Keuze voor orgaandonatie ultiem voorbeeld van naastenliefde?

medical-monitoring-1306439
carladikfaber2018
Door Carla Dik-Faber op 17 september 2016 om 11:30

Keuze voor orgaandonatie ultiem voorbeeld van naastenliefde?

‘Ja of nee?’. Met die campagne probeerde de overheid een aantal jaren geleden meer orgaandonoren te werven. ‘Ja of nee?’. Een duidelijke vraag, die aan iedereen gesteld wordt. Ook – volgens sommigen: des te meer – aan christenen. ‘Ja of nee?’.

Er zijn veel argumenten te geven vóór orgaandonatie. Ook vanuit Bijbels perspectief. ‘Heb je naaste lief als jezelf.’ Voor mij is dat een aansporing: heb álles wat je hebt, over voor de ander. Het is immers allemaal een Godsgeschenk. Sinds een tijdje ben ik dan ook zelf donor.
 
Ik moedig ook anderen aan donor te worden. Persoonlijk, maar ook vanuit mijn werk als Kamerlid. Ik wil dus ook dat de overheid het maken van een keuze blijft stimuleren. Meer dan folders. Meer dan promotiecampagnes. Ik vind dat we mensen die de keuze (nog) niet maken mogen blijven confronteren met die vraag: ‘ja of nee?’. Je komt je rijbewijs afhalen: wil je donor worden? Je krijgt een brief van de belastingdienst: wat kies je? Een bezoekje aan de dokter: ja of nee?
 
Ik ken ook mensen die géén donor willen zijn. Onder meer vanwege hun overtuiging. Of die het nog niet weten. Die het bijvoorbeeld moeilijk vinden om over hun dood na te denken. Of veel vragen hebben over hoe orgaandonatie dan precies gaat. Het gaat tenslotte om een ongelooflijk moeilijk moment voor nabestaanden.
 
Ik pleit voor meer orgaandonoren, zeker. Maar ik pleit ook voor de ruimte voor mensen om ‘nee’ te zeggen. En om de tijd te nemen voordat een ‘ja’ of ‘nee’ wordt vastgelegd. Omdat het helemaal niet raar is om eerst bewust te worden van wat het betekent om zoiets ingrijpends, groots en belangrijks voor een ander te doen. Dat kan voor sommigen meer tijd kosten dan voor anderen. En sommigen zullen wellicht nooit tot die keuze komen.
 
Als Kamerlid kom je zo’n beetje overal – dat is het meest bijzondere aspect van mijn werk. Je hoort ook veel verhalen. Sommige mooi, andere schrijnend. Van mensen die hun leven te danken hebben aan een orgaan van een ander en anderen die er al heel lang op wachten. Van mensen die zich bewust als donor registreerden, maar ook van mensen die die keuze nog altijd niet gemaakt hebben.
 
Deze week nam de Tweede Kamer een voorstel aan om dan maar vóór hen te kiezen. Wie geen ‘ja of nee’ laat horen, heeft voortaan ‘geen bezwaar’. Ik stemde tegen het voorstel en houd een onbestemd gevoel nu het voorstel desondanks is aangenomen. Ik maak me zorgen om groepen mensen die níet gekozen hebben en voor wie de overheid straks kiest. Ook ik wil dat er meer orgaandonoren beschikbaar komen, maar vraag me dan ook af: heiligt het doel álle middelen?
 
Er zijn namelijk ook mensen die soms niet kúnnen kiezen. In ons land zijn 2,5 miljoen laaggeletterden, die moeite hebben met het lezen van een brief. Er zijn mensen die niet in staat zijn een eigen huishouden goed te runnen, die altijd hopeloos achterlopen met hun post en e-mails missen. We kennen groepen mensen die we ‘wilsonbekwaam’ noemen, die de belangen van zichzelf en anderen nooit goed kunnen overzien. Ik kan niet verdedigen dat zij automatisch donor worden om de simpele reden dat ze geen 'ja of nee' hebben kunnen kiezen.
 
God roept ons op onze naaste lief te hebben als onszelf. Het doneren van een deel van je lichaam kan daarvan het ultieme voorbeeld zijn. Het is mooi dat we de vrijheid hebben om die keuze te maken. Maar is het dat ook nog als je die keuze níet kunt maken? Dat de overheid dat voor je bepaalt?
 
Ik denk het niet. Want ik wil alle ruimte geven aan naastenliefde. Aan orgaandonatie als een uiting van barmhartigheid. Ik wil mensen stimuleren die keuze te maken. Maar ik zal die keuze nooit, nooit aan iemand opleggen.
 

Labels: ,