Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Natuurbeleid en Biodiversiteit

donderdag 28 mei 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken

Onderwerp:   Natuurbeleid en Biodiversiteit

Kamerstuk:    33 576          

Datum:           28 mei 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. De Staatssecretaris zet stevige stappen wat betreft het fundament van onze natuur, onder meer met de Wet natuurbescherming en de fitnesscheck. Laat ik eerst stilstaan bij de vormgeving van het stelsel voor agrarisch natuurbeheer. Wat is de stand van zaken? Zijn de nieuwe collectieven inmiddels allemaal opgericht? Is voor agrariërs duidelijk hoe het beleid inzake agrarisch natuurbeheer in de praktijk vorm krijgt vanaf 1 januari 2016? Ik begrijp dat de meeste provinciale natuurbeheerplannen inmiddels definitief zijn vastgesteld, waarmee duidelijk is geworden welke focusgebieden er zijn voor het agrarisch natuurbeheer. 2015 is een overgangsjaar. Het is belangrijk dat dit overgangsjaar goed wordt gebruikt en dat wordt geborgd dat het collectieve agrarische natuurbeheer aansluit op de vergroening in de eerste pijler, zoals wij hebben vastgelegd in de motie-Jacobi/Dik-Faber. Ervaringen van de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen laten zien dat de kansen voor kruisbestuiving tussen de vergroeningsvoorwaarden en agrarisch natuurbeheer helaas vrijwel onbenut blijven. Akkerbouwers vullen de vergroening en agrarisch natuurbeheer los van elkaar in. Wat kan de Staatssecretaris, uiteraard samen met de provincies, die hiervoor primair verantwoordelijk zijn, doen om ervoor te zorgen dat boeren de waarde gaan inzien van een goede aansluiting tussen vergroening en agrarisch natuurbeheer?

Het is goed dat er een fitnesscheck komt op de Vogel- en Habitatrichtlijn. De herziening zal deels plaatsvinden tijdens het Nederlandse Voorzitterschap. Dit biedt ook kansen voor Nederland. Voor de fractie van de ChristenUnie is vereenvoudiging een kernwoord van de herziening. Het is een mooi moment om het Europese natuurbeleid ook eens langs de lat van de subsidiariteitstoets te leggen, om te bezien waar bevoegdheden kunnen worden teruggelegd bij de lidstaten. Het doel moet zijn om de Vogel- en Habitatrichtlijn te verbeteren, zonder de doelen waarvoor de richtlijnen zijn opgesteld uit het oog te verliezen. Is de Staatssecretaris bereid om bij de fitnesscheck te bezien hoe beleid op andere terreinen, bijvoorbeeld het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) strookt of juist niet strookt met de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn? Met andere woorden: meer coherentie in het Europese beleid zou wat ons betreft het doel moeten zijn. Is de Staatssecretaris dit met ons eens?

Nederland heeft in 2005 de Europese Landschapsconventie ondertekend. Onderdeel van deze conventie is de oprichting van zogenaamde landschapsobservatoria, die de kwaliteit van het landschap monitoren en de publieke en politiek-bestuurlijke aandacht voor ons landschap willen vergroten. In Nederland heeft Landschappen.nl onlangs het initiatief genomen tot de oprichting van het landschapsobservatorium Nederland. Natuurlijk ben ik hier heel blij mee. Wij moeten het waardevolle Nederlandse landschap koesteren. Het landschapsobservatorium heeft een belangrijke functie om te borgen dat er voldoende aandacht blijft voor het landschap bij het Rijk en bij de provincies. Het begint natuurlijk allemaal met een adequate monitoring van het landschap in Nederland. Is de Staatssecretaris bereid om de initiatiefnemers van dit landschapsobservatorium te ondersteunen, door bij te dragen aan een monitoringssysteem voor het landschapsbeleid? Graag krijg ik een reactie.

 Al geruime tijd vraagt mijn fractie, evenals de fractie van het CDA, aandacht voor de positie van de rietsector in Noordwest-Overijssel. De riettelers die gronden pachten van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, dreigen btw te moeten betalen over de subsidie die zij krijgen voor het rietlandbeheer, omdat zij als opdrachtnemer worden gezien van de verpachter die de subsidie krijgt. Dit terwijl de subsidie fors lager is geworden. De oplossing waarover al geruime tijd wordt gesproken, onder meer met EZ en Financiën, is om de pachter en de verpachter als gezamenlijke entiteit te laten optreden bij het aanvragen van de subsidie. Tot op heden is er echter geen duidelijkheid. De riettelers zitten echt met de handen in het haar. Is de Staatssecretaris bereid om samen met de Staatssecretaris van Financiën deze impasse te doorbreken?

Mijn laatste punt betreft de fiscale vrijstelling van SNL-subsidies (Subsidiestelsel Natuur en Landschap). Gisteren zijn de antwoorden binnengekomen op mijn schriftelijke vragen. Ik dank de Staatssecretaris dat dit nog

gelukt is voor dit AO. Ik vind het echter onbegrijpelijk dat pas eind dit jaar duidelijkheid komt over de fiscale vrijstelling over vorig jaar en dit jaar. Mijn vraag is welke mogelijkheden de Staatssecretaris ziet om de procedure te verstellen of een tussenuitspraak van de Commissie te krijgen. Ik begrijp dat de Staatssecretaris zich hiervoor heel hard inzet, maar wellicht is er nog ergens een gaatje. Wij wachten er al heel lang op.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug