Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Aanpak illegaal verblijf en fraude.

donderdag 06 oktober 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de algemene commissie voor Immigratie en Asiel in een algemeen overleg gevoerd met minister Leers voor Immigratie en Asiel.

Onderwerp:    Aanpak illegaal verblijf en fraude

Kamerstuk:    19 637

Datum:             6 oktober 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het had nog erger gekund. Gelukkig heeft de minister de maatregelen die voorheen in het regeerakkoord stonden om de nareizende Somalische asielzoekers verder in te perken afgezwakt, ook op aandringen van de ChristenUnie. De inkomenseis en de inburgeringsexamens zijn er gelukkig niet gekomen voor nareizende gezinsleden. Dan was het nog veel moeilijker geweest dan nu. Daarvoor dank aan de minister. Daarmee zijn we er nog niet, want de problemen liggen er nog steeds. Het is goed dat er maatregelen zijn genomen. De ChristenUnie heeft die onder het vorige kabinet gesteund, laten we daar duidelijk over zijn. Fraude moet niet worden beloond. Dit werpt zijn vruchten af. Het doel was uiteindelijk niet het bemoeilijken van gezinshereniging, maar het bestrijden van fraude. Als ik de cijfers op een rijtje zie, lijkt het wel of met het opnoemen daarvan meer de quota moeten worden gehaald, dan dat we de fraude bestrijden. Dat is inlegkunde; ik hoop niet dat dit het doel en de inzet van de minister is.

Op de Nederlandse ambassade worden aangescherpte en aanvullende eisen gesteld met betrekking tot het identificeren van gezinsleden. Wij horen berichten dat twaalf- en dertienjarigen 235 vragen en elfjarigen 180 vragen krijgen voorgelegd. Als daar ook maar enigszins afwijkende opmerkingen in staan kan het kind geweigerd worden om zijn ouders na te reizen. Dit zijn kinderen uit Somalië, die soms heel traumatische dingen hebben meegemaakt. Ik las over een geval waarin de oma de kinderen naar Addis Abeba had gebracht. De oma was tijdens de reis overleden. De kinderen zijn uiteindelijk in Addis Abeba terechtgekomen, maar hebben daar tegenstrijdige berichten afgegeven. Uiteindelijk kunnen ze dus niet doorreizen naar Nederland, waar hun vader zit. Ik begrijp dat je goed moet kijken of het biologische kinderen zijn, en of inderdaad geen misbruik wordt gemaakt van het feit dat kinderen zeggen dat zij pleegkinderen zijn. Tegelijkertijd weten we dat in Afrika extended families heel vaak voorkomen. Op het moment dat ouders wegvallen is het gewoon dat andere familieleden de kinderen opnemen als pleegkinderen. Dit ligt gecompliceerd. Ik steun het voorstel om te kijken of we niet standaard de DNA-test kunnen uitvoeren. Dan weten we of het biologische kinderen zijn en hoeven we niet die ellenlange vragenlijst af te nemen om te zien of er een tegenstrijdigheid in zit. Kan de minister dit als standaardoptie meenemen richting de IND? Ik ben het niet eens met de heer Fritsma die zegt dat wij niet gaan over de methodes van de IND. Wij zitten hier om met de minister mee te denken en hem suggesties aan te reiken. Dat doe ik dus.

Er staat een termijn van drie maanden voor. Ik heb al in mijn interruptie gezegd dat dit soms te kort is, omdat de IND het bij gebrek aan personeel niet voor elkaar krijgt om de beoordeling binnen die drie maanden te doen. Ik mag toch aannemen dat dit niet een argument mag zijn om tegen biologische kinderen te zeggen dat ze hun ouders niet mogen nareizen. Graag hoor ik daarop een reactie van de minister.

Is altijd de juiste tolk aanwezig? Ik krijg berichten dat dit niet altijd het geval is. Er is soms een tolk die niet de juiste taal spreekt, of heel gebrekkig. Dat kan leiden tot verschillende interpretaties van de beweringen van de kinderen. Samenvattend zeg ik dat fraude bestrijden goed is, maar dat het niet ten koste mag gaan van het fundamentele recht op gezinsleven. Daar hebben wij allerlei verdragen over ondertekend. Ik mag toch aannemen dat een minister van CDA-huize dat principe nog steeds onderstreept.

Er zijn ongeveer 100.000 illegalen in Nederland. Dat aantal is de afgelopen twee jaar redelijk stabiel. Daarvoor is het flink gedaald. We hebben daarover in 2005 een heel uitgebreide brief gehad van minister Donner. Mijn collega van de PvdA heeft daar ook naar verwezen. De heer Donner heeft een trits aan argumenten opgesomd, pagina's lang, waarom het onverstandig zou zijn om deze lijn van strafbaarstelling in te zetten. De maatregelen zijn ongericht. De maatregelen kunnen zelfs de mensen treffen die vrijwillig terug willen, via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bijvoorbeeld, maar in de tussentijd wel illegaal zijn. Het kan leiden tot cumulatie van bestuurs- en strafrechtelijke sancties en extra administratieve lasten. Ik steun het plan van de Partij van de Arbeid om daar maar eens een doorrekening voor te maken. Zelfs mevrouw Van Dooijeweert, de voorzitter van de ACVZ, zegt dat het symboolwetgeving is. Daarnaast pleit zij ook voor een Härtefallcommissie. Dat is een commissie die pleit voor schrijnende gevallen en die voorlegt aan de minister. Ik hoop dat de minister daar op reageert. Criminelen die illegaal zijn moeten strafbaar worden gesteld. Dat kan nu al. Daar hebben we de extra wet niet voor nodig.

Ik zie dat er een daling in de onkosten wordt genoemd. Ik heb voorheen ook in de media wel geopperd eens te kijken of we de procedures van het tewerkstellen van asielzoekers kunnen vereenvoudigen. Werkgevers hebben er op aangedrongen dat zij veel te veel procedures moeten doorlopen om een asielzoeker te laten werken. Asielzoekers willen dat heel graag; 20% werkt nu, 80% tot 90% wil graag werken. Kan de minister hier ook naar kijken?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug