Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Wet langdurige zorg (Wlz) (AO d.d. 03/03)

donderdag 17 maart 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   VAO Wet langdurige zorg (Wlz) (AO d.d. 03/03)

Kamerstuk:    34 104          

Datum:           17 maart 2016

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jongeren met een beperking tussen de 18 en 23 jaar mogelijk met vijf verschillende stelsels te maken hebben: de Jeugdwet, passend onderwijs, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Wet langdurige zorg (Wlz);

overwegende dat jongeren met een licht verstandelijke beperking tussen de 18 en 23 volop in ontwikkeling zijn;

van mening dat jongeren niet de dupe mogen worden van onzorgvuldige overgangen tussen de verschillende wetten;

verzoekt de regering, aanvullend onderzoek te doen naar de inhoudelijke aansluiting tussen de verschillende wetgeving waar de groep jongeren van 18 tot 23 met een beperking mee te maken heeft, waarbij het volgende wordt meegenomen:

- het functioneren van de uitzonderingsregel in de Wlz voor tijdelijke behandelzorg met verblijf aan jongeren met een licht verstandelijke beperking;
- inzicht in de aard en het gebruik van de doorloopregeling in de Jeugdwet;
- de mogelijkheden binnen de Wmo voor 18-plus om zich te ontwikkelen;
- hoe de overgang van de Jeugdwet en Passend onderwijs naar Wmo 2015, Wlz en Participatiewet in de praktijk verloopt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113 (34104).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nader onderzoek gedaan wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Zorginstituut Nederland naar de huidige mogelijkheden en knelpunten om meerzorg en maatwerk te leveren binnen de Wet langdurige zorg (Wlz);

overwegende dat er een breed gedeelde wens is om te komen tot een maatwerkprofiel en de Kamer hier meermalen om heeft verzocht;

verzoekt de regering, bij het onderzoek ook de problematiek van meervoudige grondslagen te betrekken;

verzoekt de regering tevens, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het maatwerkprofiel breed in te zetten, voor zowel zorg thuis als in een ouderinitiatief of instelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Bergkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 114 (34104).

In beide moties hebben we de afkortingen voluit geschreven. Bent u daarmee akkoord?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat is uitstekend, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aan de hand van cliëntkenmerken en de zorgbehoefte wordt bepaald of er mogelijke aanleiding is voor meerzorg of de "extra kosten thuis"-regeling (EKT);

constaterende dat het op grond van de meeste zorgprofielen niet mogelijk is om meerjarige indicaties voor meerzorg en EKT af te geven;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat, wanneer er sprake is van een meervoudige grondslag, het wel mogelijk wordt om bij de EKT en meerzorgregeling meerjarig te indiceren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 115 (34104).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug