Weer een heftig weekje achter de rug. Het eind (lees: het zomerreces) komt in zicht. Maar voor die tijd moet er nog wel heeft wat in de Kamer afgehandeld worden. Dat betekent hard aanpoten voor een kleine fractie. Deze week betekende dat voor mij onder meer overleggen over het grote project ‘ruimte voor de rivier’, openbare aanbesteding openbaar vervoer in de G4, het visserijbeleid, een wetgevingsdebat over een tweede vreemde taal in het primair onderwijs, een kort debatje over de veiligheidsregio’s en een groot debat over het onderwijsachterstandenbeleid. Met name dat laatste debat heeft de nodige voorbereiding gevraagd. Al was het niet de eerste keer dat we er over spraken. Omdat de nieuwe invulling van de zogenaamde gewichtenregeling (etniciteit is niet meer het criterium maar het opleidingsniveau van de ouders) budgettair neutraal moet plaatsvinden heeft dat nogal wat gevolgen voor de overwegend zwarte scholen in de grote steden. In de uitwerkingen van het beleid zie ik mijn eerder al verwoorde vrees uitkomen. Als je erkent dat achterstand verder gaat dan etniciteit, zul je daarvan ook de financiële consequenties moeten ervaren. Dat doet minister van der Hoeven echter niet. Hoewel, in een interview in de Volkskrant geeft ze woensdag aan dat ze wel wat geld over heeft om de ergste herverdelingseffecten weg te nemen. Dat is echter incidenteel geld gebruiken voor een structureel probleem. Ik erger me er aan dat de minister via de krant met de Kamer communiceert. Tenminste, met het deel van de Kamer dat niet in de coalitie zit. Via de weblog van mijn gewaardeerde collega Jan de Vries (CDA) heb ik namelijk al kunnen volgen dat de collega’s frequent overleg hebben (soms zijn er zelfs ‘toevallig’ medewerkers van de minister bij) en hij weet zelfs al de avond voor het Volkskrant-interview van de minister aan te geven wat ‘Maria’ zal gaan zeggen. Gekker moeten ze het niet maken. In het overleg kan ik het niet nalaten daar wel iets over te zeggen. Dat is wel nodig omdat de CDA-woordvoerder Eski een ander standpunt verkondigd over de taaltoets dan in de weblog van de Vries was te lezen. Wel aardig overigens als nu ook weblogs van kamerleden een rol gaan spelen bij debatten. Altijd al geweten dat collega de Vries ministeriabel is!  

 

Over coalitieoverleg gesproken. Deze week hebben de fractievoorzitters van CDA, VVD en D66 bijna iedere dag bij elkaar gezeten. Eerst over de WAO (het duurde tot woensdagmorgen 01.00 uur voordat er witte rook uit Maxime Verhagen zijn kamer kwam) en ook over het mediabeleid. Als je zolang bij elkaar zit, moet er ook iets uitkomen, denk je dan als argeloze buitenstander bij dergelijke gesprekken. Niets is minder waar. Er wordt veel vooruitgeschoven (bij de WAO) en het mediabeleid is een merkwaardige mix van soms tegenstrijdige ingrediënten geworden. Het wordt echter door de coalitie als een succes verkocht. Minder succesvol is minister Verdonk in het debat over Congo. Onder druk van de Kamer (met Tineke Huizinga als aanvoerder) geeft ze tandenknarsend aan dat de uitzetting van Congolezen tijdelijk wordt stilgelegd. Nu nog afwachten wat het onderzoek naar de omgang met de vertrouwelijke asieldossiers zal opleveren. Dit muisje kan voor haar nog wel eens een staartje hebben.

 

Deze week heb ik ook nog een spreekbeurt gehad in Utrecht en vrijdag een werkbezoek afgelegd in mijn eigen woonplaats (met de raads- en statenfractie). En dat allemaal in een week dat er officieel sprake is van een hittegolf. Dit weekend hebben we Poolse gasten uit Bielsko Biata over de vloer. Nog één week. Ik ben benieuwd wat ons dan weer te wachten staat. De coalitie blijft ons namelijk verrassen. In ieder geval nog een debat over wetenschap en religie. Bert Bakker (D66) meldt vandaag al via het Nederlands Dagblad dat hij in ieder geval de schepping uit de kerndoelen biologie wil hebben. Op deze coalitiepartner mogen Balkenende en van der Hoeven donderdag op gaan reageren.