Drugsbeleid
Bijdrage Mirjam Bikker aan een commissiedebat met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en minister Van Ark voor Medische Zorg
2 juni 2021
Kamerstuknr. 24077; 34997
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Als nieuwe woordvoerder namens de ChristenUnie op het terrein van drugs hecht ik eraan om te beginnen met wat mijn inzet is. Ik heb als raadslid in Utrecht al te veel jongeren kapot zien gaan aan drugs en te veel bezorgde ouders gesproken. Wijkagenten zaten met de handen in het haar over hoe ze verder konden komen, dus niet alleen maar handhaven maar ook de kraan dichtdraaien.
Voorzitter. Juist op dit punt zet ik me graag in om met eenieder van goede wil onze samenleving weerbaar te maken tegen het gebruik van drugs, om preventie aan te moedigen, maar ook om zware criminelen die veel te veel geld verdienen aan je reinste troep daadwerkelijk aan te pakken.
Voorzitter. Ik kom bij de geagendeerde stukken. U zult begrijpen dat de ChristenUnie op een aantal punten in het bijzonder ingaat. Het eerste ziet op lachgas en designerdrugs. Daarover is het deze weken al meer gegaan. Zojuist stonden er twee burgemeesters namens heel veel burgemeesters hier op het Plein. Zij vertelden welke ellende juist designerdrugs aanrichten in hun gemeenten in het oosten van het land. Wat zitten ze daar te springen om een landelijk verbod! Ze weten dat het in de pijplijn zit, maar het duurt nog even. En dat kunnen die burgemeesters en die ouders daar niet begrijpen. Want is het niet zo dat burgemeesters in de driehoek zelf bepalen hoe ze handhaven en waarop ze handhaven? Kan daar die afweging niet gemaakt worden? Er is nu zicht op dat dit verbod er komt. Het zit alleen op een financieel deel, waarvan de politie zegt dat het mogelijk, met een bandbreedte, lastig te bekostigen is. Maar deze burgemeesters in het Oosten geven aan dat zij dit op dit moment nog niet nodig hebben. Zij zeggen: "Alsjeblieft, geef ons dat landelijk verbod om die productie aan te pakken. Is het niet mogelijk om alsnog toch te versnellen?" Ik verwijs ook naar de motie-Kuik/Bikker die is aangehouden totdat we dit debat gehouden hebben.
Voorzitter. Ik zou de minister ook willen vragen in te gaan op de maatschappelijke kosten van het niet invoeren van dit verbod. Liggen die eigenlijk niet op een veel hoger niveau? Stel dat we dat eens zouden wegen. Ik heb hierover ook vragen gesteld en ik heb veel antwoorden gekregen, maar ik heb geen impacttoets ontvangen. Die had ik wel gevraagd. Ik vraag de minister om die alsnog met de Kamer te delen.
De voorzitter:
Ogenblik. Er is een interruptie voor u van de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Ik begrijp deze vragen van mevrouw Bikker van de ChristenUnie heel goed. Ze stelde ze vorige week. Inhoudelijk begrijp ik ze heel goed, want volgens mij blijkt uit de antwoorden op uw vragen dat de schadelijkheid steeds meer vaststaat. Er is steeds meer bewijs voor, ook bij kleine gebruikshoeveelheden. Dus ik begrijp die oproep heel erg goed. Tegelijkertijd heeft de minister gezegd dat het ongeveer 20 miljoen euro extra kost voor de handhaving. Nu vraagt u natuurlijk wat het kost als we het niet doen. Wat zijn de maatschappelijke kosten? Die vraag begrijp ik. Maar wat we volgens mij niet moeten doen, is tegen de minister zeggen: "U moet wel het verbod invoeren, maar die dekking komt later wel." De politie loopt nu al over. De werkdruk bij de politie is nu al te hoog. Dus vindt mevrouw Bikker wel dat, als je dan overgaat tot een verbod … Laat ik voor mezelf spreken: de SP vindt enkel het ontbreken van geld voor een voorstel dat misschien maatschappelijk wenselijk is, geen goed argument. Maar we moeten daarbij wel investeren in de politie. Is mevrouw Bikker bereid om die eis eraan te koppelen?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor deze goede vraag. Ik voel dat natuurlijk helemaal mee. Ik vind het ook heel goed dat de minister in kaart brengt hoeveel het kost om extra op iets te handhaven. Tegelijkertijd constateer ik ook dat we heel veel verboden hebben, waarbij uiteindelijk ook regionaal de afweging wordt gemaakt waarop wel of niet wordt gehandhaafd. Mijn zorg bij deze problemen is dat ze enorm spelen in het oosten van het land. De burgemeesters zeggen dat ze er nu al mee uit de voeten kunnen en dat ze het ook in hun driehoek op orde hebben. Daarvoor is dat geld dus niet nodig. Voor hun gemeenten trekken ze het bedrag dat genoemd wordt dus ook in twijfel. Natuurlijk wil ik er richting een begroting naar kijken om dit verder op te lossen, zodat we landelijk ook leveren daar waar het wel knelt. Maar laat dit niet een rem zijn waardoor we pas in het najaar op zijn vroegst dit verbod hebben, terwijl jongeren er ondertussen aan kapotgaan, ouders in verdriet zitten en burgemeesters zeggen: "Hádden we maar, want dan zouden we kunnen handhaven, ook op de productie."
De heer Van Nispen (SP):
Ik begrijp het antwoord ook. Ik wil er alleen voor waken dat we extra taken geven aan de politie, die al overbelast is, zonder dat we oog hebben voor de financiële kant van de zaak. Op de inhoud van de wenselijkheid van het verbod komen we zeker uitgebreid terug bij de behandeling van een eventueel wetsvoorstel. Natuurlijk kun je prioriteren in de handhaving en kan het allemaal lokaal. Ik heb zelf de afgelopen weken ook oproepen gedaan voor extra budget voor het een en ander. Die zijn echt niet allemaal door de ChristenUnie gesteund. Als je zo'n extra taak bij de politie weglegt, moet je daar ook extra geld bij doen. Anders vind ik dat niet helemaal eerlijk naar de politieorganisatie toe.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik denk dat de SP en de ChristenUnie elkaar de hand kunnen schudden als we naar de veiligheidsparagraaf van onze verkiezingsprogramma's kijken. Dit zijn de partijen die juist bereid zijn te investeren omdat we zien waar het knelt in de strafrechtketen. Wat dat betreft is die intentie er. Tegelijkertijd zeggen burgemeesters, die heel goed weten wat er lokaal speelt, dat geld op dit moment niet het springende punt is. Het springende punt is dat burgemeesters niets kunnen en dat ze aan handen gebonden zijn. Aan de ene kant is er een jonge verslaafde en aan de andere kant wordt een grote dealer van designerdrugs opgepakt, maar die toert de volgende dag weer rond door het betreffende stadje in zijn Ferrari, simpelweg omdat die spullen nog steeds legaal zijn. Daarom zitten de burgemeesters met de handen in het haar. Dat heeft effect in de samenleving. Op dit moment hebben ze daar geen geld voor nodig. Dat neemt niet weg dat ik altijd naast meneer Van Nispen zal staan als we nieuwe plannen maken richting een begroting om de strafrechtketen te versterken.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder met uw betoog. U heeft nog twee minuten.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Een tweede punt waar ik dan op kom, is dat het kinderlijk eenvoudig is om online spullen te bestellen om drugs mee te maken en om de designerdrugs online te bestellen. Wat kan het kabinet doen om websites waarop overduidelijk apparaten als pillenstempelmachines staan, tegen te houden? Ik heb voor de minister het adres waar hij die machines kan bestellen. Dat wil hij vast niet weten, maar het is echt heel erg eenvoudig. Door designerdrugs die nu nog niet verboden zijn als research chemical te verkopen, wordt de voedsel- en warenregelgeving omzeild, terwijl deze drugs overduidelijk zijn bedoeld als een soort van consumptiemiddel. Welke rol kan de NVWA erin spelen om de verkoop via deze sites aan banden te leggen? Ik zou daar graag een precies antwoord op krijgen.
Voorzitter. Dan kom ik op het wietexperiment. Nou, de reserves van de ChristenUnie daaromtrent zijn u vast wel enigszins bekend. Daar zal ik niet zo heel ver op ingaan, maar wel heb ik een enkele vraag. Ik heb gezien dat de politie naar Canada is geweest en daarover haar eerste bevindingen heeft neergelegd. De minister schrijft dat het te vroeg is om op basis van dit werkbezoek conclusies te verbinden aan de effecten van het Canadese beleid. De politie was heel kritisch; laat ik dat erbij zeggen. Wanneer is het wel het moment voor die conclusies? Welke vervolgstudie heeft de minister in gedachten? Het lijkt mij heel duidelijk dat, op het moment dat je een experiment opzet met een legaal project, dit geluid vanuit de politie in het oog moet worden gehouden ten aanzien van de concurrentie vanuit de illegale markt.
Over de teeltlocaties vraag ik de minister welke posities gemeenteraden en burgemeesters hebben die waarschijnlijk een teeltlocatie in hun gemeente krijgen. Hoe is de verhouding tussen rijksoverheid en decentrale overheden? Kunt u die helder uiteenzetten? Stel dat een gemeenteraad dit echt niet wil. Wat is dan zijn positie? Ik weet dat eigenlijk niet. Ik vraag de minister om de wensen uit het lokaal bestuur te respecteren.
Ik kom tot een slot, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, dat lijkt me goed. Uw tijd is om!
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor uw genade.
Dat slot is het volgende. Iedereen kent de AHOJG-criteria rondom coffeeshops. Die gelden toch onverkort tijdens het wietexperiment? Hoe kijkt de minister naar het afstandscriterium ten aanzien van scholen en naar het ingezetenencriterium in Amsterdam? Is hij bereid om dat ook in de verre omtrek onder de aandacht te brengen?
Dank u wel.
Archief > 2021 > juni
- 30-06-2021 - De aanpak van mensenhandel in de Caribische delen van het Koninkrijk
- 30-06-2021 - Debat over de toekomst van de ouderenhuisvesting
- 28-06-2021 - Wijziging van de Tabaks- en Rookwarenwet om het reclameverbod aan te scherpen
- 28-06-2021 - Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van elektronische verhittingsapparaten
- 24-06-2021 - Het bericht "Gezondheidslobby casht jackpot in gokbranche"
- 24-06-2021 - Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus
- 22-06-2021 - Tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie (CD d.d. 27/05)
- 15-06-2021 - Debat over de werkwijze van de NCTV
- 10-06-2021 - De toename van drugsgebruik onder studenten
- 09-06-2021 - Adoptie
- 03-06-2021 - Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus
- 02-06-2021 - Drugsbeleid