Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg RBZ Gymnich

donderdag 04 februari 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Koenders van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   RBZ Gymnich

Kamerstuk:    21 501 - 02   

Datum:           4 februari 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben ook wel benieuwd naar de reactie van de minister op de twee pleidooien aan onze rechterkant. In Israël zien we nu een golf van terreur, van terroristische aanslagen. Fatah reageert daarop en prijst de daders ervan als helden. Er worden nog steeds rijkelijke beloningen uitgekeerd aan terroristen in Israëlische gevangenissen. Welke Palestijnse Autoriteit of welk land willen we dan gaan belonen met een erkenning? Ik hoop dat de minister hier nuchter en realistisch in zit. Natuurlijk is ook mijn partij van harte voorstander van een heropening van het vredesproces, want alleen via de onderhandelingstafel kunnen die partijen bij elkaar komen. Maar gezien de terreur die op dit moment plaatsvindt, lijkt het me niet de goede insteek om meteen al aan het begin van zo'n overleg te dreigen in de trant van "als het na twee of drie weken niet is gelukt, dan moeten we maar overgaan tot ... ". 

De heer Servaes (PvdA): Het spijtige van zo'n begin is dat het een eenzijdig begin is. De heer Voordewind vertelt eigenlijk het halve verhaal over waarom die vredesconferentie zo nodig is. Natuurlijk is er van alles aan de hand: heel veel geweld over en weer; buitenrechtelijke executies in reactie daarop; de aankondiging van nieuwe nederzettingen; zelfs door de Europese Unie gesubsidieerde gebouwen op Palestijns gebied worden nu door de Israëli's gesloopt. Waarom noemde de heer Voordewind die aspecten niet in zijn inleiding? Erkent hij dat de Fransen het goede moment hebben gekozen, omdat het nu urgenter is dan ooit om dat vredesinitiatief nieuw leven in te blazen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Zo krijgen we een kip-eiverhaal. Er komen jongelui met messen op onschuldige burgers af. Die steekpartijen hebben tientallen keren tot dodelijke slachtoffers geleid. Als je militair of politieagent bent en daarbij staat, geef ik je het maar te doen om dan heel proportioneel, gericht en de-escalerend op te treden om zo'n steekpartij te voorkomen; zij hebben immers ook de verantwoordelijkheid om hun eigen burgers tegen dit soort aanslagen te beschermen. Van mij zult u dus niet horen dat er disproportioneel geweld wordt gebruikt. Ik vind het heel lastig in te schatten; die mensen staan erbovenop en zien dat er mensen worden aangevallen. Natuurlijk moeten beide partijen om de tafel gaan zitten en natuurlijk moeten de handelingen zijn gericht op het herstel van wederzijds vertrouwen. Wij hebben al eerder gezegd dat de bouw van nieuwe nederzettingen het vredesproces niet helpt, los van het bouwen binnen de bestaande nederzettingen. Het belangrijkste is dat er weer wordt onderhandeld en dat er niet meer wordt gestoken, geslagen, geschoten en gemoord. Daar zijn we het over eens. Vanwege het geweld dat er nu plaatsvindt, moet je echter wel een nuchtere en realistische insteek hebben. Je moet dus niet meteen beginnen met de dreiging dat het maar eens klaar moet zijn als het overleg mislukt.

De heer Servaes (PvdA): Ik weet dat we het vaker hierover hebben, maar nu zegt de ChristenUnie in een half zinnetje dat ook zij bezwaar heeft tegen het uitbreiden van nederzettingen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Nee, nieuwe nederzettingen.

De heer Servaes (PvdA): O, alleen nieuwe nederzettingen. Dus de ChristenUnie heeft geen bezwaar tegen bouw in bestaande illegale nederzettingen en ook niet tegen de afbraak van gebouwen die met Europese subsidies op Palestijns grondgebied zijn gebouwd? Gisteren vond daar namelijk de grootste vernieling van gebouwen in tien jaar plaats. Aan de ene kant worden er dus Palestijnse gebouwen gesloopt en aan de andere kant worden nieuwe woningen en nederzettingen gebouwd. Ik begrijp dat u geen bezwaar heeft tegen beide zaken?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik zal het nog sterker maken: er worden ook Joodse nederzettingen en nieuwe huizen gesloopt als de rechter daartoe opdracht geeft. Dat is natuurlijk het mooie van Israël: daar heb je nog een rechtssysteem, mensen kunnen daar naar de rechter stappen. Ik geloof dat Olmert door een islamitisch-Arabische rechter is veroordeeld. Waarschijnlijk was dat terecht, al weet ik dat niet. Maar zo kan het daar dus ook lopen: in dat rechtssysteem komt de rechter eraan te pas als er geen vergunningen zijn om te bouwen en als mensen het met iets niet eens zijn, kunnen zij in Israël naar de rechter stappen.

Ik maak een klein uitstapje naar de etiketteringen. Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Ten Broeke (34300, nr. 22) over gelijke monniken, gelijke kappen? Ik ben benieuwd wanneer die etikettering gaat komen voor de Westelijke Sahara en de andere gebieden.

In de Israëlische pers bestaat verwarring over het korten door Nederland op de uitkeringen van holocaustoverlevenden. Ik weet niet of de minister daarvan weet, maar die berichten zijn er. De ambassade zou het een en ander hebben gecorrigeerd, maar ze zou daarover ook nog in gesprek zijn met de Israëlische regering. Kan de minister daar wat over zeggen? Het zou namelijk nogal apart zijn als er op die uitkeringen werd gekort.

Ik ga verder over Iran. Ik sluit me aan bij de zorgen van collega Ten Broeke over die ballistische rakketten. De Amerikanen hebben nieuwe sancties ingesteld. Wordt dit een onderwerp in Gymnich of anders in de Raad? Overweegt de Europese Unie sancties voor die ballistische rakketten, in navolging van de Amerikanen?

In Turkije zien we een verslechtering van de mensenrechtensituatie. Human Rights Watch heeft daar een rapport over uitgebracht. Ik heb begrepen dat Turkije naar Gymnich komt. Gaat de minister daar met Turkije spreken over het plan-Samsom en over de vraag of Turkije eindelijk eens het Vluchtelingenverdrag gaat ondertekenen?

Ten slotte iets over de berichten dat de Amerikanen zouden zijn gestopt met de financiering van de zogenaamd "gematigde" krachten in Syrië. Wij zullen daar uitgebreid over komen te spreken in ons debat over de artikel 100-brief. Ik vind dat een opmerkelijk bericht. Ik hoor daar graag een reactie van de minister op, ook aangezien ik de minister de vorige keer de suggestie heb gedaan om te kijken naar de democratische Syrische strijdkrachten van de Noordelijke Alliantie. Kan er worden gekeken naar financiering voor hen, in plaats van voor de zogenaamde Riad Oppositie?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug