Bijdrage Joël Voordewind aan de plenaire afronding van het I & A deel van de JBZ-raad

donderdag 11 juni 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Immigratie en Asiel van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een plenaire afronding van de JBZ-raad met staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie en minister-president Mark Rutte

Onderwerp:   JBZ-raad (I&A deel) (plenaire afronding) (AO d.d. 11/06)

Kamerstuk:    32 317

Datum:           11 juni 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is duidelijk dat Europa in actie moet komen. Dit jaar zijn er al 1.800 mensen verdronken in de Middellandse Zee. Italië en Griekenland kunnen de instroom van asielzoekers en bootvluchtelingen niet meer aan. Europa moet dus in actie komen. We hebben de actieplannen gezien. We hebben ook de reactie van het kabinet gezien.

Volgens de ChristenUnie moeten we allereerst ook betrokken raken bij het redden van mensenlevens op dit moment. Daarom vraag ik nogmaals of de minister-president bereid is om zo snel mogelijk een fregat die kant op te sturen om een bijdrage te leveren aan het redden van levens, zoals andere lidstaten op dit moment ook doen.

Verder zou ik het kabinet nogmaals volmondig bereid willen zien om de plannen van de Europese Commissie te steunen zoals ze nu voorliggen. Accepteert het kabinet de verdeling, herplaatsing en vestiging? Gaat het kabinet in de onderhandelingen niet nog eens morrelen aan die criteria? Graag een helder antwoord op dat punt.

Omdat de brief en zelfs de voorstellen van de Europese Commissie niet helder zijn over de hervestiging — het is nog onduidelijk of die additioneel is of binnen de bestaande 500 vluchtelingen zou kunnen gaan vallen — dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese migratieagenda voorziet in een hervestigingsvoorstel waarbij 732 personen in Nederland worden hervestigd en dat Nederland zelf ook een hervestigingsprogramma kent waarbij 500 vluchtelingen per jaar worden opgenomen;

overwegende dat vooralsnog niet duidelijk is of het hervestigingsvoorstel gezien moet worden als een aanvullende inspanning, dat de regering hier evenwel voor open staat, maar dat haar inspanning wel afhankelijk gemaakt wordt van een aantal voorwaarden;

verzoekt de regering, het hervestigingsvoorstel inderdaad te beschouwen als een aanvullende inspanning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 296 (32317).

De heer Voordewind (ChristenUnie):
We hebben ook gesproken over een centraal aanmeldingspunt aan de zuidgrens van Europa. Ik heb daartoe ook een voorstel gedaan en rondgedeeld. De staatssecretaris is daarvan op de hoogte. De staatssecretaris zegt dat het EASO dat zou ondersteunen. Dat klopt inderdaad. Er is op dit moment bijstand voor Griekenland en Italië. Ambtenaren zijn daar op dit moment mee bezig. Er lopen inderdaad ook pilots, zoals de staatssecretaris zegt, maar die hebben niet direct te maken met een centrale en gezamenlijke aanpak als het gaat om aanmelding aan de zuidgrens. Vandaar dat ik de volgende motie indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Migratieagenda voorziet in een herplaatsingsvoorstel zodat 40.000 asielzoekers die een gerede kans hebben op een asielstatus over de verschillende EU-lidstaten kunnen worden verdeeld;

verzoekt de regering, binnen de kaders van artikel 78 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de mogelijkheden van een European Processing Center te onderzoeken en de Kamer hierover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 297 (32317).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > juni