Schriftelijke vragen Eppo Bruins over het benutten van sociale ondernemingen via de Aanbestedingswet voor het creëren van banenkansen voor mensen met achterstand op de arbeidsmarkt

maandag 02 juli 2018

Schriftelijke vragen Eppo Bruins aan de Staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vraag 1
Bent u van mening dat artikel 2.82 van de Aanbestedingswet bedoeld is om de werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten?

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het, vanuit de doelstelling om mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen, voor overheden aantrekkelijk moet zijn om te kiezen voor voorbehouden opdrachten?

Vraag 3
Acht u het aannemelijk dat het voor overheden aantrekkelijker wordt om opdrachten weg te zetten binnen het kader van artikel 2.82 van de Aanbeste-dingswet naarmate meer ondernemingen voldoen aan de eis van 30% «gehandicapte of kansarme werknemers» en daardoor in onderlinge concurrentie kunnen treden?

Vraag 4
Erkent u dat bij de banenafspraak een fors deel van de gerealiseerde garantiebanen via detacheringsconstructies wordt ingevuld? Erkent u dat gekozen is voor het materieel werkgeverschap als uitgangspunt, net als bij andere wetgeving (onder andere arbeidsomstandigheden) en jurisprudentie? Vindt u het, vanuit de doelstelling om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een betaalde baan te helpen, logisch en gewenst dat ook gedetacheerde werknemers meetellen bij de bepaling of een onderneming voldoet aan het 30%-vereiste om mee te dingen naar een voorbehouden opdracht?

Vraag 5
Bent u bereid om op korte termijn duidelijkheid te bieden dat art. 2.82 ook van toepassing is op gedetacheerde werknemers?

Meer informatie

« Terug