Bijdrage Eppo Bruins aan het voortgezet algemeen overleg RBZ / Handelsraad (AO d.d. 26/04)

donderdag 28 april 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg met minister Koenders van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   VAO RBZ / Handelsraad (AO d.d. 26/04)

Kamerstuk:    21 501 - 02   

Datum:           28 april 2016

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien de volgende vier moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij het EU-Canadaverdrag CETA onduidelijk is welke onderdelen voorlopig in werking zullen treden, ook als lidstaten nog niet hebben getekend en geratificeerd;

verzoekt de regering, bij gemengde verdragen vooraf duidelijkheid te geven over de vraag welke artikelen "EU only" zijn en voorlopig in werking kunnen treden zonder toestemming van nationale parlementen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Dijkgraaf, Jasper van Dijk, Grashoff en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 1611 (21502-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het laatste impact assessment van het EU-Canadaverdrag CETA stamt uit 2009 en dat de laatste wijzigingen van het verdrag hier niet in zijn meegenomen;

overwegende dat derhalve onduidelijk is wat de effecten zullen zijn van CETA op groei, banen, mens en milieu;

verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen geen besluiten te nemen over CETA zonder dat er een actuele analyse van de effecten op economie en duurzaamheid beschikbaar is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Dijkgraaf, Jasper van Dijk, Grashoff en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 1612 (21502-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een gelijk speelveld in de mondiale staalhandel nodig is;

constaterende dat de Verenigde Staten sneller antidumpingmaatregelen opleggen dan Europa;

verzoekt de regering, een juridische quickscan uit te voeren naar de mogelijkheden om de "lesser duty rule" niet toe te passen in bijzondere omstandigheden en daarover voor het eind van het Nederlandse EU-voorzitterschap de Tweede Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins en Teeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1613 (21502-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Sociaal Economische Raad (SER) tot een unaniem advies is gekomen over zeven uitgangspunten voor TTIP;

verzoekt de regering, om zowel CETA als TTIP te toetsen aan de zeven uitgangspunten van de SER;

verzoekt de regering tevens, de zeven uitgangspunten als breed gedragen Nederlands standpunt in te brengen bij de Raad Buitenlandse Zaken over handel (RBZ) en de Kamer te informeren over de resultaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Dijkgraaf en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1614 (21501-02).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug