elkaar zit, maar we hebben te werken met de realiteit in dit huis. Dat betekent dat wat we kunnen doen voor de kinderen ook moeten doen. Ik hoop echt oprecht dat de heer Van Ojik namens GroenLinks deze motie ondersteunt, want het zal deze kinderen echt helpen als we ze kunnen overbrengen naar het vasteland, met de goede hulp. Dan moeten we daarna verder kijken wat er mogelijk is. Daarin ben ik het eens met de heer Van Ojik.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Voordewind. Dan schors ik nu de vergadering voor twee minuten.

Meer informatie

« Terug