Bijdrage Joël Voordewind Algemeen Overleg Jeugdbescherming

donderdag 13 januari 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Even vooraf: ik kreeg na de protestbijeenkomst in Amersfoort, waar ik helaas zelf ook niet bij kon zijn, verschillende verontruste mailtjes dat de jeugdzorg zou hebben opgeroepen om in brievenbussen te gaan plassen. Hopelijk neemt de staatssecretaris daar afstand van, ook in het kader van de hygiëne van zijn eigen deurmat. Dat kan toch niet het beleid zijn van de jeugdbescherming. De geluiden zijn wel degelijk gehoord afgelopen maandag in Amersfoort. Voormalig minister Rouvoet van het toen nog geïntegreerde ministerie voor Jeugd en Gezin, heeft er alles aan gedaan om de caseloadnorm terug te brengen naar een op vijftien. Als we terugbladeren, zien we dat dit ook gelukt is onder zijn beheer, maar dat de caseload daarna weer is gestegen. We zien meteen ook de nadelen van het weer uit elkaar trekken van de jeugdbescherming en de jeugdzorg, die nu onder twee parttime staatssecretarissen vallen. Ik vraag mij dan ook af of de fondsen die vrijvallen, als het voorstel van het CDA gaat werken en de Deltamethode haar uitwerking heeft, daadwerkelijk ingezet worden voor de jeugdzorg integraal. Het kan immers ook zo zijn dat die middelen worden ingezet voor het ministerie van Veiligheid en Justitie en dat er dus eigenlijk geen positieve prikkel kan uitgaan naar de jeugdzorg, omdat die weer op een heel ander ministerie zit. Dat is een van de voorbeelden waarom het niet verstandig is dat dit kabinet de jeugdzorg weer uit elkaar gaat trekken. Die integrale benadering gaan wij dus heel stevig missen.

De reactie van de ChristenUnie omvat twee punten. Ik begin met de ontwikkelingen die we nu meemaken, in eerste instantie een financieel tekort bij de jeugdbescherming. Volgens de ChristenUnie laten de cijfers zien dat er een tekort is. Deloitte toont dat aan. Wij vinden ook dat we daar heel serieus naar moeten kijken. Als we dat nu niet doen en het uitstellen, dan zullen we zien dat de jongeren die nu geen hulp krijgen, straks veel duurdere zorg nodig hebben en dan zitten we in een neergaande spiraal. Dat is echter niet het enige verhaal dat de ChristenUnie vertelt. We hebben hier verschillende debatten over wachtlijsten gehad. De parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg heeft niet voor niets heel streng gekeken naar wat de werkelijke oorzaken zijn van het stijgen van de wachtlijsten, zowel in de jeugdzorg als in de jeugdbescherming. De ChristenUnie wil er dan ook voor pleiten dat juist het voortraject benadrukt wordt. Het gaat niet alleen om meer geld. Ja, meer geld is nodig, maar dat is niet de enige oplossing, het gaat ook om het voortraject. We moeten veel meer investeren in de opvoeding van kinderen, mogelijk ook in ambulante intensieve begeleiding, in opvoedingsondersteuning. Volgens mijn fractie kan er nog veel meer, voordat er uit huis wordt geplaatst. We hebben het in de Kamer eerder gehad over Eigen Krachtconferenties of netwerkberaden. Als kinderen misbruikt worden, moet je natuurlijk uit huis plaatsen, maar ik ben er nog niet van overtuigd dat je niet meer winst kunt halen uit de ondersteuning van gezinnen in het voortraject.

Aangaande het normtarief laten de onderzoeksresultaten wisselende beelden zien van de verschillende instellingen. Ze laten echter ook zien dat er een structureel tekort is bij de jeugdbescherming. De caseload dreigt weer omhoog te gaan, de staatssecretaris vindt dat de caseload niet omhoog zou moeten gaan, maar heeft wel begrip voor een stijging als daarmee de kosten verdeeld kunnen worden van de administratieve ondersteuning. Dan, zo redeneert hij, zou je als gezinsvoogd een caseload van 17 kunnen hanteren; je hebt immers administratieve ondersteuning die de last op dat vlak kan verlichten. Echter, als ik de cijfers zie van de jeugdbescherming en van de MOgroep, dan zie ik ook dat er al een heel grote efficiëntieslag is gemaakt en dat de administratieve kosten al elders worden ondergebracht.

Ik maak mij ook grote zorgen over die stijging van 50% van de overheadkosten. Dat wordt ook duidelijk. Het gaat inderdaad om ongeveer 20 mln. Misschien kan de staatssecretaris daar iets over zeggen. Hoe verklaren we die grote stijging? Is de oorzaak inderdaad dat er al een verschuiving heeft plaatsgevonden van de gezinsvoogden naar de indirecte kosten? Dat kan ik niet uit het onderzoek opmaken. Deloitte schrijft dat schaal 10 voor een gemiddelde jeugdbeschermer mogelijk niet haalbaar is. Wat vindt de staatssecretaris van die conclusie?

De Deltamethode Gezinsvoogdij ondersteunen wij van harte. Ik hoop met de CDA-fractie dat dit tot goede resultaten zal leiden, waardoor we mogelijk minder geld hoeven te besteden. De eerste resultaten zijn positief. Het plan van aanpak, zo staat ook in het onderzoek, verkleint de kans op een uithuisplaatsing met de helft. Dat vind ik nog eens winst, maar zien we die cijfers op dit moment al terug bij de uithuisplaatsingen? De vorige cijfers ter zake, die we nog van minister Rouvoet hebben gekregen, bevestigden dat nog niet. Wettelijk gezien moet een gezinsvoogd de instelling binnen zes weken na de rechterlijke uitspraak een plan van aanpak aanleveren. Wordt die termijn gehaald? Ik heb de indruk van niet. Graag wil ik duidelijkheid daarover. De eerdere verlaging van de caseload houdt in de teams die eerst zijn onderzocht geen stand. Komt dit doordat het normtarief te laag is, of heeft de Deltamethode toch weer meer administratieve rompslomp met zich gebracht, die tot een stijging leidt?

Doel en inzet van het programma Beter Beschermd was -- dat stond inderdaad in het convenant-Verdonk -- om naar twee maanden te gaan. Volgens de laatste cijfers, die alweer van een tijd geleden dateren, hebben we inderdaad weer winst gemaakt met die 130, 120 dagen. Dat zou betekenen dat we inmiddels op zes maanden zitten, maar nog lang niet op twee maanden. Dat blijft het doel van het kabinet, maar het kabinet zegt: dat moeten we op termijn gaan halen. Welke termijn is dat? Hebben we daar een concreet tijdpad voor?

Afsluitend heb ik vragen over de kinderbescherming en de gezinsgerichtere aanpak. Ik heb al even de Eigen Krachtconferenties genoemd. Hoe ziet de staatssecretaris de mogelijkheid om ook bij de jeugdbescherming in het voortraject veel meer gebruik te maken van eigen kracht en van netwerkpleegzorg? Ik weet dat daar al voor 50% gebruik van wordt gemaakt, maar ik weet ook van situaties waarin er uit huis is geplaatst zonder dat de familie überhaupt geraadpleegd is. Dat moeten we vooral zien te voorkomen. De jeugdrechtadvocaten hebben ervoor gepleit dat de positie van de ouders wordt versterkt. Er liggen te veel klachten van ouders. Dat is aan de ene kant logisch. Het gaat immers om hun kinderen, maar toch zeggen ook advocaten dat mensen met hun klachten vaak niet terecht kunnen bij de Raad voor de Kinderbescherming. Ik heb daarover eerder ook al een motie ingediend.

Er komen veel verontruste mailtjes en telefoontjes binnen over het functioneren van de Willem Schrikker Groep. Krijgt de staatssecretaris die berichten ook? Het is bekend dat bij de Willem Schrikker Groep ook gebruik wordt gemaakt van particuliere gezinshuizen. Wij zijn een groot voorstander van gezinshuizen, maar er moet wel goed toezicht op zijn. Ik noem het voorbeeld van www.gezinshuis.com, een keten van gezinshuizen die de veiligheid en de kwaliteit van de aangesloten particuliere gezinshuizen wel garandeert. Wat vindt de staatssecretaris daarvan? De Willem Schrikker Groep heeft een uitspraak gekregen van het Haagse gerechtshof in juli 2010 dat men de voogdij niet meer zou mogen uitvoeren en dat dit monopolie bij de Bureaus Jeugdzorg ligt. Wat vindt de staatssecretaris van die uitspraak? Volgens mij voert de Willem Schrikker Groep tot de dag van vandaag nog steeds voogdijen uit in Zuid-Holland. Hoe zit dat precies? Mij dunkt dat die uitspraak van het gerechtshof heel erg belangrijk is geweest. Het zou ook een precedent kunnen zijn voor andere gebieden.

 

« Terug