Bijdrage Joël Voordewind aan de plenaire behandeling van de begroting Veiligheid en Justitie

woensdag 25 november 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Immigratie en Asiel van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan de plenaire behandeling van de begroting Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Begroting Veiligheid en Justitie

Kamerstuk:    34 300 - VI    

Datum:           25 november 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Anderhalve week na de aanslagen in Parijs spreken wij in Nederland over de begroting voor Veiligheid en Justitie. Dat laat maar zien hoe belangrijk het is om te investeren in veiligheid en in onze rechtsstaat. Voor de ChristenUnie is het belangrijk dat de kern van de taak van de overheid, namelijk het garanderen van veiligheid en het doen van recht, op een goede manier zeker is gesteld.

Net als veel partijen was de ChristenUnie bezorgd over de krapte op de begroting voor Veiligheid en Justitie. Eerder hebben wij het een houtje-touwtjebegroting genoemd. Wij hadden grote zorgen over de reclassering, de Nationale Politie en de rechtspraak. Afgelopen vrijdag kregen wij gelukkig een brief van het kabinet over 250 miljoen extra. Daar waren wij blij mee. Wij complimenteren de minister en de staatssecretaris met die extra bijdrage. Die was ook hard nodig. Ik ga ervan uit dat er een nota van wijziging komt. Ik zeg de bewindslieden alvast dat wij misschien aanleiding zien om naar aanleiding van die nota van wijziging, voor zover wij die krijgen, voor de stemming nog een heropening te organiseren. Wij willen als ChristenUnie namelijk wel zien of wij het eens zijn met die nota van wijziging.

Wij hebben nog de nodige zorgpunten: de rechtspraak, de Nationale Politie, de mensensmokkel en de capaciteit van het COA. Ik begin bij de rechtspraak. Daar gaat 20 miljoen heen, maar wordt dit niet helemaal opgesoupeerd door KEI, het ICT-programma? Zit er nog ruimte in voor de versterking van de rechtsstaat? Er is een second opinion gevraagd door de minister, zoals al even ter sprake kwam in een interruptiedebatje. Een extra investering van 15 miljoen is nodig. Wij hechten eraan om de rechtspraak echt een impuls te geven met 15 miljoen.

Dankzij de motie-Slob/Samsom bij de Algemene Beschouwingen in september is het besluit genomen om opnieuw te kijken naar de rechtbanken in zeven steden. In de motie wordt gevraagd om de alternatieven te bezien, samen met de gemeenten. Wat zijn de uitkomsten van dat gesprek? Kan de regering bevestigen dat het uitkleden van de rechtbanken pas vanaf 2018 geld zal opleveren? Zo ja, is de minister dan bereid om de Raad voor de rechtspraak te vragen om het besluit uit te stellen en in overleg te treden met de gemeenten om na te gaan of wij op die zeven locaties gewoon een volwaardige rechtbank open kunnen houden? Het zou mooi zijn als het tot een andere oplossing komt.

Ik kom op de Nationale Politie. Ik ben blij met het eerder uitgetrokken geld. Mijn fractie blijft grote vraagtekens houden bij de begroting voor de Nationale Politie. De Rekenkamer zegt: de minister steekt zijn kop in het zand voor de risico's. Is die 138 miljoen euro in de brief van vrijdag een antwoord op deze kritiek? Zo ja, welk deel van dit bedrag gaat de minister dan besteden aan de politie en waaraan? Komt er ook geld voor de kosten van de nieuwe plannen voor de recherche? Hoe staat het met meer wijkagenten en de mogelijkheid om via een lokale wijkaanpak radicalisering tegen te gaan? Graag krijg ik daarop een reactie van de minister.

Ik kom te spreken over de dekking. Er is 250 miljoen vrijgemaakt. 50 miljoen moet van andere ministeries komen. Binnen het ministerie moet er nog eens 15 miljoen bezuinigd worden. De opbrengst van de fraude-opsporing is wel heel optimistisch geraamd. Is de minister niet bang dat hij aan het einde van het jaar naar de Kamer zal moeten komen omdat er alsnog geldtekort is?

Dan de mensensmokkel. Politie, OM en KMar leggen sinds enige tijd al een behoorlijke prioriteit bij de aanpak van mensensmokkel. Dat is ook terecht. Maar ik krijg signalen dat dit ten koste gaat van de capaciteit voor de aanpak van bijvoorbeeld de mensenhandel, een zaak die ook heel dringend moet worden aangepakt. Ik heb daarom een amendement in overweging om een bescheiden en gericht bedrag extra vrij te maken voor de aanpak van mensensmokkel in speciale teams van politie, OM en KMar, zodat er ruimte overblijft voor het reguliere werk, zoals de bestrijding van mensenhandel. Het veld heeft daar eveneens op aangedrongen.

Ik ga verder met het asieldeel van de begroting. Bij de Algemene Beschouwingen is de motie-Slob aangenomen, waarin wordt gevraagd om meer budget voor de opvang van asielzoekers in Nederland, maar ook in de regio. Afgelopen vrijdag heeft het kabinet de eerste handreiking gedaan wat betreft de bedragen voor de IND, maar dan blijft de opvang van de mensen zelf in Nederland over. We hebben onderling al bediscussieerd dat de inschatting van 58.000 asielzoekers volgend jaar reëel is. Daarvoor zou het COA meer geld moeten krijgen dan de voor volgend jaar begrote 430 miljoen. Dit jaar besteden we waarschijnlijk een miljard aan de opvang van asielzoekers. Het kan toch niet zo zijn dat we 500 miljoen op die post bezuinigen en die vooruitschuiven naar een Voorjaarsnota of zelfs een Najaarsnota? Als we deze begroting willen goedkeuren, dan moeten we daar geen dekkingstekort van 500 miljoen in zien. Graag een reactie of in ieder geval een indicatie of ook de staatssecretaris geld kan bijplussen bij het COA.

Er is een voorstel gedaan voor een mini-Schengen. Samen met de buurlanden zou er tot een mini-Schengen gekomen kunnen worden. Dat is natuurlijk het gevolg van het falen van de Europese aanpak. De hotspots komen maar niet van de grond. We hebben daarover verschillende keren in de Kamer gesproken. Ik geloof dat er nu nog maar één van de grond is gekomen, namelijk op Lesbos. Zelfs die functioneert niet. Er zijn ook geluiden over een soort asielquotum. Ik krijg hierop graag een heldere reactie van de staatssecretaris. Is en blijft het zo dat elke vluchteling altijd de mogelijkheid moet hebben om asiel aan te vragen? Kan de staatssecretaris die garantie blijven geven? We gaan de winter tegemoet. Dan kan het weer gaan vriezen. We weten nu dat een aantal mensen in de noodopvang zitten in de paviljoens, in de tenten. Kan de staatssecretaris toezeggen dat als de winter inzet, die mensen uit die paviljoens en die tenten worden gehaald en zij gewoon een dak boven hun hoofd krijgen?

We hebben verschillende keren gesproken over de Ranov en de naturalisatieproblematiek bij de generaalpardonners. Ik ben blij met de brief van de staatssecretaris dat hij eindelijk deze mensen tegemoetkomt wat betreft het niet kunnen aantonen van hun afkomst. We krijgen wel signalen van mensen die dit inmiddels proberen te regelen via de IND, waarbij zij alsnog hun identiteit moeten aantonen met andere mogelijkheden en middelen dan een geboorteregister. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van de brief? Ik maan de staatssecretaris dan ook om zijn medewerkers te manen om tot een praktische oplossing te komen zodat de generaalpardonners die al jaren wachten en bijvoorbeeld niet kunnen trouwen of niet naar Engeland kunnen gaan, zo snel mogelijk kunnen naturaliseren.

158 kinderrechtenorganisaties hebben hun zorgen geuit aan deze Kamer. Ik zal één voorbeeld noemen van de problemen waartegen ze aanlopen: de gezinsherenigingsprocedure van alleenstaande minderjarigen, een zeer kwetsbare groep. Omdat er een achterstand is bij de afhandeling van de asielverzoeken duurt het veel langer voordat er een aanvraag ingediend kan worden. Dat kan gebeuren, gezien de grote asielinstroom op dit punt, ook van de minderjarigen, maar dit moet niet ertoe leiden dat deze mensen inmiddels mogelijk meerderjarig zijn op het moment dat zij een verzoek indienen. Ik vraag dan ook aan de staatssecretaris om het tijdstip van inreizen in Nederland doorslaggevend te laten zijn bij de beoordeling of de nareisbepaling in artikel 29 van toepassing is. Deelt de staatssecretaris onze analyse en is hij daartoe bereid? Wij willen voorkomen dat de kinderen uiteindelijk meerderjarig zijn en geen nareismogelijkheid meer zouden kunnen hebben.

De heer Oskam (CDA):
Ik heb een vraag over de begroting van de rechtspraak. Ik heb de ChristenUnie niet gehoord over de huisvestingsplannen van de rechtspraak. De vorige fractievoorzitter van de ChristenUnie heeft daarover een motie ingediend die als strekking heeft dat er meer tijd nodig is om dit hele proces zijn gang te laten gaan. Gisteren is er een petitie aangeboden door de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. De ChristenUnie was daar niet bij, maar ik heb de heer Voordewind verteld wat daar gezegd is. Hoe zit de ChristenUnie daarin? Is die 20 miljoen genoeg of moet er geld bij? Kan die 20 miljoen voor de huisvesting worden aangewend? Of gaan wij, zoals de NVvR zegt, het een jaar rekken?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik kan mij voorstellen dat ik wat snel heb gepraat, maar ik heb het wel genoemd. Ik heb er bij de minister op aangedrongen om meer tijd te nemen, zodat wij kunnen bekijken of wij kunnen komen tot praktische oplossingen voor het volwaardig functioneren van de rechtbanken in de zeven gemeenten die het betreft. Op dit punt heb ik een motie in voorbereiding. Misschien kunnen wij die gezamenlijk indienen.

De heer Oskam (CDA):
Ook als het geld kost?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ja, ook als het geld kost. Ik heb begrepen dat het nog een tijd duurt voordat het geld gaat kosten. De heer Oskam heeft bedragen genoemd ter grootte van 30 miljoen, maar ik heb begrepen dat het om kleinere bedragen gaat. Laten wij in ieder geval aan de minister vragen om te overleggen met de gemeenten over wat er mogelijk is. Als daar bedragen uitkomen — ik heb begrepen dat er kleinere bedragen uit zullen komen van om en nabij 6 miljoen — dan ga ik graag het gesprek aan met de heer Oskam en hopelijk ook met de PvdA, die naar ik aanneem op dezelfde lijn zit, om te bezien of wij daar gezamenlijk uit kunnen komen.

De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder met uw betoog.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik kom tot een afronding van mijn betoog. Het komt er nu op aan om te blijven investeren in onze veiligheid en tegelijkertijd gastvrij te blijven voor de vluchtelingen. Het vinden van die balans, het met twee woorden spreken, zal de uitdaging zijn voor de komende tijd. Op dit punt zal de ChristenUnie de bewindslieden blijven aansporen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug