Bijdrage Joël Voordewind VAO Medische zorg voor asielzoekers.

dinsdag 19 april 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de minister voor het rapport van de Inspectie voor de volksgezondheid over het tragische overlijden van een Somalische vrouw in het azc Leersum. Het rapport is helder, maar roept in de conclusies wel vragen op. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat een locatiemanager een terreinverbod geeft aan een huisarts, waardoor de basiszorg niet geleverd kan worden? Het COA ontzegt de bewoners hiermee de toegang tot de basiszorg. Hoe kan dat? Verder stelt de inspectie dat er geen directe relatie kan worden gelegd tussen de calamiteit en de slechte wijze waarop de zorg was geregeld. Deze conclusie lijkt mij nogal tegenstrijdig.

De inspectie komt tot een aantal maatregelen. Zo moet er onverwijld voor worden gezorgd dat de problemen tussen de huisarts, de leiding van het centrum en de praktijkondersteuners worden opgelost. Er moet onverwijld een protocol worden opgesteld. Het Gezondheidscentrum asielzoekers, de praktijkondersteuners en de huisarts moeten onverwijld zorgen voor een werkwijze die leidt tot wel verantwoorde zorg. Het rapport van de inspectie is van 12 januari, dus twee maanden geleden. Ik ga er dan ook vanuit dat de aanbevelingen en de maatregelen inmiddels zijn uitgevoerd. Kan de minister dat bevestigen?

Verder hebben wij contacten gehad met een lokale fractie van de ChristenUnie in de Utrechtse Heuvelrug, waar Leersum onder valt. Zij maken zich grote zorgen over de sfeer op het azc. Bewoners spreken in vertrouwen met bijvoorbeeld vertegenwoordigers van kerken en andere organisaties buiten het azc over dingen die niet goed gaan, maar durven de kritiek niet in het openbaar te vertellen. Herkent de minister dit beeld? Kan hij aangeven wat hij hieraan gaat doen? We hebben het eerder gehad over een vertrouwenspersoon op azc's.

Naar aanleiding van de uitzending van ZEMBLA over de advisering door het BMA heeft de commissie op advies van de ChristenUnie een aantal vragen aan de minister gesteld. Ik dank hem voor de antwoorden, en ik begrijp het helemaal als hij stelt dat de Nederlandse overheid het gat tussen onze kwaliteit en standaarden in de gezondheidszorg hier en elders niet goed kan dichten via het vreemdelingenbeleid. Het feit dat mensen in een land met slechtere gezondheidszorg dan de onze ziek worden, is geen reden om ze toe te staan hierheen te komen. Maar dat was de centrale vraag niet die ik aan de minister heb willen stellen. Het gaat nu om de vraag of de minister bij een asielzoeker die in Nederland afhankelijk is geworden van de medische zorg bij wijze van spreken een dialyseapparaat mag ontkoppelen om hem terug te sturen.

De minister zegt dat hij de totale beschikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg in het ontvangende land of het land van herkomst niet goed kan toetsen. Hij kan alleen kijken of de zorg aanwezig is. Maar we moeten toch iets verder kunnen kijken of de aanwezige zorg ook toegankelijk is? Wat betekent dan in de ogen van de minister het begrip «beschikbaarheid»? Dat betekent toch dat op het moment dat zo'n asielzoeker teruggestuurd wordt, hij feitelijk kan beschikken over die zorg? We moeten het dus breder bekijken: de zorg moet niet alleen ergens in een ziekenhuis beschikbaar zijn, maar moet ook toegankelijk zijn. Dat heeft onder andere te maken met de financiële mogelijkheden.

Kan de minister nader ingaan op de tegenstrijdige signalen die ik krijg over de betrouwbaarheid van de adviezen van SOS Internationaal en de vertrouwensartsen? Zijn deze nu anoniem of niet? Is de informatie verifieerbaar en hoe kan het dat een simpel telefoontje naar een medisch specialist in het land van herkomst tegenstrijdige informatie kan opleveren? Graag helderheid op dit punt.

Ten slotte de strafbaarstelling van illegaliteit en medische zorg. Van de GGD Hollands Midden ontvingen wij een afschrift van zijn brief aan de minister. De GGD stelt terecht dat uit humanitair en maatschappelijk oogpunt de zorg ook voor illegalen bereikbaar en beschikbaar moet blijven. Dat stel ik voorop. De ChristenUnie ziet de meerwaarde van het strafbaar stellen van illegaliteit absoluut niet. De nadelen zien we wel, en dat heeft de GGD ook goed geschetst in de brieven.

Allereerst de medeplichtigheid die de zorgverleners zou kunnen worden opgelegd. Kan de minister hier klip-en-klaar zeggen dat de medici die hulp blijven bieden aan asielzoekers niet medeplichtig worden, als het kabinet al de weg opgaat van de strafbaarstelling van illegalen? Kunnen we daarover vandaag duidelijkheid krijgen?

Ik kom toe aan de gevolgen voor de volksgezondheid van de asielzoeker zelf. Daarover hoor ik graag de mening van de minister. De illegalen zouden niet zolang moeten wachten, uit vrees om te worden opgepakt of te worden gearresteerd. Dat kan alleen maar tot een verslechtering van hun gezondheidssituatie leiden, met name als het gaat om bijvoorbeeld infectieziekten. De GGD pleit dan ook voor een onderzoek naar de mogelijke consequenties voor de illegalen en de volksgezondheid als die strafbaarstelling wordt ingesteld. Kan de minister dat toezeggen, om te overzien wat de gevolgen zijn van het strafbaar stellen van illegalen met betrekking tot de gezondheidszorg van die illegalen? Graag hoor ik of de minister daartoe bereid is.

 

« Terug